Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Westelijk Halfrond
Afdeling Midden Amerika en
Caraïbisch Gebied
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
10 maart 2003
Behandeld
mr. C.D.L. van der Laan
Kenmerk
DWH/MC-073/03
Telefoon
(070) 348 60 62
Blad
1/5
Fax
(070) 348 54 72
Bijlage(n)
1
E-Mail
cdl-vander.laan@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de leden Tjon-A-Ten en Koenders over de mensenrechtensituatie in Suriname
Graag bied ik u hierbij, mede namens mijn ambtgenoot van Justitie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Tjon-A-Ten en Koenders over de mensenrechtensituatie in Suriname. Deze vragen werden ingezonden op 12 februari 2003 met kenmerk 2020307160.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Donner, mMinister van Justitie, op vragen van de leden Tjon-A-Ten en Koenders.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de rapportage van Amnesty International over de mensenrechtensituatie in Suriname?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Zo ja, hoe beoordeelt u deze rapportage?
Antwoord
De rapportage van Amnesty International bevestigt mijn indruk dat de huidige situatie van de mensenrechten in Suriname reden geeft tot enige zorg. Amnesty International geeft aan dat Suriname ook heden ten dage een aantal regels of verplichtingen ingevolge het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (het BuPo-verdrag) niet volledig naleeft. Zo wordt in het rapport onder andere gewezen op de slechte omstandigheden in de Surinaamse gevangenissen en het gebrekkige
justitiële systeem in Suriname.
Ik deel het oordeel van Amnesty International dat het een goede zaak is dat Suriname vooruitgang boekt in het onderzoek naar de decembermoorden. Daarbij spreek ik de hoop uit dat de huidige Surinaamse regering, naast het verrichten van een gedegen onderzoek naar de decembermoorden, ook de vervolging en berechting ervan, alsmede die van andere mensenrechtenschendingen uit het verleden voortvarend ter hand zal nemen.
Vraag 3
Bent u van plan naar aanleiding van de rapportage van Amnesty International actie te ondernemen ter verbetering van de situatie van gedetineerden met de Nederlandse nationaliteit in Surinaamse gevangenissen?
Antwoord
Ja, ik heb mij in het verleden reeds bereid getoond te assisteren bij het aanbrengen van concrete verbeteringen in de situatie in de Surinaamse gevangenissen, waarvan alle gedetineerden, ongeacht hun nationaliteit, profiteren. Dat laat uiteraard onverlet dat de primaire verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Surinaamse autoriteiten.
Vanuit de Nederlandse ambassade in Paramaribo zijn vorig jaar aan de cellenhuizen Limesgracht en Nieuwe Haven boeken beschikbaar gesteld voor het opzetten van een (kleine) bibliotheek en werden ook verf en kwasten verstrekt om de bibliotheek van Limesgracht een wat prettiger aanzien te geven. Gevangenis Hazard te Nickerie heeft begin december verf en overig materiaal gekregen ter waarde van 1.500 Euro om het gehele complex een opknapbeurt te kunnen geven. Het gehele jaar door hebben alle cellenhuizen schoonmaakmiddelen (zeep, dweilen, schrobbers) van de ambassade verstrekt gekregen.
Voor wat betreft de Nederlandse gedetineerden merk ik op dat zij allen binnen drie werkdagen na de arrestatie worden bezocht door een medewerker van de ambassade. Bij dit bezoek wordt de informatiebrochure "Gearresteerd in Suriname" overhandigd en een pakketje toiletartikelen. Alle Nederlandse gedetineerden ontvangen maandelijks een gift van 30 Euro. Vervolgens worden alle gedetineerden eenmaal per zes weken bezocht door de medewerkers van de ambassade en worden zij voorzien van kranten en tijdschriften. Tijdens deze bezoeken worden eventueel aanwezige knelpunten of problemen met de leiding van de inrichting, of indien nodig op een hoger niveau, besproken. Daarnaast vraagt de ambassade bij de Surinaamse autoriteiten met regelmaat aandacht voor de medische verzorging van de Nederlandse gedetineerden.
Bij de omstandigheden in de gevangenissen moet nog worden aangetekend dat het grootste deel van de Nederlanders dat in de gevangenis zit, van Surinaamse afkomst is en in Suriname familie heeft wonen. De meeste Nederlandse gedetineerden krijgen derhalve regelmatig bezoek van deze familieleden.
Vraag 4
Geeft de rapportage van Amnesty International u aanleiding tot hernieuwde zorg over de mensenrechtensituatie in Suriname?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Op welke wijze kunt en wilt u Suriname ondersteunen ter verbetering van de mensenrechtensituatie in Suriname?
Antwoord
Nederland biedt Suriname ten behoeve van het Surinaamse onderzoek naar de decembermoorden reeds technische bijstand.
Na het herstel in 2000 van de ontwikkelingsrelatie met Suriname hebben Nederland en Suriname een zestal sectoren geïdentificeerd waarin zal worden samengewerkt. Eén van deze sectoren is de sector Bestuur met daarbinnen de subsector Versterking van de rechtsstaat. Binnen deze sector is een aantal prioritaire projecten aangewezen zoals versterking van de rechterlijke macht, opleiding voor degenen die met delinquentenzorg zijn belast alsmede het verstrekken van benodigdheden voor gedetineerden. Via het zogenaamde Startfonds stelt Nederland onder andere ten behoeve van deze projecten financiële middelen aan Suriname ter beschikking. Op basis van een op te stellen sectoranalyse en sectorbeleid zal tot een verdere, meerjarige committering van verdragsmiddelen worden overgegaan.
Zie o.a. Metro, 7 februari jl. In deze kritische rapportage wordt er wederom op gewezen dat schendingen van de mensenrechten in het verleden onbestraft blijven. Daarnaast wijst het rapport op de huidige schendingen van rechten van onder andere gedetineerden, het gebrekkige justitiële systeem en de behandeling van minderheden in Suriname.
===