UWV
6 maart 2003
Aantal WAO-aanvragen neemt af
UWV heeft 2.500 complete reïntegratieverslagen ontvangen
UWV (Uitvoering Werknemersverzekeringen) heeft 2500 complete
reïntegratieverslagen binnengekregen tot eind februari in het kader
van de Wet Verbetering Poortwachter. In 7.500 gevallen is het verslag
incompleet of er is geen verslag opgestuurd. UWV vermoedt dat
werkgevers en werknemers nog moeten wennen aan de Wet Verbetering
Poortwachter. Wel constateert UWV dat het aantal WAO-aanvragen mede
dankzij Poortwachter afneemt. Dit komt onder meer doordat veel
werkgevers en werknemers (ruim 700 in januari) een verlenging van de
wachttijd voor de WAO aanvragen, waardoor de WAO-aanvraag wordt
uitgesteld. Daarnaast zijn uitzendkrachten korter ziek dan voorheen.
Dit blijkt uit de eerste cijfers van UWV over de Wet Verbetering
Poortwachter.
Poortwachter: verantwoordelijkheid bij werkgever en werknemer
Met de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter in april 2002 is
de verantwoordelijkheid voor de reïntegratie bij de werkgever en
werknemer komen te liggen. Zij moeten na acht maanden een
reïntegratieverslag indienen bij UWV, samen met de WAO-aanvraag. In
dit verslag moet staan hoe zij werken aan de reïntegratie van de
werknemer. Per 1 januari zijn de eerste verslagen bij UWV
binnengekomen. UWV toetst of werkgever en werknemer voldoende
inspanningen hebben geleverd om de zieke werknemer weer aan het werk
te helpen. Daarnaast is er een groep werknemers zonder werkgever. Dit
betreft uitzendkrachten en ww-ers. Artsen van UWV fungeren als
arboarts voor deze groep.
2500 complete reïntegratieverslagen
Van de 15.000 WAO-aanvragen gingen 2500 vergezeld van een compleet
reïntegratieverslag. Vijfduizend aanvragen voor de WAO betreft
aanvragen van werknemers zonder werkgever of van mensen die voor 1
april 2002 ziek werden en waarvoor geen reïntegratieverslag is
vereist. Bij 7.500 aanvragen is geen verslag of een onvolledig verslag
meegestuurd. UWV vindt een verslag onvolledig als er cruciale
onderdelen ontbreken, zoals een plan van aanpak om de werknemer te
reïntegreren. UWV neemt in dit geval contact op met de werkgever, de
arbodienst en/of de werknemer om te achterhalen waarom zij geen of een
onvolledig reïntegratieverslag hebben meegestuurd en om hen erop te
attenderen dat dit binnen 14 dagen alsnog moet gebeuren. UWV vermoedt
dat werkgevers en werknemers nog moeten wennen aan de Wet Verbetering
Poortwachter en verwacht dat de meeste werkgevers en werknemers alsnog
een volledig reïntegratieverslag opsturen. Gebeurt dit niet dan kan
UWV niet beoordelen of er voldoende reïntegratieinspanningen zijn
geleverd. Blijft de werkgever in gebreke, dan moet de werkgever het
loon voor de zieke werknemer doorbetalen. Blijft de werknemer in
gebreke, dan neemt UWV de aanvraag voor de WAO niet in behandeling.
850 reïntegratieverslagen goedgekeurd, 130 als onvoldoende
beoordeeld
Van de 2500 complete verslagen die UWV heeft ontvangen (waarvan veel
pas de tweede helft van februari), heeft zij tot nu toe van 1000
verslagen getoetst of de werkgever en werknemer voldoende
reïntegratieinspanningen hebben geleverd. Heeft de werkgever
onvoldoende gedaan, dan kan UWV besluiten dat zij de WAO-aanvraag niet
in behandeling neemt. De werkgever moet het loon doorbetalen van de
werknemer gedurende 4 maanden tot 1 jaar. De werkgever moet in deze
periode alsnog proberen om de werknemer voldoende te reïntegreren.
Heeft de werknemer onvoldoende gedaan, dan kan UWV wanneer de
werknemer in aanmerking komt voor een WAO-uitkering, besluiten om
tijdelijk te korten op de uitkering.
Van de 1000 getoetste reïntegratieverslagen, zijn 850 goedgekeurd. In
130 gevallen vond UWV dat de reïntegratie-inspanningen onvoldoende
zijn geweest en heeft zij besloten dat de werkgever het loon van de
werknemer moet doorbetalen. De meeste verslagen (57) zijn als
onvoldoende beoordeeld omdat zowel werkgever als de arbodienst te
weinig inspanningen hebben geleverd voor de reïntegratie. In 48
situaties moet de werkgever het loon doorbetalen omdat er ook na twee
weken geen of een onvolledig reïntegratieverslag is opgestuurd,
waardoor UWV de inspanningen niet kon beoordelen.
Aantal WAO-aanvragen daalt
In de eerste 8 weken van 2003 heeft UWV 15.000 WAO-aanvragen
ontvangen, per maand was het gemiddeld 9.000 aanvragen. Dit is
aanmerkelijk minder dan in 2002 , toen UWV gemiddeld 12.500 aanvragen
voor de WAO per maand binnen kreeg. Overigens betekent een aanvraag
voor de WAO nog niet dat iemand de WAO instroomt. Hiervoor moet UWV
eerst de aanvraag beoordelen.
Ruim zevenhonderd verlengingen van de wachttijd voor de WAO
Ruim zevenhonderd verzoeken van werkgevers en werknemers hebben in
januari 2003 geleid tot een verlenging van de wachttijd voor de
aanvraag van de WAO. Deze mogelijkheid bestaat sinds de
inwerkingtreding van de Wet Poortwachter. Sinds zomer 2002 is het
aantal verzoeken gestaag opgelopen. Het verlengen van de wachttijd
houdt in dat een werknemer afziet van het aanvragen van een WAO, maar
dat de werkgever loon doorbetaalt en dat zij doorwerken aan de
reïntegratie. Een werkgever en werknemer kunnen op deze manier de
WAO-aanvraag maximaal een jaar uitstellen.
Uitzendkrachten zijn korter ziek
De duur van het ziekteverzuim van uitzendkrachten is gedaald. Van de
180.000 zieke uitzendkrachten na 1 april 2002 was 24,5 procent langer
dan een week ziek, ten opzichte van 26,7 in 2001. Ook zijn sinds 1
april vorig jaar veel minder uitzendkrachten langer dan 6 weken ziek,
namelijk 6,7 procent in 2002 tegen 7,4 procent in 2001. UWV verzorgt
de arborol voor deze groep. Naar aanleiding van de Wet Verbetering
Poortwachter heeft UWV de controle en de begeleiding bij ziekte
geïntensiveerd.
---
---
Noot voor de redactie,