Provincie Noord-Holland

Ontwikkelingsplanologie: Provincies aan de slag Haarlem, 6 maart 2003 - Wat gedeputeerde Meijdam van de provincie Noord-Holland betreft komt boven het onderdeel Ruimtelijke Ordening van het collegeprogramma de Rotterdamse havenkreet "niet lullen, maar poetsen" te staan.

Sinds de laatste loketten bij de provincie voor paspoorten en rijbewijzen verdwenen zijn is voor de burger de provincie als bestuurslaag achter de horizon verdwenen.

Ondanks het bestaan van een bloeiende provinciaal wegennet, regionale groenvoorzieningen of provinciale monumenten waar de provincies wel degelijk actief zijn en waar honderdduizenden Noord-hollanders dagelijks van genieten blijft het imago van provincies dat van een saaie bestuurslaag, een regenteske bestuurscultuur met bestuurders in een krijtstreep in een statig en rustig provinciehuis.

Juist of niet; de kiezer heeft altijd gelijk en blijft dus jaar en dag in steeds grotere getale weg bij de provinciale verkiezingen met als dieptepunt de statenverkiezingen van 1999 waar ruim de helft van de kiezers thuis bleef.

Als het aan mij ligt gaat dat drastisch veranderen.De provincie Noord-Holland pakt het gedachtegoed van de Vijfde Nota en de nieuwe Wet Ruimtelijk Ordening op waarin een harde noot gekraakt wordt over achterblijvende realisering van ruimtelijke plannen.

Uitvoeren, uitvoeren en nog eens uitvoeren dat wordt voortaan de essentie van onze provinciale ruimtelijke ontwikkelingsstrategie

Een strategie die is gestoeld op 4 pijlers: Gezag, Geld, Grond en Gebiedsgericht werken.Gezag vereist een blik naar buiten met een houding die niet schuwt om vooroplopend het maatschappelijk debat aan te gaan met burgers, marktpartijen en maatschappelijke organisaties over gevoelige ruimtelijke vraagstukken op regionale schaal, zoals nieuwe wegen of stedelijke verdichting.

Daarbij de nek durven uitsteken en niet terugvallen op veilige stellingnames in een streekplan maar het eindresultaat van het debat laten tellen en in een gemeenschappelijk gedragen visie vastleggen.

Het betekent ook dat de provincie graag organiseert dat die partijen bij elkaar gebracht worden die er bij een oplossing toe doen of dat nou om geld, grond, of de juiste bevoegdheden gaat. In de praktijk heeft dit al tot verrassende samenwerkingsinitiatieven geleid met belangenorganisaties als ANWB, VNO/NCW en Natuurmonumenten.

Door koppelingen te leggen tussen bijvoorbeeld wegen, woon- en werkfuncties en de belangen van waterberging wordt meerwaarde bereikt. Met goede inpassing in het landschap en compenserende natuur wordt deelname van die partijen bereikt in het ontwikkelingsproces.

Het biedt ook de particuliere markt de mogelijkheid meer te doen dan belangenbehartiging en te kijken naar economische rendementen. Als ze maar bereid zijn over de schutting heen te kijken en maatschappelijk te ondernemen.

Wat het geld betreft is de provincie niet bang berekende financiele risicos te lopen bij noodzakelijke investeringen met onrendabele toppen of investeringen te doen waarbij een hoog maatschappelijk afbreukrisico bestaat.

Voor-investeringen door de provincie waardoor een multiplier ontstaat leidend tot een veelvoud van private investeringen door marktpartijen kan het tekortaan eigen middelen deels teniet doen.

Tenslotte moet de provincie maatschappelijk gevoelige discussies over zaken als de beprijzing van wegen naar tijd en plaats ( dynamische kilometerheffing of tolheffing ) als aanvulling van provinciale geldmiddelen niet op voorhand uit de weg gaan.

Steeds belangrijker wordt de factor grond: ik wil het strategische grondbeleid beter inzetten door vroeg op mogelijk ruimtelijke ontwikkelingen in te springen om zo de uitvoering te kunnen versnellen. Immers wie grond heeft, heeft macht.

Elk vraagstuk vereist zijn eigen maatwerkoplossing en vraagt daarom ook van ons een gebiedsgerichte aanpak; het oplossen van de mobiliteitsproblemen in het zuiden van de provincie vergt een andere rol dan de ontwikkeling van een glastuinbouwproject in het noorden; een andere dynamiek en andere maatschappelijke krachten

Dit alles vraagt om bestuurders die bereid zijn hun nek uit te steken. Bestuurders ook die verder durven te kijken dan hun eigen collegeperiode omdat nou eenmaal complexe vraagstukken soms wel 10 of 20 jaar in beslag nemen.

Het vraagt ook om een ambtenarenapparaat dat is ingericht op uitvoeringsprocessen , dat de ramen van hun kantoor openzet en is voorzien van nieuwe vaardigheden als onderhandelingstaktieken, publiek-private samenwerkingsvormen en grondbeleid.

Er gaat dus nogal wat veranderen. Aals het aan mij ligt wordt het een stuk spannender bij de provincie; minder krijtstrepen en meer burgers in het provinciehuis. Burgers kiezen pas als het spannend wordt. Ze weten de weg naar het provinciehuis wel degelijk te vinden als het gaat om hun belangen bij belangrijke regionale zaken als de A6-A9 verbinding door de Oudekerkerplas of een weg over de Bussummer heide, ook al is dat om te protesteren;

De provincie telt dus wel degelijk mee!
De wegblijvende kiezer op 11 maart a.s. is gewaarschuwd.

Henry Meijdam, VVD-gedeputeerde voor Ruimtelijke Ordening, provincie Noord-Holland
Marcel van Kanten 6-3-2003 14:45:00