Balkenende: "Niet spreken van Nederlands geen criterium voor arbeidsongeschiktheid van allochtonen"
Demissionair minister-president Jan Peter Balkenende vindt dat voor een succesvolle integratie van allochtonen een aantal onderdelen van het Strategisch Akkoord moeten terugkomen in het nieuwe regeerakkoord. "Ik denk dan bijvoorbeeld aan de inkomens- en leeftijdseisen voor gezinshereniging en -vorming", zei de CDA-leider bij de presentatie van het WI-rapport "Investeren in integratie, reflecties rond diversiteit en gemeenschappelijkheid", op zaterdag 8 maart jl. Balkenende zei verder dat het WI-rapport ook een aantal nieuwe voorstellen bevat "die ik graag zal inbrengen in de onderhandelingen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de opmerkingen over taalbeheersing in relatie tot de keuringspraktijk van de WAO: het niet spreken van Nederlands is geen criterium voor arbeidsongeschiktheid."
"Een ander belangrijk voorstel is dat van de schakelklassen", aldus Balkenende. "Het niet laten dobberen van nieuwkomen, maar apart en gericht lesgeven. Op die manier kunnen onderwijsachterstandsgelden veel effectiever worden ingezet. In zijn toespraak zei Balkenende: "Na 2010 zal de vergrijzing inzetten en de arbeidsmarkt - vooral voor hoger opgeleiden - krapper worden. Economisch is dat ongewenst omdat dit de lonen opdrijft, tot verplaatsing van economische bedrijvigheid leidt en zorg en onderwijs onder druk zet. Voor de integratie biedt deze ontwikkeling op arbeidsmarkt echter wel kansen."
"Er komt ruimte voor migranten en allochtonen. Maar, dat geldt alleen als geïnvesteerd wordt in hun scholing, arbeidsparticipatie en er daarnaast sprake is van een niet vrijblijvend inburgerings-, scholings- en werkgelegenheidsbeleid. Gebeurt dat niet, dan dreigt de situatie te ontstaan dat het tekort aan hoger opgeleiden blijft, terwijl er aan de andere kant werkloosheid en isolement is bij minder opgeleiden, waaronder dan veel allochtonen: een tweedeling op de arbeidsmarkt ligt dan op de loer die zich doorzet in de samenleving. Dat zou weer heel slecht zijn voor de integratie."
Balkenende stelde verder: "Religie mag niet worden opgesloten in de nissen van de samenleving. Godsdienstvrijheid behoort tot de centrale verworvenheden van onze democratie. Daar moeten we niet aan tornen."
"Het feit dat er wel eens misbruik gemaakt wordt van de vrijheid van drukpers of de vrijheid van vereniging en vergadering, geeft toch ook geen aanleiding die vrijheden zelf ter discussie te stellen?!", aldus de CDA-leider. "Daarmee zouden we niet de uitwassen beschadigen, maar juist dat wat ons het meest dierbaar is. Alleen al daarom is het verstandiger mèt religies een basis te leggen voor democratie, vrijheidsrechten en solidariteit dan de betekenis van religie te miskennen en te ontkennen. Een dialoog tussen godsdiensten is daartoe nodig. De studie van het WI pleit daar terecht voor."
Volgens Balkenende stelt het rapport "zeer terecht, dat de democratische rechtsstaat niet alleen vrijheidsrechten garandeert en voor belangrijke bestaansvoorwaarden zorgt. De De rechtsstaat verwacht ook iets van mensen. Het gaat daarbij om eisen die appelleren aan mensen om als verantwoordelijke leden van de samenleving te (kunnen) leven en daar een bijdrage aan te kunnen leveren. Zo is er de plicht om bijvoorbeeld in het eigen inkomen te kunnen voorzien, om voor kinderen en levenspartners te zorgen en om te voldoen aan de leerplicht. Aanknopend bij dergelijke plichten stellen de opstellers van het rapport terecht dat het integratiebeleid veeleisend mag en moet zijn."