Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Personenverkeer, Migratie en Vreemdelingenzaken

Afdeling Justitiele en Politiele Samenwerking (DPV/JP)

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

6 maart 2003

Behandeld

drs. E.M. Driessen


Kenmerk

DPV/JP-059/03

Telefoon


+31 (0)70 3486860


Blad

1/2

Fax


+31 (0)70 3484006


Bijlage(n)

Verslag HLWG d.d. 12 februari.

E-Mail

edo.driessen@minbuza.nl


Betreft

HLWG Asiel en Migratie

Zoals aan uw Kamer is toegezegd tijdens het Algemeen Overleg inzake de Werkgroep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie (HLWG) d.d. 18 mei 2000, gaat u hierbij, mede namens de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en de Staatssecretaris voor Europese Zaken, het verslag toe van de HLWG bijeenkomst van 12 februari 2003.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

VERSLAG VAN DE BIJEENKOMST VAN DE WERKGROEP OP HOOG NIVEAU VOOR ASIEL EN MIGRATIE (HLWG) OP 12 FEBRUARI 2003 TE BRUSSEL

Samenvatting
De HLWG is verder ingegaan op de uitwerking van de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 18 en 19 november betreffende nauwere samenwerking inzake migratiebeheer met een aantal geselecteerde derde landen. Tijdens de plenaire bijeenkomst van de HLWG heeft de Commissie teruggekoppeld over een expertbijeenkomst inzake Libië, Marokko, Tunesië en Turkije en is de verdere gang van zaken besproken. Tevens heeft het Voorzitterschap concept-Raadsconclusies opgesteld inzake het verband tussen migratie en ontwikkeling en deze voor een eerste bespreking aan de HLWG voorgelegd.

Verslag

1. Versterkte samenwerking met derde landen op het gebied van migratiebeheer

De Commissie heeft een terugkoppeling gegeven van de expertbijeenkomst inzake nauwere samenwerking op het gebied van migratiebeheer met Libië, Marokko, Tunesië en Turkije. Het door de Commissie opgestelde fiche betreffende de communautaire betrekkingen met deze landen is aangevuld met het overzicht van de bilaterale betrekkingen tussen de lidstaten en deze landen op dit gebied, alsook de aanbevelingen uit de rapporten van de missiehoofden. Het werk dat nu wordt verricht, zal de basis gaan vormen voor oriënterende vergaderingen met deze landen. Ook dient vanuit de regionale benadering, welke ook in de Raadsconclusies van november is vervat, aandacht te worden besteed aan de overige landen in de betrokken regio. Het fiche dient derhalve te worden uitgebreid met informatie inzake Algerije, Egypte, Libanon en Syrië. De delegaties is verzocht hiertoe de benodigde inbreng te leveren.

Nederland heeft het herziene fiche verwelkomd en heeft verzocht de opbouw van asielsystemen in deze landen expliciet in het fiche te vermelden. Ook dient terug- en overname hierin te worden opgenomen. Voorts dienen de inspanningen, waar mogelijk, in samenhang te worden bezien in het licht van het Barcelonaproces, alsook het toetredingsproces. Nederland heeft aangegeven dat er aandacht moet zijn voor de dubbele problematiek van de betreffende landen die zowel land van herkomst, als land van doorreis zijn. Dit vereist een gedifferentieerde aanpak.

Tenslotte heeft de Commissie aangegeven dat ook reeds moet worden aangevangen met de voorbereidingen voor samenwerking met de overige landen die in de Raadsconclusies van november zijn vermeld. Er zal terzake dan ook een tweede expertbijeenkomst worden georganiseerd met betrekking tot Albanië en de Voormalige Republiek Joegoslavië.

2. Migratie en Ontwikkeling

Het Voorzitterschap heeft concept-Raadsconclusies opgesteld inzake de band tussen migratie en ontwikkeling. Tijdens de zitting is de tekst in eerste lezing besproken. De Raadswerkgroep Ontwikkelingssamenwerking zal parallel aan de besprekingen van de HLWG een tweede tekst bespreken, welke met de tekst van de HLWG zal worden samengevoegd. Het Voorzitterschap is voornemens de tekst in een gezamenlijke zitting van de HLWG en de Raadswerkgroep Ontwikkelingssamenwerking te bespreken. Hoewel Nederland een aantal op- en aanmerkingen heeft, kan in zijn algemeenheid worden gesteld dat de tekst een goede basis biedt om te komen tot nadere voorstellen op het gebied van migratie en ontwikkeling. Hierin zal aandacht moeten zijn voor de effecten van migratie op ontwikkelingslanden, alsook de mogelijke invloed van ontwikkelingsbeleid op de migratieproblematiek.

===