Gemeente Utrecht
2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
18 Vragen van mevrouw drs. M.C. Moss
(ingekomen 11 maart 2003)
In november, december en januari heeft GroenLinks bij diverse gelegenheden haar zorg uitgesproken over de positie van de ID-ers. Naast hun persoonlijke toekomst hebben wij ons druk gemaakt om de toekomst van de instellingen waar zij werkzaam zijn. Het gevaar dat een instelling activiteiten die maatschappelijk zeer gewaardeerd worden moet stoppen hebben wij als niet denkbeeldig genoemd.
Informatie leert ons nu dat Stadstoezicht één van die instellingen is waar onze vrees bewaarheid lijkt te worden. Wij hebben begrepen dat de hele afdeling opleiding en werving (vijf werknemers) wordt ontslagen. Deze afdeling was bedoeld om nieuwe stadstoezichthouders klaar te stomen. Dit betekent dat er geen nieuwe toezichthouders meer zijn aangetreden en erger, zullen aantreden. De bestaande groep zal enkel slinken, maar niet meer toenemen.
Voor GroenLinks valt dit ontslag en de gevolgen niet te rijmen met de nadruk op veiligheid in het beleid van dit College. Ook zien wij niet hoe deze ontwikkeling past bij het collegestandpunt dat gedwongen ontslagen bij ID-ers moesten worden voorkomen. GroenLinks vindt het belangrijk dat het aantal stadstoezichthouders op sterkte blijft.
Er ligt een afspraak tussen de raad en wethouder Spekman dat de Raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling voor haar maartvergadering een voorstel zou krijgen hoe het college in 2003 de bezuiniging op de ID-banen wil opvangen. Deze afspraak wordt door het College niet nagekomen, zo constateren wij met een blik op de stukken en agenda van de komende commissievergadering. Dit betekent dat alle ID-ers nog een maand langer aan het lijntje worden gehouden en in onzekerheid verkeren.
Dit leidt tot de volgende vragen:
Is onze informatie correct dat Stadstoezicht de vijf medewerkers van de afdeling opleiding en werving ontslaat?
Zo ja, is onze conclusie juist dat hierdoor de komende tijd geen nieuwe stadstoezichthouders opgeleid worden? En dat ook bij het treffen van een tijdelijke regeling het ontstane gat in de opleiding een grote drempel zal zijn voor werving van nieuwe stadstoezichthouders?
Hoeveel ID-plekken zijn al bij Stadstoezicht vacant gekomen sinds het in werking treden van de vacaturestop in juli 2002?
Hoe valt de huidige ontwikkeling bij Stadstoezicht te rijmen met het belang dat het College hecht aan veiligheid, controle en toezicht?
De stichting Stadstoezicht is vast niet de eerste en enige organisatie waar dit probleem zich bij voordoet. Kan het college alvast zicht bieden op de omvang van het aantal ID-plekken dat sinds de zomer 2002 verdwenen is?
Kan het College tevens aangeven waarom zij de afspraak met raad om in maart met voorstellen te komen over de toekomst van de Utrechtse ID-banen niet nakomt?
---- --