Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
DNW. 2003/286
datum
11-03-2003

onderwerp
Het kappen van bomen en beschermde diersoorten
TRC 2003/1124

bijlagen
1

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de door het lid Vos (GroenLinks) gestelde vragen over het kappen van bomen en beschermde diersoorten.

datum
11-03-2003

kenmerk
DNW. 2003/286

bijlage

1
Ja.

2
Voor het project 'de Prinses' heeft de aanvrager, gemeente Diemen, een inventarisatie van de natuurwaarden van het gebied laten uitvoeren door (ecologisch adviesbureau) Ecoplan Natuurontwikkeling. Een kopie van dit onderzoek treft u aan bij deze brief. Ontheffing is verleend, omdat uitvoering van het onderhavige project met inachtneming van de gestelde voorwaarden geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten in het gebied.

3.
Op basis van 'expert judgement' is door genoemd onafhankelijke adviesbureau tijdens het veldonderzoek ingeschat wat de (potentiële) waarde is van het gebied voor vleermuizen. Gezien de stedelijke ligging van het gebied zijn de dwergvleermuis en de laatvlieger te verwachten. Deze soorten hebben hun vaste verblijfplaats in gebouwen. Het is niet waarschijnlijk dat de aanwezige landschappelijke elementen als vaste rust en verblijfplaats worden gebruikt. Het onderzoeksrapport treft u bij deze aan (zie ook 2).

4
Het terrein dient als foerageergebied voor vleermuizen.

5
Uiteraard heeft het weinig zin om vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen te beschermen als er onvoldoende foerageergebieden zijn voor de dieren. Dat is bij het project 'de Prinses' niet aan de orde.

6 en 7
Voedselgebieden zijn, conform de Europese regelgeving, niet specifiek vermeld in de nationale wetgeving als concreet te beschermen onderdeel van het leefgebied van beschermde diersoorten. Dit geldt zowel voor de soorten die conform bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn beschermd, als voor de overige beschermde soorten. De reden hiervoor is dat het foerageergebied niet de meest kwetsbare biotoop is. De meeste diersoorten maken gedurende het jaar met wisselende frequentie gebruik van delen van een zeer groot gebied en zijn bovendien vaak goed in staat nieuwe foerageermogelijkheden aan te boren. Voor zeer kwetsbare soorten waarvoor het noodzakelijk is het totale leefgebied inclusief voedselgebieden te beschermen, worden Speciale Beschermingszones (SBZ) aangewezen. Deze soorten zijn vermeld op bijlage II van de Habitatrichtlijn. Hiertoe behoren ook een aantal vleermuissoorten. Recent zijn zeven gebieden geselecteerd in het kader van de Habitatrichtlijn, speciaal vanwege de aanwezigheid van vleermuizen.

8
De gemeente Diemen heeft een ontheffing verkregen voor uitvoering van het project 'de Prinses'. Bij de ontheffingverlening is een gedegen afweging gemaakt van de ecologische waarden in het betreffende gebied en het effect hierop van de geplande ingreep.

De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

dr. C.P. Veerman

datum

kenmerk

bijlage
Vragen

Vragen van het lid Vos (GroenLinks) aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over het kappen van bomen en beschermde diersoorten.(Ingezonden 19 februari 2003)

1
Bent u op de hoogte van de plannen in Diemen voor het project 'De Prinses', waarvoor een grote groep bomen gekapt moet worden en waardoor het leefgebied van diverse beschermde soorten verloren gaat?

2
Is er een veldonderzoek verricht voor de ontheffing door het agentschap LASER om het leefgebied van een reeks beschermde diersoorten te beschadigen, vernietigen en te verstoren (ontheffing FF/75C/2002/070)? Zo ja, kunt u dit onderzoek naar de Kamer sturen? Zo neen, waarop is de ontheffing gebaseerd? Waarom is de ontheffing verleend?

3
Is er een veldonderzoek verricht om te bepalen dat er geen vleermuizen het gebied als rust- of verblijfplaats gebruiken? Kunt u dit onderzoek naar de Kamer zenden?

4
Wat is volgens u het belang van het genoemde gebied voor vleermuizen, dan wel als rust- en verblijfplaats, dan wel als foerageergebied?

5
Bent u in algemene zin van mening dat het voor de soortbescherming weinig zin heeft om wel de rust- of verblijfplaatsen van vleermuizen te beschermen, maar niet de foerageergebieden van de dieren?

6
Hoe ziet u in het algemeen de bescherming van voedselgebieden van diersoorten die beschermd zijn conform bijlage IV van de Habitatrichtlijn?

7
In hoeverre acht u zich gebonden om ook foerageergebieden van vleermuizen te beschermen, verwijzend naar de expliciete bepaling hierover in het verdrag inzake de bescherming van vleermuizen in Europa (Tractatenblad 92-18; met name verwijzend naar artikel 3)?

8
Bent u bereid de gemeente Diemen te verzoeken de natuur in het gebied niet te vernietigen met het oog op de bescherming van verschillende beschermde diersoorten?

Bijlage:
Inventarisatie door (ecologisch adviesbureau) Ecoplan (Niet in elektronische vorm beschikbaar)

up Reageren
Homepage

---