P E R S B E R I C H T
Unaniem aangenomen motie huursubsidie voor kamers genegeerd
Minister Kamp miskent problemen studentenhuisvesting
Utrecht, 11 maart 2003
Demissionair minister Kamp weigert de motie, die moet leiden tot huursubsidie voor kamers, uit te voeren. Hij negeert daarmee de wens van de gehele Tweede Kamer. Op initiatief van Van Bochove (CDA) en Van Gent (Groen Links) besloot de Kamer eind december unaniem huursubsidie voor onzelfstandige wooneenheden in te zetten om de kamernood op te lossen. Kences, het samenwerkingsverband van zeven studentenhuisvesters, reageert geschokt. "Het is onbegrijpelijk dat Kamp de wens van de Tweede Kamer zo makkelijk negeert" aldus Gijsbert Mul, directeur van Kences. "De huisvestings-problematiek onder studenten is enorm. Wij hebben berekend dat met de mogelijkheid van huursubsidie nieuwbouw en verbouw van kamers gestimuleerd wordt, tegen lagere huursubsidiekosten." De minister verschuilt zich volgens Kences achter oneigenlijke argumenten als 'hoge uitvoeringskosten' en de problemen om 'juridisch sluitende aanwijzingscriteria' te ontwikkelen. Kences spoort dan ook de nieuwe Tweede Kamer aan minister Kamp te houden aan de uitvoering van de motie.
De argumenten van minister Kamp om de motie Van Bochove/Van Gent niet uit voeren, zijn niet steekhoudend en weinig overtuigend. In de huidige Huursubsidiewet bestaat namelijk al de mogelijkheid van huursubsidie voor onzelfstandige eenheden, alleen is die beperkt tot kamers voor begeleid wonen. Die mogelijkheid kan uitgebreid worden. Bovendien kan de minister teruggrijpen op het beleid zoals dat tot 1997 gold, toen voor studentenkamers ook al huursubsidie mogelijk was. Het is toen goed mogelijk gebleken heldere aanwijzingscriteria te ontwikkelen en de uitvoeringskosten waren ook geen belemmering. Kortom, het probleem van juridisch sluitende aanwijzingscriteria, dat de minister signaleert, bestaat niet. Zelfs als de Huursubsidiewet gewijzigd moet worden, kan een regeling - gezien het draagvlak, zeker vanaf 1 januari 2004 in werking treden.
Kences is ook verbaasd over het argument dat de financiële dekking in de motie zou ontbreken. De minister heeft namelijk slechts één mogelijke variant voor invoering van huursubsidie voor kamers doorgerekend, maar die doorrekening rammelt volgens Kences aan alle kanten. Door de invoering van de voorgestelde huursubsidieregeling worden verhuurders namelijk gestimuleerd om meer kamers te bouwen in plaats van de duurdere zelfstandige 1-kamerwoningen. De lagere huurprijs van een kamer leidt tot een geringer beslag op huursubsidie. De minister schat dit substitutie-effect te laag in en het huursubsidiegebruik te hoog. Niet alle studenten hebben recht op huursubsidie. Kortom, de kostenanalyse van de minister is veel te pessimistisch en voor de baten heeft hij totaal geen oog.
In mei 2002 heeft Kences in samenwerking met de Landelijke Studenten Vakbond het rapport 'Studeren op kamers in Utrecht' overhandigd aan toenmalig staatssecretaris Remkes. Hierin is een aantal knelpunten op de kamermarkt in kaart gebracht en oplossingen voor de kamernood verzameld. Mede op basis van dit rapport heeft de Tweede Kamer de minister gevraagd de huidige Huursubsidiewet zo aan te passen, dat huursubsidie voor kamers mogelijk wordt. De minister is hier niet toe bereid en dat tekent zijn gebrek aan politieke wil. Kences roept de Tweede Kamer daarom op de minister alsnog te houden aan de uitvoering van de motie Van Bochove/Van Gent om de kamernood daadwerkelijk te bestrijden.
Voor nadere informatie:
Gijsbert Mul 030-2525777 / 06-51155153 of Coby de Vries 030-2525701
www.kences.nl