11/03/2003 NVJ Algemeen
Notitie `Hoe verder met de journalistiek?'
De media ondergaan ingrijpende veranderingen die niet alleen
voortkomen uit een economische terugval. De veranderingen zijn ook
verbonden aan onderlinge mediaconcurrentie en maatschappelijke
verschuivingen.
De NVJ-notitie: Hoe verder met de journalistiek? omvat de recente
ontwikkelingen bij de massamedia: dagbladen, omroepen, tijdschriften,
lokale media, internet en multimediale werkvormen. Met de notitie gaat
de NVJ de discussie aan met mediapartners en mediaspecialisten uit het
parlement.
De notitie is hier binnenkort te zien als Word-document
Wilt u de notitie alleen downloaden, klik dan met de rechtermuistioets
op bovenstaande link en kies "Doel opslaan als...". Wijs daarna de
plaats aan waar u het bestand op uw PC wilt plaatsen.
Hieronder een korte samenvatting
Omroep
De publieke omroepen zullen moeten bewijzen dat zij bestand zijn tegen
de processen die hen bedreigen. De commerciële omroepen nemen
marktaandeel over en zijn niet meer weg te denken als constante
leveranciers van gevarieerd televisieaanbod.
Steeds vaker klinkt de roep om reclame bij de publieke omroepen te
schrappen. De NVJ waarschuwt tegen een simpele voorstelling van zaken.
Zonder STER-inkomsten zijn de drie publieke zenders niet meer te
financieren. Het is nog maar de vraag of de vrijkomende gelden wel
naar de commerciële omroepen of dagbladen gaan. Een dergelijk voorstel
zou eerst grondig onderzocht moeten worden.
Inmiddels is een NVJ-werkgroep ingesteld die een rapport schrijft over
het te voeren omroepbeleid. Deze notitie geldt als een vervolg op het
tien jaar oude rapport 'Hoe is de stand, Mieke'. De NVJ handhaaft het
pleidooi voor meer ruimte voor de programmamakers en minder
bestuurslagen bij de publieke omroep.
De NVJ concludeert verder dat de regionale omroepen onder zware druk
staan. Hun positie moet gehandhaafd blijven omdat zij in de regio's
bijdragen aan een veelzijdig media-aanbod. Dit compenseert , overigens
maar ten dele, de afnemende regionale concurrentie als gevolg van
minder dagbladen.
Dagbladen
De positie van landelijke en regionale dagbladen verandert
fundamenteel. Het aantal uitgevers wordt kleiner. Drie grote bedrijven
geven 23 van de 28 dagbladtitels uit. Regionale kranten bestrijken een
steeds groter gebied. De daling van de dekkingsgraad per huishouding
begint een kritische ondergrens te bereiken. De recente advertentieval
bedraagt 12 tot 25 procent.
Kosten worden steeds verder teruggedrongen. Titels worden
samengevoegd, journalistieke banen geschrapt. In 2001 en 2002
verdwenen enkele honderden journalistieke fulltime equivalenten. Het
zal hier niet bij blijven.
Ook de positie van freelancers wordt bedreigd. Enerzijds door
krimpende budgetten, anderzijds door meer werkzoekende journalisten op
de arbeidsmarkt. De NVJ onderzoekt de mogelijkheid om freelancers via
een op midden- en kleinbedrijfgerichte aanpak te ondersteunen.
De NVJ vindt dat bij de dagbladen te veel en eenzijdig wordt bezuinigd
op menskracht. Juist nieuwe investeringen zijn nodig om lezers te
behouden, nieuwe groepen aan te boren en productvernieuwingen in te
voeren. Enkele experimenten met weekendabonnementen geven aanleiding
om te bezien of op deze wijze de band met de anders afhakende abonnee
kan worden behouden. Een ander initiatief is het aanbod aan abonnees
om de krant gratis op internet ter beschikking te stellen, en tegen
betaling aan niet-abonnees. Specials van de krant kunnen via
elektronische weg worden verkocht.
Bedreigde regionale kranten zouden samen met huis-aan-huis-bladen uit
hetzelfde bedrijf enkele malen per week een - aanvankelijk gratis -
nieuwsblad uit kunnen brengen. Zodoende kunnen deze media hun lage
dekkingsgraad opvijzelen.
Samenwerking tussen dagbladen en huis-aan-huisbladen wordt in dat
verband door de NVJ niet uitgesloten. Hantering van de CAO-dagblad
geldt echter als voorwaarde. Er mogen geen redactionele
goedkoopte-eilanden ontstaan.
Sommige huis-aan-huisbladen zijn bezig hun positie te verstevigen ten
opzichte van de regionale kranten. De schaalvergroting in de regionale
dagbladpers en de krappe bezettingen maken dat er soms te weinig
aandacht is voor lokale gebeurtenissen. De lokale media zien kans dit
gat op te vullen. De regionale dagbladen zullen weer terug moeten naar
hun regionale en lokale lezers.
Bedrijfsfonds
De NVJ wil er bij de overheid op aandringen dat het Bedrijfsfonds voor
de Pers reglementair de ruimte krijgt om experimenten van
dagbladbedrijven te financieren. De NVJ steunt het voornemen van de
overheid om het Bedrijfsfonds ook bijstand te laten verlenen aan
bedreigde titels binnen een op zichzelf goed renderend concern.
Tevens vindt de NVJ dat de enkele jaren gelden bevroren
advertentiecompensatieregeling voor dagbladen opnieuw opgestart dient
te worden. Deze regeling kan na aanpassing aan de actuele situatie
dienen om de ongelijke concurrentie tussen dagbladen en publieke
omroep, enigszins te verminderen.
Verder is de NVJ van mening dat haar eerdere voorstel voor
herinvoering van het BTW-nultarief voor kranten onder de aandacht van
politiek en publiek moeten worden gebracht.
Tijdschriften
De belangrijkste uitgever van publiekstijdschriften is het
internationale Sanoma. Dit bedrijf leidt het pure rendementsstreven
waarmee de betrokkenheid tussen uitgeverijen, hun producten en
journalisten verdwijnt. Ondanks positieve resultaten wordt de ene na
de andere bezuinigingsronde doorgevoerd. De werkdruk van
tijdschriftredacteuren is hoog. Van hen wordt verwacht dat zij ook
meewerken aan commerciële activiteiten. De grenzen tussen redactie en
commercie zijn bij menig publiekstijdschrift dusdanig vervaagd dat er
een discussie moet plaatsvinden over de positiebepaling van de huidige
redacties. In het redactiestatuut is onder meer de onafhankelijkheid
van de redactie geregeld. De NVJ wil daarom het debat over de werking
van het redactiestatuut bij tijdschriften intensiveren. Overigens
geldt het belang van het statuut evenzeer voor dagbladen, omroepen en
internet, en vindt ook hierover overleg plaats.
Internet en journalistiek
Uit het drie jaar durende NVJ-onderzoek naar de relatie tussen
internet en journalistiek kan inmiddels een tussenstand worden gegeven
over de internetontwikkelingen. Zowel voor een krant als voor een
radioprogramma kan een goede website van grote betekenis zijn. Maar
webredacties worden kleiner; studenten journalistiek hebben nauwelijks
interesse in internetjournalistiek. Het gebruik van internet als
aanvullend medium kan intensiever.
Tegenwoordig wordt internet ook ingezet voor de distributie van het
papieren product via PDF-bestanden en hotelprinters voor bijvoorbeeld
lezers in het buitenland. In de VS telt zo'n abonnement mee voor de
oplagebepaling. De NVJ is er voorstander van dit telsysteem in ons
land over te nemen.
In Nederland bestaat geen gestandaardiseerde webbezoek telling.
Uitgevers kunnen alle mogelijke cijfers publiceren. Oplagebureau HOI
overweegt om zich aan te sluiten bij internationale organisaties en
ook gestandaardiseerd te gaan tellen.
Persvrijheid
Nederland behoort tot de top vijf van landen met een grote
persvrijheid. Maar dat is maar betrekkelijk. De veranderde
binnenlandse politieke verhoudingen hebben ook gevolgen gehad voor
individuele journalisten. Enkele collega's zijn fysiek bedreigd of
worden met strafprocessen geïntimideerd. Vormen van zelfcensuur bij
journalisten liggen op de loer.
Een nieuwe, bedenkelijke ontwikkeling is terrorismebestrijding en de
effecten voor de onafhankelijke journalistiek. Op verzoek van de
Nederlandse regering heeft de NVJ een specialist geleverd om oog te
houden op mogelijke Europese regelgeving op dit terrein. Dat sluit
nauw aan bij de activiteiten van justitie met betrekking tot het
aftappen van telefoon, fax en mail van journalisten. Een pleidooi van
de NVJ om bij grondwetswijziging de bescherming van de handelingen van
journalisten te vergroten, werd door het parlement afgewezen. De
komende tijd zal leren of de huidige politieke constellatie tot betere
resultaten leidt.
De aanhoudende geluiden over een mogelijke wijziging Wet Openbaarheid
van Bestuur (WOB) beloven weinig goeds. De beroepsgroep doet er goed
aan deze verkenningen met argusogen te volgen zodat media zelf blijven
bepalen wat zij over het handelen van de overheid openbaar maken. De
NVJ heeft inmiddels een WOBsite toegevoegd aan Villamedia.nl.
N.B. De notitie `Hoe verder met de journalistiek' kan worden
aangevraagd bij het NVJ-secretariaat en is ook te vinden op
www.villamedia.nl. De tekst is reeds gestuurd aan het NVJ-kader en aan
relaties uit de bedrijfstak.