Nationale Bank van België
Nationale
Bank van
België
Persmededeling
Brussel, 04 maart 2003
Gevolgen van verlagingen van de lasten op arbeid voor de arbeidsmarkt en de begroting: Het geval
van een verlaging van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid in een loonnormstelsel met
automatische loonindexering
NBB Working Paper No. 36
In deze paper worden de mogelijke gevolgen bestudeerd van verlagingen van de lasten op arbeid voor de
arbeidsmarkt en de begroting in een macro-economisch model dat rekening houdt met diverse loonreacties
op de belastingpolitiek en beleidsgeïnduceerde prijsveranderingen. In dat opzicht bevat het model
verschillende institutionele methodes van loonvorming. Wij onderzoeken verminderingen van
werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid en begrotingscompensatie via heffingen op de toegevoegde
waarde of op de productie in een typisch Belgisch kader, d.w.z. een loonnormstelsel met automatische
loonindexering.
Het door ons gebruikte macro-economisch kwartaalmodel bevat twee alternatieven inzake loonvorming. In
het eerste geval worden lonen endogeen bepaald als de uitkomst van een onderhandelingsproces tussen
vakverenigingen en bedrijven in een zogenaamd "right to manage" model. In het tweede geval, dat in deze
paper wordt toegepast, wordt een loonnorm- en loonindexeringstelsel gesimuleerd. Er zijn twee subroutines
voor het bepalen van de mate van loonindexering mogelijk: "een "nominale regel" die de nominale lonen
afstemt op een referentiewaarde en een "reële regel" die mikt op de reële lonen. Die regels kunnen zowel
betrekking hebben op arbeidskosten als op brutolonen, gelet op de mate van belastingafwenteling van
werkgevers op werknemers.
Verlagingen van werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid werken enkel significant door in de
werkgelegenheid indien ze de arbeidskosten werkelijk drukken. Die verminderingen kunnen maar
gedeeltelijk worden terugverdiend en de kosten per nieuwe baan zijn hoog. De resterende negatieve
weerslag op de overheidsbegroting moet worden gecompenseerd via alternatieve manieren om die uitgaven
te financieren, daar het niet compenseren van verliezen voor de begroting op lange termijn niet realistisch
is. Daartoe kunnen diverse financieringsmethoden worden overwogen, maar een verhoging van de
belasting over de toegevoegde waarde en de invoering van een productiebelasting (als benadering voor
milieuheffingen die de productiekosten van de bedrijven beïnvloeden) zijn de twee mogelijkheden die in
deze paper worden overwogen. De alternatieve financieringsmechanismen doen de positieve effecten op
de werkgelegenheid van de initiële verlagingen gedeeltelijk teniet. Per saldo kunnen de gecombineerde
maatregelen echter wat werkgelegenheid creëren zonder het evenwicht van de overheidsbegroting in het
gedrang te brengen. Teneinde de impact van het belastingbeleid op de arbeidsmarkt te bepalen, is de
reactie van de lonen op de verlaging van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid en op de
budgettaire compensatiemaatregelen cruciaal. Hoe meer de initiële verlagingen van de
werkgeversbijdragen aangewend worden om hogere brutolonen te financieren en hoe meer de inflatoire
effecten van de budgettaire compensatiemaatregelen worden doorberekend in de lonen, hoe geringer de
positieve invloed op de werkgelegenheid zal zijn. Een belangrijke jobcreatie kan bijgevolg niet in het
vooruitzicht worden gesteld zonder een gezamenlijke inspanning tot coördinatie van alle
arbeidsmarktspelers. Verlagingen van de lasten op arbeid kunnen geenszins in de plaats komen van
andere hervormingen van de arbeidsmarkt.