Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
Brief d.d. 20 februari 2003 W&I/IBA/2003/20219
nr. 2020307520
Onderwerp Datum
Kamervragen van de leden Noorman-den Uyl, 13 maart 2003
Waalkens en Van Dijken
./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Noorman-den Uyl (PvdA), Waalkens
(PvdA) en Van Dijken (PvdA) over de CWI's in Oost-Groningen.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Kamervragen over CWI's in Oost-Groningen gesteld per brief van 20 februari 2003 (nr.
2020307520)
Vraag 1
Kent u het bericht over de Centra voor Werk en Inkomen (CWI's) in Oost-Groningen over de
werkbelasting door uitkeringsaanvraag en het gebrek aan vacatures?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat bij de drie CWI's in Oost-Groningen 7704 werkzoekende werklozen zijn
geregistreerd en 125 geregistreerde vacatures openstaan waarvan 80 voor meer dan 32 uur per
week?
Antwoord 2
CWI heeft mij gemeld dat deze gegevens kloppen. Het vacaturecijfer is een momentopname. Zoals
uit het antwoord op vraag 3 blijkt is er over het geheel van 2002 sprake van indiening van bijna
1.400 vacatures. Dit zijn dan alleen nog maar de vacatures die rechtstreeks bij het CWI zijn
aangemeld.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke percentages van de werkelijk beschikbare vacatures bekend zijn bij de
betreffende CWI's?
Antwoord 3
De vacaturemarkt in Oost-Groningen bedroeg in 2002 ruim 4.000 vacatures (bron: TNO/INRO;
"Regionale Arbeidsmarktprognoses"). Dit betreft alle vacatures die door bedrijven en instellingen in
Oost-Groningen via diverse wervingskanalen in 2002 bekend zijn gemaakt.
Het vacaturebestand van CWI bestaat uit vacatures die bij het CWI in behandeling genomen zijn,
de vacatures op werk.nl en de vacatures van uitzend- en detacheringsbureaus die op de CWI-
vestigingen fysiek worden gepresenteerd. Dit betekent dat CWI gebruik maakt van meerdere
vacaturebronnen en dus niet uitsluitend van vacatures die bij het CWI zelf in behandeling zijn. Het
CWI geeft derhalve inzicht in een substantieel deel van de vacatures zoals deze op de regionale
arbeidsmarkt ontstaan.
Wat de vacatures betreft die het CWI zelf in behandeling heeft genomen, kan worden
geconstateerd dat er in 2002 bijna 1400 vacatures (34% van de totale vacaturemarkt) zijn
aangemeld.
Vraag 4
Hoeveel formatieplaatsen binnen deze drie CWI's zijn in deze regio feitelijk beschikbaar voor het
werven van vacatures en acht u dat gezien de werkloosheid daar voldoende?
Antwoord 4
---
CWI heeft mij gemeld dat voor het werven van vacatures binnen de drie CWI's in Oost
Groningen 3,3 FTE ter beschikking staat.
Speciale acties die door de CWI's worden ondernomen op het terrein van de benadering van
werkgevers zijn:
· preventief bemiddelen van werknemers die met werkloosheid bedreigd worden, houden van
workshops solliciteren, werk.nl;
· scholieren- en jongerenmarkten;
· werkgeversworkshops en avonden;
· gerichte acquisitie naar bedrijven vanuit het bestand fase 1 werkzoekenden;
· banenmarkten;
· netwerkbijeenkomsten met grote bedrijven;
· presentaties van werkgevers op de beursvloer;
· jongeren zonder startkwalificatie toeleiden naar leren of werken én leren;
· voorbereidingen voor bedrijfsverzamelgebouw (Stadskanaal per 1 juli 2003 operationeel met
11 partners).
Vraag 5
Hoeveel tijd moet het beschikbare personeel besteden aan het verwerken van UWV- en
bijstandsuitkeringen en hoeveel tijd is beschikbaar voor werktoeleiding en bemiddeling?
Antwoord 5
CWI heeft mij gemeld dat in 2002 met de uitkeringsintake resp 3,9 FTE was gemoeid voor de
WW en 2,2 FTE voor de Abw (het aantal uitkeringsaanvragen over 2002 bedroeg uitgesplitst naar
WW en Abw respectievelijk 5.106 en 1.708). Voor werktoeleiding en bemiddeling is in 2002
door de betrokken CWI's 14,2 FTE ingezet. Het totale personeelsbestand van de betrokken
CWI's omvat 27,5 directe FTE's.
Overigens heeft de extra werkdruk voor de CWI's met name betrekking op het verwerken van de
instroom van cliënten die vooral een beroep doen op een uitkering uit hoofde van de
Werkloosheidswet en niet op aanvragers van een Abw-uitkering.
Vraag 6
Herinnert u zich het "Pact van Nijmegen" waarin de toenmalige minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid toezegde dat de intake van de Algemene bijstandswet (Abw) op het CWI
volgens een basismodule zou worden uitgevoerd en dat pas in een latere fase een meer uitgebreide
uitvraag op het CWI zou plaatsvinden? Heeft u zich aan deze toezegging gehouden? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord 6
Het aanvraagformulier Algemene bijstandswet is modulair opgebouwd. Het formulier bevat
allereerst persoonsgegevens en, afhankelijk van de situatie van betrokkene, worden er van
toepassing zijnde sets van vervolgvragen gebruikt. De klant wordt niet geconfronteerd met de sets
van vervolgvragen die niet op hem van toepassing zijn. Betrokkene wordt in de gelegenheid gesteld
de hem voorgelegde vervolgvragen op een later moment te beantwoorden, waarna de antwoorden
---
tijdens een vervolgafspraak met de adviseur/medewerker kunnen worden besproken. De
gememoreerde toezegging is derhalve gestand gedaan.
Vraag 7
Acht u, gezien de urgentie van de sterk stijgende werkloosheid en de daarvoor nodige
vactureverwerving en arbeidsbemiddeling, mede vanwege de mislukte automatisering van de intake
en informatie-uitwisseling tussen CWI en gemeente/UWV, het thans niet wenselijk dat er meer
kennis en kunde op deze CWI's (en andere) beschikbaar komt voor de toeleiding van werklozen
naar de arbeidsmarkt?
Antwoord 7
Ik onderken de urgentie om, in het licht van de stijgende werkloosheid, de vacaturevervulling voor
werkgevers en de toeleiding c.q. bemiddeling van werkzoekenden adequaat op te pakken. CWI
heeft mij, gelet op de toename van klantstromen, het verzoek gedaan om extra personeel in te
kunnen zetten. Met de Raad van bestuur CWI ben ik hierover in gesprek. Overigens heeft CWI de
mogelijkheid om flexibel personeel daar in te zetten waar daaraan de grootste behoefte bestaat.
Vraag 8
Zo ja, wanneer en op welke wijze?
Antwoord 8
Zie mijn antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Bent u bereid de uitgebreide bijstandsuitvraag van de CWI's te beperken en deels aan de
gemeenten over te dragen, opdat meer tijd beschikbaar komt voor arbeidstoeleiding zoals tijdens
de wetsbehandeling in de kamer de bedoeling was?
Antwoord 9
De uitvoering van de arbeidsbemiddeling en de sociale zekerheid moet nog verder worden
verbeterd om werkzoekenden snel aan het werk te krijgen: niet vergeten mag worden dat de door
de SUWI-wetgeving gewijzigde uitvoering per 1 januari jl. nog maar één jaar operationeel was. De
uitvoeringsorganisaties van de sociale zekerheid hebben met elkaar nadere afspraken gemaakt om
de doelstelling `werk boven inkomen' volledig te realiseren. Deze nadere afspraken worden in
bestuurlijke overleggen met CWI, UWV en VNG vastgesteld. Het betreft onder meer landelijke
afspraken over preventie, het bevorderen van uitstroom, maar ook kwaliteitsafspraken over proces
en ICT en samenwerking. Daarbinnen is er ruimte voor regionale invulling. Ook werkprocessen
m.b.t. de intake WW en de intake Abw worden verder uitgewerkt en geoptimaliseerd.
De verantwoordelijkheidsverdeling zoals die in het kader van de wet SUWI is bepaald, staat niet
ter discussie. SUWI is en blijft het uitgangspunt. Dit is het kader waarbinnen CWI, UWV en
gemeenten de samenwerking vorm moeten geven.
Vraag 10
Zo neen, waarom niet? Hoe denkt u dan op korte termijn tot een adequate aanpak van de
werkloosheidsbestrijding als CWI-kerntaak te komen?
5
Antwoord 10
Zie mijn antwoord op vraag 9.