12de congres
Bouwer IHC Caland maakt nog steeds vuile handen in Birma
Door: Yorick Haan
De Haagsche Courant schreef maandag 3 maart dat BCN en Milieudefensie willen dat Den Haag een andere bouwer zoekt voor het boren van de Hubertustunnel. Het bedrijf IHC Caland maakt namelijk vuile handen in Birma. IHC wil het contract in Birma uitdienen, hoewel daarmee een misdadig regime ondersteund wordt. Terugtrekken zou de reputatie van het bedrijf schaden. Een verwerpelijk staaltje maatschappelijk onverantwoord ondernemen, aldus Yorick Haan, gemeenteraadslid in Schiedam, de thuisbasis van het bedrijf.
Onder internationale druk schreef de junta in de jaren negentig verkiezingen uit. Na massale protesten en bloedige onderdrukking daarvan door het militaire regime, won de Nationale Liga voor Democratie (NLD) met een overweldigende meerderheid. Maar tot de dag van vandaag negeert de junta de uitslag. Oppositieleidster Aung San Suu Kyi van de NLD werd onder huisarrest geplaatst. Honderdduizenden Birmezen vluchtten naar buurlanden en een miljoen mensen leeft ontheemd in eigen land. Sinds de opheffing van haar huisarrest heeft Aung San Suu Kyi de militairen herhaaldelijk opgeroepen tot een dialoog. Van duurzame oplossingen voor de conflicten tussen oppositie, etnische minderheden en regime is vooralsnog geen sprake. Critici van het bewind worden gearresteerd en de oorlog tegen een aantal etnische groepen duurt voort. Onlangs maakte Human Rights Watch bekend dat Birma het land is met het grootste aantal kindsoldaten ter wereld; zeventigduizend jongeren zijn onder dwang gerekruteerd.
De helft van het overheidsgeld gaat naar wapenaankopen en naar het leger. De macht van de junta is sterk afhankelijk van economische contacten met het buitenland. Op grote schaal zijn concessies uitgegeven voor de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen zoals olie, gas en tropisch hardhout. Het grootste deel van de buitenlandse investeringen vindt plaats in de vorm van joint-ventures met een holding die mede in eigendom is van het ministerie van defensie. Dwangarbeid en tewerkstelling zijn aan de orde van de dag. De aanleg van bruggen, wegen, spoorlijnen, luchthavens, irrigatiekanalen en elektriciteitscentrales varen er wel bij. De Internationale Arbeidsorganisatie van de VN, de ILO, stelt dat de junta hiermee een 'misdaad tegen de mensheid' begaat. Bewijzen voor het veelvuldig gebruik van dwangarbeid brachten de Europese Unie er toe om Birma geen importhandelsvoordelen meer te verlenen.
Birma is met 50 tot 60 procent van de wereldwijde productie de grootste opiumproducent ter wereld, aldus de VN. Daarnaast exporteert het land in toenemende mate synthetische amfetaminen: vorig jaar werden naar schatting 1 miljard pillen geëxporteerd. De Birmese opium, heroïne en amfetaminen komen in enorme hoeveelheden op de westerse en Aziatische markt terecht. Drugsbaronnen wordt niets in de weg gelegd, met drugsgelden worden infrastructurele projecten aangelegd en Birmese drugslegers bezitten banken en bedrijven. Het Schiedamse bedrijf IHC Caland financiert de dictatuur van deze narcostaat die zichzelf in stand houdt met mensenrechtenschendingen, misdaden tegen de menselijkheid, drugshandel en witwaspraktijken. Bovendien werkt IHC formeel samen met een consortium waarin het dubieuze Birmese staatsbedrijf Myanmar Oil and Gas Enterprise deelneemt, dat wordt verdacht van het witwassen van drugsgelden.
IHC Caland betaalt lokale belastingen, inkomensbelasting voor het eigen personeel en belasting op operationele kosten. In 1998 sloot het bedrijf een 15-jarige lease-overeenkomst met het consortium 'Premier Petroleum Myanmar Ltd.' voor de verhuur van een drijvend op- en overslagsysteem voor gaswinning in het zuiden van Birma. Het genoemde consortium bestaat o.a. uit Myanmar Oil and Gas Enterprise, het Britse Premier Oil en drie andere Aziatische oliemaatschappijen. In april 2002 maakte IHC Caland na grote maatschappelijke en politieke druk bekend geen nieuwe contracten in Birma af te sluiten. Men weigert echter het huidige contract te verbreken.
Een groot aantal maatschappelijke organisaties en de overgrote meerderheid van de Tweede Kamer hebben vorig jaar een dringend beroep op vijf banken gedaan om hun steun aan IHC stop te zetten. Uit onderzoek van Milieudefensie bleek dat vijf Nederlandse banken IHC Caland hebben gesteund met meerjarige leningen voor in totaal honderden miljoenen euro's. Het gaat om ABN AMRO, ING, Fortis, Rabobank en NIB Capital. ABN AMRO is huisbankier van het bedrijf en heeft eind 2001 nog een emissie van nieuwe aandelen verzorgd. De maatschappelijke organisaties en de Tweede-Kamerfracties vinden de toezegging, dat geen nieuwe contracten zullen worden afgesloten, volstrekt onvoldoende. Het zou betekenen dat het dictatoriale regime in Birma blijft profiteren van gas-inkomsten.
Veel grote bedrijven, waaronder Heineken, Philips, Shell en Triumph, hebben Birma reeds verlaten. IHC Caland zegt echter dat het niet onder het contract uit zou kunnen en dat het ten tijde van het afsluiten van het contract niet zou hebben geweten van de schendingen. Opmerkelijk, omdat de schendingen van mensenrechten in Birma al vóór 1998 veel aandacht kregen en het bedrijf zelf al vóór 1998 verschillende oproepen kreeg zich uit Birma terug te trekken. Bovendien heeft de Britse oliemaatschappij Premier Oil zich op 16 september 2002 na jarenlange protesten wel teruggetrokken uit de joint-venture. De Britse regering, maatschappelijke organisaties en vakbonden in Groot-Brittannië riepen het bedrijf op om Birma te verlaten vanwege het bewind en de mensenrechtenschendingen. Deze schendingen zijn deels ook gerelateerd aan de gaspijpleidingen, waarbij Premier Oil betrokken was en IHC Caland dus nog steeds is. Na de brief van Burma Centrum Nederland en Milieudefensie, ondertekend door Kamerleden van VVD, CDA, PvdA, GroenLinks, D66, Christenunie en SP, hebben de banken aangegeven geen geld te willen steken in de Birmese activiteiten van IHC Caland. Het bedrijf reageert daar nogal laconiek op: de investeringen in Birma worden gefinancierd door Japanse banken. President-directeur Van Dooremalen zei onlangs op een bijeenkomst voor aandeelhouders dat de onrust in het midden-oosten goed is voor de verkoop en verhuur van offshore-installaties. De mentaliteit die spreekt uit de woorden en daden van IHC Caland is even cynisch als verwerpelijk. Het betreft hier waarschijnlijk Nederlands meest schrijnende geval van maatschappelijk onverantwoord ondernemen.
Dit artikel verscheen in de Haagsche Courant, 6 maart 2003.
Yorick Haan is SP fractievoorzitter in de gemeenteraad van Schiedam en medewerker van de Tweede-Kamerfractie