UWV
Vermogen WW-fondsen loopt op
10 maart 2003
Vermogen WW-fondsen loopt op
Het totale vermogen van de WW-fondsen neemt in 2003 toe tot 6,9
miljard euro, tegenover 6,8 miljard euro in 2002. De uitgangspositie
van de WW-fondsen is daarmee aanzienlijk beter dan ten tijde van de
conjuncturele neergang begin jaren negentig. De oplopende werkloosheid
hoeft vooralsnog dan ook niet te leiden tot een verhoging van de
totale WW-premie. Dit stelt UWV in de Februarinota financiële
ontwikkeling UWV-fondsen 2002-2003.
De groei van de werkloosheid wordt het eerst zichtbaar in de
wachtgeldfondsen waaruit het eerste halfjaar van de WW-uitkering wordt
betaald. De lasten van deze wachtgeldfondsen nemen toe van 1,7 miljard
euro in 2002 naar 2,2 miljard euro in 2003. Na een halfjaar worden
WW-uitkeringen betaald uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf).
Omdat de AWf-premie al een aantal jaren fors hoger is vastgesteld dan
met het oog op de inhoud van de fondsen noodzakelijk is, is een
aanzienlijk positief saldo ontstaan. Eind 2003 bedraagt het vermogen
van het AWf naar verwachting 6,7 miljard euro. Dit biedt de
mogelijkheid om tegenover eventuele premiestijgingen voor de
wachtgeldfondsen een premieverlaging voor het AWf te stellen. Ook het
vermogen van de arbeidsongeschiktheidsfondsen is aanzienlijk en
vertoont in 2003 een lichte groei: van 4,2 miljard euro in 2002 naar
4,5 miljard euro in 2003.
UWV informeert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid drie
maal per jaar over de volumeontwikkeling en de financiële ontwikkeling
van de door UWV beheerde fondsen voor de werknemersverzekeringen, in
februari, juni en oktober. De notas geven een actueel beeld van de
ontwikkelingen in onder meer de Wachtgeldfondsen (Wgf), het Algemeen
Werkloosheidsfonds (AWf), het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (UfO)
waaruit sinds 1 januari 2001 zieke en werkloze overheidswerknemers
worden betaald, het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en het
Reïntegratiefonds (Rf).
---
Noot voor de redacties,