Debat Margarita woensdag 12 maart 2003
Mijnheer de Voorzitter,
Eén ding is zeker: de Oscar voor de beste regie gaat dit jaar niet naar onze demissionaire minister-president.
Mede door zijn afwachting houding dreigt de affaire-Margarita nu te ontaarden in een soort Watergate der Lage Landen.
Nadat de premier op 5 maart opmerkt dat er een antecedentenonderzoek
heeft plaatsgevonden naar de heer De Roy van Zuydewijn, moeten zijn
ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie de volgende dag hun
nederige excuses aanbieden aan het paar. Hun paarse voorgangers hadden
immers beweerd dat van een dergelijk onderzoek nooit sprake was
geweest. Op 10 maart verschijnt dan de langverwachte brief van de
minister-president. Ook daarin blijkt dat hij volstrekt geen grip
heeft op de gang van zaken. Zo komt hij met de stellige bewering dat
er niet is afgeluisterd, om in de direct daaropvolgende zin te
verklaren: Mochten ons desalniettemin concrete aanwijzingen bereiken,
dan zullen wij uiteraard diepgaand onderzoek instellen en zonodig
passende maatregelen nemen. In gewoon Nederlands staat hier dus: Het
is niet gebeurd, maar als het toch is gebeurd, zullen ervoor zorgen
dat het voortaan niet weer gebeurt!
Mijnheer de Voorzitter,
Wie kunnen wij nog vertrouwen in dit land als zelfs de
minister-president niet zeker is van zijn zaak?
Hoe kunnen wij nog vertrouwen hebben in de bewering van oud-minister van Binnenlandse Zaken Klaas de Vries dat Pim Fortuyn beslist niet is afgeluisterd door de BVD, omdat hij dat dan zeker zou hebben geweten? Diezelfde minister schreef aan prinses Margarita en haar man dat er absoluut geen onderzoek naar laatstgenoemde had plaatsgevonden. In de brief van preimier Balkenende lezen we de onthutsende zinsnede dat de minister niet beter wist, omdat de informatie van de BVD, en nu citeer ik zo goed was afgeschermd dat deze niet betrokken is bij de beantwoording. Gold dit ook in de zaak Fortuyn?
Hoe lang nog moeten wij genoegen nemen met uitvluchten van ministers
die niet of niet tijdig zijn geïnformeerd omdat hun verantwoordelijke
ambtenaren toevallig langdurig ziek waren of toevallig net op vakantie
waren of wat dies meer?
Is het, in dit licht bezien, niet volstrekt begrijpelijk dat politici
worden beschouwd als de minst betrouwbare beroepsgroep?
Om te voorkomen dat het Koningshuis nog verder wordt beschadigd, roept de LPF de minister-president op om datgene te doen wat hij zijn kiezers telkens heeft voorgehouden, namelijk het tonen van daadkracht. Dus geen ik-beloof-beterschap brieven meer, maar laten merken aan Kabinet der Koningin, BVD en andere schimmige overheidsorganen dat u de baas bent en dat u en uw ministers dus willen weten wat er gebeurt. Gezag en gehoorzaamheid krijg je niet cadeau, die moet je afdwingen; elke dag weer. Dat geldt voor een leraar, voor een politieagent, maar ook voor de minister-president en zijn kabinet.
Minister-president, toon daadkracht door de Koninklijke Familie en ons land een vernederende rechtszaak te besparen. Kom, voor het definitief te laat is met een voor beide partijen aanvaardbare bemiddelaar. Zorg dat er wordt onderhandeld in plaats van geprocedeerd. Zorg dat er wordt rechtgedaan in plaats van rechtgesproken.
Want het trieste is dat het helemaal niet zover had hoeven komen!
Reeds op 3 oktober 2001 doet prinses Margarita een dringend verzoek
tot bemiddeling aan de toenmalige premier Kok. Op 4 maart 2002
herhalen zij en haar man hun smeekbede aan Kok. Zij zeggen dat het
water staat hen aan de lippen staat en vragen om ingrijpen. Zij willen
niet dat deze uiterst delicate en belangrijke aangelegenheid wordt
doorgeschoven naar het volgende kabinet. Maar premier Kok heeft het
dossier niet eens overgedragen aan zijn opvolger. Op 9 april 2002
stuurt het paar dan nog een brief naar de MP en naar de minister van
Binnenlandse Zaken. Pas op 17 mei volgt een ontkennende reactie van de
minister: de BVD is niet ingeschakeld.
Mijnheer de Voorzitter,
er zijn dingen die je als bewindsman gewoon moet weten en niet kunt
ontkennen. Zoals de wetenschap dat het Kab. van de Koningin de
bevoegdheid had de BVD in te schakelen, al was het maar om te
voorkomen dat een ober zich ontpopt als taartgooier. De MP moet het
KvdK behoeden voor misstappen!
Mijnheer de Voorzitter,
De verwijtbare nalatigheid van Kok en zijn verantwoordelijke
ministers, ik kan het niet anders omschrijven, heeft de Koninklijke
Familie en ook het aanzien van het Openbaar Bestuur - volkomen onnodig
- ernstige schade toegebracht. De LPF roept premier Balkenende en de
ministers Remkes en Donner dan ook op om afstand te nemen van het
beleid van hun voorgangers. De LPF verzoekt de minister-president zo
snel mogelijk een bemiddelaar te benoemen ten einde te voorkomen dat
de huidige crisis straks ontaardt in een constitutionele crisis.
Want als ministers blijven volharden in het goedpraten van de daden van hun voorgangers, dan verandert er nooit iets in dit land.
Mijnheer de Voorzitter,
Los van bovenstaand pleidooi, roept de brief van de premier de nodige
vragen op bij de LPF; vragen die recht hebben op een heldere en
ondubbelzinnige beantwoording van de minister-president.
Vragen
* Kunt u garanderen dat bij eventuele onderzoeken naar de heer
Fortuyn en de LPF door de BVD of welk ander overheidsorgaan dan
ook, met inbegrip van daarmee samenwerkende organisaties of
personen, nimmer gebruik is gemaakt van enige bijzondere
bevoegdheid, zoals volgen, observeren of afluisteren?
* Zijn de familieleden van de heer De Roy van Zuydewijn op enigerlei
wijze, met inbegrip van het gebruik van enige bijzondere
bevoegdheid, onderzocht door de BVD dan wel andere
overheidsorganen of daarmee samenwerkende organisaties of
personen?
* Naar welke personen zijn tot nu toe onderzoeken uitgevoerd in
opdracht van het Kabinet der Koningin? Is ook onderzoek gedaan
naar politici? In welke gevallen is melding gemaakt aan de
verantwoordelijke minister(s)?
* Welke concrete maatregelen gaat het kabinet nemen om te voorkomen
dat verantwoordelijke ministers ook in de toekomst niet op de
hoogte blijken te zijn van door de BVD dan wel andere
overheidsorganen of daarmee samenwerkende organisaties of personen
gedane onderzoeken?
* De LPF verlangt een uitputtende inventarisatie van alle instanties
die, net als het Kabinet der Koningin, gemachtigd zijn om de BVD
in te schakelen. Om u op weg te helpen, wij denken aan
burgemeesters, Commissarissen van de Koningin, departementen die
hun personeel moeten laten screenen, enz. In hoeverre kan de
betrokken minister zijn rol als toezichthouder van de BVD ook in
de praktijk waarmaken?
Mat Herben
Fractievoorzitter Lijst Pim Fortuyn