De Vlinderstichting

Waagt sleedoornpage de oversteek naar Flevoland?

Wageningen, 12 maart 2003

Flevoland is een provincie die goede mogelijkheden biedt voor de vestiging van de sleedoornpage. Als Staatsbosbeheer en Vereniging Natuurmonumenten enkele relatief eenvoudige beheermaatregelen nemen, moet het mogelijk worden dat deze vlinder de oversteek waagt van het oude naar het nieuwe land.

Foto: Ab H. Baas/De Vlinderstichting

De sleedoornpage kwam vroeger in heel Zuid- en Oost-Nederland voor. Nu is het een zeldzame vlinder, die nog in vier kerngebieden voorkomt. Een van die gebieden is de Veluwerand, waar de vlinder zich de laatste jaren goed ontwikkeld heeft. Het is daarom goed mogelijk dat de vlinder zich ook zal uitbreiden naar Flevoland. Hoewel anderhalf jaar geleden de eerste zwerver werd gesignaleerd in het Hollandsche Hout, heeft De Vlinderstichting ondanks een intensieve zoektocht in Flevoland nog geen populatie van de sleedoornpage kunnen vinden.

Het meest kansrijke gebied in Flevoland voor vestiging van de sleedoornpage zijn de overgangen van Harderwijk en Elburg. Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumenten zullen het beheer in de gebieden rond deze overgangen, op aanbeveling van De Vlinderstichting, dan ook aanpassen, zodat ze geschikt worden voor de sleedoornpage.

Het merendeel van de sleedoornstruiken op Flevoland is nu volgroeid en daarmee ongeschikt voortplanting. De vlinder zet haar eitjes namelijk alleen af op de overgang van oud naar jong hout. Sleedoornstruiken kunnen eenvoudig verjongd en daarmee geschikt gemaakt worden door ze eens per drie jaar gedeeltelijk te snoeien of eens per vijf jaar tot de grond toe terug te snoeien.

Als Staatsbosbeheer en Vereniging Natuurmonumenten dit aangepaste beheer blijven uitvoeren, is het best mogelijk dat Flevoland binnen enkele jaren een vlindersoort rijker is.