Sociaal en Cultureel Planbureau
Sociaal en Cultureel Planbureau
tel: 070-3407000, fax: 070-3407044
postbus 16164, 2500 BD, Den Haag
Jaarboek ICT en samenleving 2003
Oude en nieuwe ongelijkheden in gebruik ICT
* Het aandeel van de bevolking van 18 jaar en ouder dat thuis kan
internetten steeg van 21% in 1998 naar 59% in 2001. In dezelfde
periode steeg het personal computer(pc)-bezit van 58% naar 72% en
het bezit van een mobiele telefoon van 32% naar 84%.
* Onder pc-bezitters en mensen met toegang tot internet zijn nog
steeds de volgende groepen ondervertegenwoordigd: personen in
huishoudens met een laag inkomen, (alleenstaande) vrouwen,
65-plussers, mensen met een laag opleidingsniveau en allochtonen.
De verschillen tussen jongeren en ouderen werden tussen 1998 en
2001 zelfs groter.
* Allochtone jongeren hebben een achterstand in toegang tot ict in
vergelijking met hun autochtone leeftijdsgenoten.Deze achterstand
heeft vooral te maken met hun relatief lage sociaal-economische
positie.
* Nieuwe ongelijkheden in de informatiesamenleving hangen samen met
het moment waarop Nederlanders een pc hebben aangeschaft. Wie dat
al vroeg deed, houdt een voorsprong bij het gebruik.
* Internet vormt geen bedreiging voor sociale netwerken, maar biedt
juist nieuwe mogelijkheden om netwerken te ondersteunen.
* Het aantal personen dat thuis elektronisch winkelt, groeide van 2%
van de bevolking in 1998 naar 11% in 2000, maar de economische
relevantie van e-commerce blijft gering: de omzet in de e-commerce
bedraagt slechts 0,2% van het totaal aan consumptieve bestedingen
in 2000.
* Internet biedt politiek-maatschappelijke organisaties nieuwe
mogelijkheden voor onder meer ledenwerving en het organiseren van
acties.
* Musea en podia kunnen door hun webpresentatie nieuw publiek
trekken.
* Ict draagt bij aan een gemiddelde stijging van de kwaliteit van de
arbeid, maar versterkt ook de ongelijkheid tussen mensen met en
mensen zonder aantrekkelijke arbeidsmarktpositie.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het Jaarboek ICT en
samenleving 2003. De sociale dimensie van technologie dat vandaag
wordt aangeboden aan burgemeester Deetman van Den Haag, voorzitter van
EPN Platform voor de Informatiesamenleving. Het Jaarboek, dat
verschijnt bij uitgeverij Boom, is een samenwerkingsproject van het
Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Fontys Hogeschool, NWO/MES en
het programma Social Quality Matters (SQM), dat is ondergebracht bij
het Kenniscentrum Grote Steden. Onder redactie van dr. Jos de Haan
(SCP) en dr. Jan Steyaert (Fontys Hogeschool) gaat in dit jaarboek een
aantal wetenschappelijke onderzoekers nader in op de gevolgen van
ict-ontwikkelingen voor de samenleving. Zo wordt onder meer aandacht
besteed aan de relatie tussen ict en sociale ongelijkheid, ict en de
multiculturele samenleving, ict en de onderlinge relaties tussen
mensen, de betrouwbaarheid van internetinformatie en de ontwikkelingen
rond de e-commerce.
Oude ongelijkheden
Mannen, jongeren en autochtonen, alsook mensen met een relatief hoog
opleidingspeil en/of inkomen lopen voorop bij de aanschaf van
ict-producten. De verschillen tussen mannen en vrouwen, hoger en lager
opgeleiden en tussen personen met een laag en een hoog inkomen zijn
tussen 1998 en 2001 kleiner geworden, maar die tussen jongeren en
ouderen juist groter. Nader onderzoek onder jongeren leert dat de
achterstand van allochtonen ten opzichte van autochtonen weinig te
maken heeft met hun etnische achtergrond, maar vooral een gevolg is
van hun relatief lage sociaal-economische positie.
Nieuwe ongelijkheden
De opmars van internet brengt nieuwe ongelijkheden met zich mee.
Personen die al vroeg in het bezit waren van een personal computer
hebben een duurzame voorsprong op de achterblijvers. De voorlopers
hebben thuisvaker een internetaansluiting, gebruiken de pc frequenter
en zijn vaardiger in de omgang met pc en internet. Hierdoor is er voor
hen ook geen psychologische drempel meer om van ict gebruik te maken.
De voorhoede van de informatiesamenleving heeft door het
internetgebruik meer nieuwe contacten gelegd op basis van gedeelde
interesses. Het opgebouwde internetvertrouwen leidt er bovendien toe
dat zij frequenter elektronisch winkelen dan andere gebruikersgroepen.
Digitale netwerken ondersteunen sociale netwerken
Het toenemend gebruik van internet en mobiele telefoons vormt soms
aanleiding voor bezorgdheid over de kwaliteit van onze sociale
netwerken. Toch scheppen de digitale mogelijkheden eerder nieuwe
kansen voor communicatie dan dat zij bijdragen aan bijvoorbeeld
vereenzaming. Internet wordt weliswaar veel gebruikt voor surfen en
spelletjes, maar ook voor e-mail en chatten. Onduidelijk is nog of de
internettijd ten koste gaat van tijd die eerder besteed werd aan
televisie, lezen, deelname aan verenigingsleven of een andere
activiteit.
E-commerce groeit, maar blijft klein
Het elektronisch winkelen door Nederlanders ging van 2% van de
bevolking in 1998 naar 11% in 2001. De e-consumerende burger is jong,
man en welvarend. De economische relevantie van e-commerce blijft
echter gering. Het aandeel van de e-commerce omzet bedraagt slechts
0,2% van de totale 192,3 miljard euro aan consumptieve bestedingen van
Nederlandse huishoudens in 2000. Producten en diensten die on line
gekocht worden, vereisen geen face-to-face contact en kenmerken zich
door een klein risico en goede digitaliseerbaarheid. De belangrijkste
motieven voor internetgebruikers om juist niet on line te kopen zijn
fun shopping (naar de winkel gaan is leuker of makkelijker) en de
vrees voor onvoldoende veiligheid van creditcardgegevens of gebrekkige
kwaliteit van producten. Financiële belemmeringen en gebrek aan
digitale vaardigheden spelen minder vaak een rol.
Vertrouwen in internetinformatie hangt af van de bron/auteur
Het inschatten van de betrouwbaarheid van internetinformatie is een
probleem dat samenhangt met de aard van het nieuwe medium. Om de
betrouwbaarheid van bijvoorbeeld medische informatie in te schatten
gebruiken zowel medici als niet-medici de auteur of de bron van de
informatie (c.q. diens gezag of het gezag van zijn achtergrond) als
criterium. Bij niet-medici speelt bovendien de presentatie van de
website (professionaliteit, consistentie, overzichtelijkheid) een
belangrijke rol. Niet-medici zijn sceptisch over maatregelen
(bijvoorbeeld certificaten en codes) om de kwaliteit van
internetinformatie te waarborgen of te vergroten. Medici zijn juist
wel enthousiast over dergelijke maatregelen.
Ict draagt bij aan de kwaliteit van de arbeid
Mede onder invloed van de verspreiding van ict is de kwaliteit van de
arbeid gemiddeld toegenomen. Dit gebeurde vooral in organisaties waar
de introductie van ict samenging met de verruiming van mogelijkheden
tot zelfstandig werken in teamverband en een sterkere nadruk op
vakmanschap. Personen die al een aantrekkelijke arbeidsmarktpositie
innamen, profiteren extra van de nieuwe technologische mogelijkheden.
Hierdoor wordt de ongelijkheid tussen personen mét en personen zónder
aantrekkelijke arbeidsmarktpositie verder versterkt.
Nieuwe mogelijkheden voor politiek-maatschappelijke organisaties
Door het aanbieden van informatie via allerlei kanalen, zoals
websites, digitale nieuwsbrieven, e-maillijsten maar ook via de meer
traditionele media zoals krant, radio en televisie, kunnen
politiek-maatschappelijke organisaties hun (alternatieve) visie op de
werkelijkheid duidelijk overbrengen. Ze kunnen gemakkelijker acties
organiseren en mensen mobiliseren voor bijvoorbeeld e-mailpetities en
virtuele demonstraties. Met deze nieuwe mogelijkheden kunnen deze
organisaties verschillende facetten van het beleidsproces beïnvloeden,
zoals bijvoorbeeld de agendavorming.
Voortzetting van bestaande ongelijkheid bij de cultuur op het web
In korte tijd hebben veel culturele instellingen zich op het web
gemeld. De digitalisering van de culturele sector gaat gepaard met een
voortzetting van bestaande ongelijkheden. Grotere musea bieden meer
vormen van informatie op hun websites aan dan kleinere musea. En musea
die een breder informatieaanbod op hun site aanbieden, trekken ook
meer internetbezoekers.
Inhoud Jaarboek ICT en samenleving 2003
1 Ict en samenleving: Jos de Haan en Jan Steyaert
2 Sociale ongelijkheid en ict: Jos de Haan
3 Je chat met de hele wereld, maar kent je buurman niet meer: Jan
Steyaert
4 Burger-engagement in de digitale wereld: Valerie Frissen
5 Ict in de multiculturele samenleving: Leen dHaenens
6 Betrouwbaarheid van internetinformatie: Anton Vedder
7 E-commerce: Vincent Fructuoso van der Veen en Jos de Haan
8 Ict en de organisatie van arbeid, Bram Steijn
9 Digitale communicatie door culturele instellingen een inhoudsanalyse
van websites van theaters en musea: Andries van den Broek, Jolijn
Broekhuizen en Frank Huysmans
Jaarboek ICT en samenleving 2003. De sociale dimensie van technologie
Jos de Haan en Jan Steyaert (red.)
Amsterdam: Uitgeverij Boom, maart 2003
ISBN 90 5352 903 9, 208 pag.
20,
De publicatie is uitsluitend verkrijgbaar via de boekhandel.
vragen en opmerkingen over deze pagina? Mail ze naar info@scp.nl