Inspannen tegen XTC; indicatoren voor het monitoren van de XTC-aanpak
J. Snippe, F. Oldersma, B. Bieleman
Intraval, Groningen/Rotterdam, 2002
Bestellingen: Intraval, tel. 050 3134052, e-mail: info@intraval.nl
Kenmerk: EWB/02.035
Samenvatting
Voor het volgen van de resultaten van de geïntensiveerde aanpak van de
productie en handel in XTC, zoals beschreven in de nota 'Samenspannen
tegen XTC', blijkt een forse hoeveelheid (registratie)gegevens nodig
te zijn. In dit rapport is aangegeven welke gegevensbronnen hiervoor
beschikbaar zijn, waar de gegevens zijn te verkrijgen en wat hiervan
de kwaliteit is. Verder is aangegeven op welke wijze de gegevens zijn
om te zetten in indicatoren.
Inspanningen en resultaten
Hierbij gaat het niet alleen om de indicatoren die inzicht geven in de
uiteindelijke resultaten, maar ook om de indicatoren die de
inspanningen van de instanties weergeven die verantwoordelijk zijn
voor de te behalen resultaten.
Deze inspanningen worden aan de hand van twee soorten indicatoren
vastgesteld:
* de inputindicatoren, voor het meetbaar maken van de personele en
materiële inzet;
* de procesindicatoren, voor het meetbaar maken van de mate waarin
de bij de geïntensiveerde aanpak van XTC betrokken opsporings- en
handhavingsinstanties samenwerken.
Ook de resultaten van de aanpak zijn beschreven met behulp van twee
indicatoren:
* de opbrengstindicatoren (output), dit zijn de resultaten waarvoor
de bij de geïntensiveerde aanpak betrokken instanties zelf
verantwoordelijk zijn;
* de uitkomstindicatoren (outcome), waarmee de maatschappelijke
opbrengsten worden weergegeven.
De termijn waarop de gegevens voor het verkrijgen van deze indicatoren
beschikbaar zijn, verschilt sterk. De gegevens voor het weergeven van
de inspanningen, de input- en procesindicatoren zijn op relatief korte
termijn te verkrijgen, terwijl de gegevens voor de resultaten, de
opbrengst- en uitkomstindicatoren, een grotere tijdsinvestering
vergen.
Inputindicatoren
Voor de personele en materiële inzet zijn de gegevens te verkrijgen
van de bij de geïntensiveerde aanpak betrokken instanties. Bij de USD
en het Kernteam Zuid, die zich uitsluitend bezighouden met de
opsporing van XTC, is naar verwachting deze informatie relatief
eenvoudig en vlot te verkrijgen.
Bij andere instanties, waar de opsporing van XTC onderdeel is van een
veel breder takenpakket, zoals de Douane, de Koninklijke Marechaussee
en de FIOD-ECD, is de inzet van personeel en materieel die aan
opsporing van XTC wordt besteed minder eenvoudig te achterhalen. Zo
voert het Douanepersoneel bij de invoer van goederen controles uit op
de aanwezigheid van illegale middelen en personen. Zij worden niet
uitsluitend ingezet op de opsporing van synthetische middelen. Ook als
zij een partij heroïne of cocaïne aantreffen wordt dit uiteraard in
beslag genomen. De tijd die zij besteden aan enkel de opsporing van
synthetische drugs is derhalve niet goed te bepalen.
In het algemeen geldt dat de mankracht als gevolg van de
geïntensiveerde aanpak is toegenomen. In de praktijk betekent dit dat
meer personen zich met de opsporing van de productie en handel in XTC
en de handel in precursoren bezighouden. Het aantal controles is
hierdoor gestegen en de pakkans is navenant groter geworden. Deze
grotere pakkans geldt vooral voor synthetische drugs, omdat de
betrokken instanties op basis van ervaringsgegevens controles
uitvoeren op goederenstromen waarvoor een verhoogd risico voor het
vervoer van synthetische drugs geldt.
Een positief neveneffect is dat de pakkans voor overige illegale
middelen eveneens is toegenomen. Uit de meldingen van
inbeslagnemingen, die bekend zijn bij de USD, blijkt dat zij in
toenemende mate zogenoemde cocktailzendingen zien. Dit zijn
onderschepte partijen synthetische drugs waarbij tevens substantiële
hoeveelheden overige harddrugs, zoals cocaïne en heroïne, worden
aangetroffen.
Procesindicatoren
Bij de opsporing van XTC en precursoren, maar ook bijvoorbeeld bij het
ontmantelen van illegale laboratoria en bij het opruimen van dumpingen
van (afval)stoffen uit deze laboratoria, werken deskundigen van
diverse opsporingsinstanties intensief samen. Om de intensiteit van
deze samenwerkingsverbanden vast te stellen, ontvangen alle bij de
geïntensiveerde aanpak betrokken personen een schriftelijke
vragenlijst waarin de frequentie en het belang van de samenwerking
wordt gemeten. Dit zijn zowel rechercheurs en bijzondere
opsporingsambtenaren die werkzaam zijn bij de USD/KTZ als bij de
overige instanties die bij de geïntensiveerde aanpak zijn betrokken.
De vragenlijst is reeds op beperkte schaal getest. De enquête kan dan
ook op relatief korte termijn worden uitgevoerd.
Opbrengstindicatoren (Output)
Gegevens voor de opbrengstindicatoren zijn op relatief korte termijn
beschikbaar voor zover het gaat om gegevens die betrekking hebben op
de kennis en expertise van de opsporingsinstanties of de kwalitatieve
ondersteuning die zij bieden bij de opsporing van handel en productie
van XTC. Gaat het echter om gegevens met betrekking tot internationale
aspecten, zoals de aantallen internationale onderzoeken naar
precursorenhandel en de afhandeling van rechtshulpverzoeken, dan laat
de beschikbaarheid te wensen over.
Bij de precursoren dient zaaksgewijs te worden nagegaan of die als
grondstoffen kunnen worden gebruikt bij de productie van XTC. Bij de
rechtshulpverzoeken dient te worden nagegaan of het daadwerkelijk om
de handel of de productie van XTC gaat. Deze gegevens moeten handmatig
worden uitgezocht, hetgeen een forse tijdsinvestering vergt. Naar
verwachting zijn deze gegevens dan ook niet op korte termijn
beschikbaar.
Uitkomstindicatoren (Outcome)
Verwacht wordt dat door de intensievere controle en opsporing, waarbij
grote partijen drugs en precursoren worden onderschept, de kosten voor
het produceren en distribueren van XTC zullen stijgen. De gemiddelde
kostprijs van een XTC-tablet zal eveneens hoger worden. De kostprijs
van XTC is daarmee een bruikbare indicator voor de effectiviteit van
de geïntensiveerde aanpak. Met name de kosten voor de groot- en
tussenhandel zullen naarmate de aanpak effectiever is toenemen,
hetgeen voor de producenten lagere opbrengsten betekenen. Een stijging
van de straatprijzen is niet meteen te verwachten. Straathandelaren
zullen hun afzetmarkt zo lang mogelijk in stand trachten te houden en
pas in een later stadium de hogere kosten doorberekenen naar de
consumenten. De straatprijzen zijn derhalve een minder bruikbare
indicator.
Dalende opbrengsten kunnen aanleiding zijn voor verplaatsingseffecten.
Een eerste, reeds zichtbaar effect is de verplaatsing van laboratoria
voor productie van XTC naar omliggende landen, zoals België en
Duitsland. Steeds vaker blijken Nederlanders in deze landen te zijn
betrokken bij de productie. De USD houdt nauwgezet de ontwikkelingen
in het buitenland in de gaten. Ook hiervoor geldt dat zij afhankelijk
is van de informatie die zij ontvangen vanuit het buitenland,
bijvoorbeeld van Europol, liaison-officers en overige buitenlandse
opsporingsdiensten. Een ander mogelijk verplaatsingseffect is de
overstap van bij de productie en handel in XTC betrokken personen naar
overige illegale middelen of activiteiten. Een dergelijk
verplaatsingseffect is met de in dit rapport voorgestelde indicatoren
niet te volgen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de
WODC-monitor naar georganiseerde criminaliteit in Nederland.
Een deel van de uitkomstindicatoren is naar verwachting op relatief
korte termijn beschikbaar. Dit geldt met name voor: de algemene
kengetallen, zoals de prijs en kwaliteit van XTC en de prijs van
precursoren; de aantallen opgespoorde productieplaatsen; de
hoeveelheden in beslaggenomen grondstoffen en apparatuur; en de
hoeveelheden in beslaggenomen XTC. Hierbij geldt dat de gegevens voor
een belangrijk deel beschikbaar zijn bij de USD, maar dat een deel ook
alleen beschikbaar is bij de regiokorpsen van de politie. De exacte
omvang hiervan is onbekend. De korpsen zijn niet verplicht de
opsporingsresultaten naar de productie en handel van XTC te melden bij
de USD. Uiteraard doet de USD haar uiterste best alle gegevens van de
regiokorpsen hierover te verkrijgen, maar dit geeft onvoldoende
zekerheid over de volledigheid van de gegevens. Om wel zeker te zijn
of alle gegevens zijn verkregen, dienen bij alle korpsen de XTC- en
precursoren zaken te worden nagegaan. Het uitzoeken van deze gegevens
vergt echter een forse tijdsinvestering.
Gegevens over de wijze waarop personen verdacht van handel of
productie van XTC de strafrechtsketen doorlopen zijn niet volledig
beschikbaar. Voor de eerste schakel in de keten, de aangehouden
verdachten voor Opiumwetmisdrijven of illegale handel in precursoren,
moet in de politieregistraties van de regiokorpsen handmatig worden
nagegaan of dit XTC betreft of, in het geval van precursoren, hiermee
verband houdt.
Bij de volgens schakel in de keten, het Openbaar Ministerie, zijn de
synthetische drugszaken geregistreerd onder het thema maatschappelijke
classificatie. Van verdachten is weliswaar bekend of de
tenlastelegging betrekking heeft op synthetische drugs, maar niet of
dit voor productie, handel of koeriersdiensten is. Ook hiervoor geldt
dat dit bij de arrondissementen handmatig, op basis van
dossieronderzoek van alle zaken met betrekking tot XTC, moet worden
uitgezocht. Dit geldt eveneens voor de strafoplegging. Indien de namen
van de voor XTC-zaken veroordeelde personen bekend zijn, kan bij de
Centrale Justitiële Documentatie worden nagegaan welke strafmaat is
opgelegd.
Ten slotte
De beschikbaarheid van gegevens is groter voor de indicatoren die de
inspanningen meten van de instanties die zijn betrokken bij de
geïntensiveerde aanpak van XTC, dan voor de resultaten die zij boeken.
Bestuur en politie zijn uiteraard geïnteresseerd in de inspanningen
die nodig zijn om resultaten tot stand te brengen, maar meer nog in
het feit of de bereikte resultaten overeenkomen met de gestelde
doelen: het terugdringen van de XTC als criminogene factor in de
samenleving en de rol van Nederland in de distributie van deze drugs
naar andere landen. Juist de gegevens die inzicht moeten geven in de
resultaten zijn momenteel niet volledig beschikbaar. Een niet
onbelangrijk deel van de gegevens zit verscholen in de
registratiesystemen van politie en justitie. Er zal nog een forse
inspanning moeten worden geleverd om de juiste informatie op
structurele wijze te verkrijgen.
Volledige tekst in pdf
WODC- informatiedesk / e-mail: wodc-informatiedesk@minjus.nl
Redacteur: Hans van Netburg
Laatst gewijzigd: 13-03-2003