UNESCO-persbericht 2003-16
POLITIEKE INACTIVITEIT VERERGERT WATERCRISIS,
ALDUS WORLD WATER DEVELOPMENT REPORT
Eerste VN-brede evaluatie van wereldwaterbronnen
Parijs, 5 maart - Gezien de "inactiviteit op het besluitvormend niveau" zal de wereldwijde watercrisis de komende jaren niet eerder vertoonde hoogten bereiken, met een "groeiend tekort aan water per hoofd van de bevolking in vele ontwikkelingslanden", volgens een VN-rapport dat vandaag verschenen is. Watervoorraden zullen gestaag afnemen door bevolkingsgroei, milieuvervuiling en klimaatverandering.
Het World Water Development Report - Water for People, Water for Life - is het meest veelomvattende up-to-date overzicht van deze natuurlijke hulpbron. Vlak voor aanvang van het derde Wereld Water Forum (Kyoto, Japan, 16 t/m 23 maart) is het gepresenteerd. Het is de belangrijkste intellectuele bijdrage aan dat Forum en aan het Internationaal Zoetwaterjaar (www.wateryear2003.org), dat wordt gecoördineerd door de UNESCO en de afdeling Economische en Sociale Zaken van de VN.
Bij het samenstellen van het rapport werkten alle VN-agentschappen en -commissies die zich met water bezighouden voor het eerst samen om de vooruitgang in kaart te brengen met betrekking tot water-gerelateerde doelstellingen op de gebieden gezondheid, voedsel, ecosystemen, steden, industrie, energie, risicomanagement, economische evaluatie, het delen van voorraden en governance. De 23 VN-partners werken samen in het World Water Assessment Programme (WWAP), waarvan de UNESCO het secretariaat voert.
"Van alle maatschappelijke en natuurlijke crises waaraan de mensheid het hoofd moet bieden, is een oplossing voor de watercrisis het belangrijkst voor ons overleven en dat van de planeet Aarde," aldus UNESCO's Directeur-Generaal, Koïchiro Matsuura.
"Geen regio is immuun voor deze crisis, die elk aspect van het menselijk leven omvat, van de gezondheid van kinderen tot het in staat zijn van landen om te voldoen aan de voedselbehoefte van hun bevolking", vervolgt de heer Matsuura. "Watervoorraden worden steeds kleiner, terwijl de waterbehoefte drastisch stijgt in een onhoudbaar tempo. Naar verwachting daalt de gemiddelde watervoorraad per persoon de komende jaren wereldwijd met eenderde."
Ondanks het feit dat de bewijzen voor de crisis alomtegenwoordig zijn, is de politieke wil om deze trends om te keren onvoldoende aanwezig. Op een reeks internationale conferenties werd de afgelopen 25 jaar aandacht besteed aan vele aspecten van water, inclusief manieren om de water- en sanitaire voorzieningen te verzorgen die de komende jaren nodig zijn.
UNESCO-persbericht 2003-16(2)
Verschillende doelen werden gesteld om het waterbeheer te verbeteren, maar "bijna geen enkele", aldus het rapport, "is bereikt."
"Problemen van houding en gedrag liggen ten grondslag aan de crisis," vervolgt het rapport: "Inactiviteit op besluitvormend niveau, en een wereldbevolking die zich niet of nauwelijks bewust is van de omvang van het probleem hebben ervoor gezorgd dat niet tijdig actie werd ondernomen".
Veel landen en gebieden verkeren al in een crisissituatie. Het rapport rangschikt meer dan 180 landen en gebieden op de beschikbare hoeveelheid vernieuwbaar water per hoofd van de bevolking. Dat betekent al het water dat in omloop is aan de oppervlakte, in de grond of de diepe bodem (zie tabel 1).
Het armst in termen van de beschikbaarheid van water is Koeweit (met 10 m³ per persoon per jaar), gevolgd door de Gazastrook (52 m³), de Verenigde Arabische Emiraten (58 m³), de Bahamas (66 m³), Qatar (94 m³), de Malediven (103 m³), Libië (113 m³), Saoedi-Arabië (118 m³), Malta (129 m³) en Singapore (149 m³).
De top-tien van waterrijkste landen (met uitzondering van Groenland en Alaska) luidt als volgt: Frans Guyana (812.121 m³ per persoon per jaar), IJsland (609.319 m³), Guyana (316.689 m³), Suriname (292.566 m³), Congo (275.679 m³), Papoea-Nieuw-Guinea (166.563 m³), Gabon (133.333 m³), de Solomoneilanden (100.000 m³), Canada (94.353 m³) en Nieuw- Zeeland (86.554 m³).
Medio de 21e eeuw kampen op zijn slechtst 7 miljard mensen in 60 landen met waterschaarste; op zijn best zijn dat 2 miljard mensen in 48 landen. Dit is afhankelijk van factoren als bevolkingsgroei en beleid. Volgens het rapport zal klimaatverandering verantwoordelijk zijn voor 20% van de toename van de waterschaarste. Natte gebieden zullen meer regen ontvangen, terwijl die zal afnemen in vele droge gebieden en zelfs in sommige tropische en subtropische regio's. De waterkwaliteit zal dalen door toenemende watervervuiling en hogere watertemperaturen.
De watercrisis "zal verergeren, ondanks het voortgaande debat over de vraag of zij eigenlijk wel bestaat," aldus het rapport. Per dag wordt circa 2 miljoen ton afval gedumpt in rivieren, meren en stromen. Eén liter afvalwater vervuilt circa acht liter zoetwater. Volgens berekeningen in het rapport is de totale omvang van vervuild water wereldwijd naar schatting 12.000 km³. Dat is meer dan de hoeveelheid water die op een willekeurig moment in totaal aanwezig is in de tien grootste rivierbassins van de wereld. Als de vervuiling gelijke tred houdt met de bevolkingsgroei, dan zal de wereld rond 2050 zo'n 18.000 km³ zoetwater zijn kwijtgeraakt. Dat is bijna negenmaal de totale hoeveelheid water die jaarlijks wereldwijd voor irrigatie wordt gebruikt. Irrigatie slokt met 70% het grootste deel van deze natuurlijke hulpbron op.
UNESCO-persbericht 2003-16(3)
122 landen zijn in het rapport gerangschikt op hun waterkwaliteit en op hun mogelijkheden en wil om de situatie te verbeteren (zie tabel 2). België staat onderaan vanwege de lage kwantiteit en kwaliteit van het grondwater in combinatie met de zware industriële vervuiling en het slecht omgaan met afvalwater. Het wordt gevolgd door Marokko, India, Jordanië, Soedan, Niger, Burkina Faso, Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Rwanda.
De lijst van landen met de beste waterkwaliteit wordt aangevoerd door Finland, gevolgd door Canada, Nieuw-Zeeland, het Verenigd Koninkrijk, Japan, Noorwegen, de Russische Federatie, Zuid-Korea, Zweden en Frankrijk.
"De armen worden nog steeds het zwaarst getroffen; 50% van de bevolking in ontwikkelingslanden wordt blootgesteld aan vervuilde waterbronnen," aldus het rapport. Rivieren in Azië zijn de meest vervuilde ter wereld, met driemaal zoveel bacteriën van menselijk afval als het wereldwijde gemiddelde. Bovendien bevatten de rivieren daar meer dan twintig keer zoveel lood als de rivieren in geïndustrialiseerde landen.
"De toekomst van vele delen van de wereld ziet er niet rooskleurig uit," zegt het rapport onder verwijzing naar de verwachte bevolkingsgroei. Een groei die een drijvende kracht achter de watercrisis zal blijven. Volgens het rapport nam de watervoorraad per hoofd van de wereldbevolking tussen 1970 en 1990 af met eenderde. En hoewel de bevolking minder snel groeit dan voorheen, zal de wereldbevolking in 2050 naar verwachting zijn toegenomen tot 9,3 miljard (in vergelijking met 6,1 miljard in 2001).
"Het waterverbruik is de afgelopen 50 jaar bijna verdubbeld. Een kind dat in de ontwikkelde wereld wordt geboren, verbruikt 30 tot 50 keer zoveel water als een kind in een ontwikkelingsland. Ondertussen daalt de kwaliteit van het water . Iedere dag overlijden 6000 mensen aan de gevolgen van diarree; vooral kinderen onder de 5 jaar," aldus het rapport. "Deze gegevens illustreren de enorme omvang van de wereldproblemen met betrekking tot water en verbazingwekkende verschillen in het gebruik ervan."
Tegen deze achtergrond gaat het rapport dieper in op elke belangrijke dimensie van waterverbruik en -beheer - van de groei van steden tot de dreiging van wateroorlogen tussen landen. Door alle hoofdstukken loopt dezelfde rode draad: of het nu gaat om het aantal kinderen dat sterft door ziekte of vervuilde rivieren, de watercrisis is een crisis van governance en van gebrek aan politieke wil om deze natuurlijke hulpbron op verantwoorde wijze te beheren.
"Wereldwijd ligt de uitdaging in het genereren van de politieke wil om water-gerelateerde doelen te realiseren," volgens het rapport. "Waterprofessionals hebben behoefte aan een beter begrip van de bredere maatschappelijke, economische en politieke context, terwijl politici zich beter moeten informeren over kwesties op het gebied van waterbeheer. Anders blijft water een terrein voor politieke retoriek en hoge beloftes in plaats van broodnodige actie."
Met meer dan 25 wereldkaarten, vele tabellen en grafieken, en zeven case studies van belangrijke rivierbassins, wordt in het rapport geanalyseerd hoe verschillende samenlevingen met waterschaarste omgaan, inclusief beleid dat werkt of niet werkt.
UNESCO-persbericht 2003-16(4)
Het World Water Assessment Programme legt de fundamenten voor de VN om regelmatig de staat van het water te monitoren en daarover te rapporteren, door het ontwikkelen van een set gestandaardiseerde methodieken, gegevens en indicatoren.
Het rapport wordt officieel gepresenteerd aan de internationale gemeenschap op Wereld Water Dag, 22 maart (www.worldwaterday.org), tijdens het Wereld Water Forum in Kyoto. Een serie paneldiscussies van hoog niveau zal worden georganiseerd om de uitkomsten van het rapport door te nemen.
Highlights per hoofdstuk:
Gezondheid en economie
"De 21e eeuw is de eeuw waarin het grote wereldprobleem dat van de waterkwaliteit en het waterbeheer is," aldus het rapport. Meer dan 2,2 miljard mensen sterven jaarlijks aan de gevolgen van ziektes die verband houden met besmet drinkwater en slechte sanitaire voorzieningen. Ziektes als gevolg van ongedierte dat zich in of rond het water ophoudt eisen eveneens een zware tol: circa 1 miljoen mensen overlijden jaarlijks aan malaria en meer dan 200 miljoen mensen lijden aan schistosomiasis, beter bekend als bilharsia. "Dit verlies, vergezeld van de verspilling en de ellende, kan worden voorkomen."
Met de Millenniumdoelstellingen (2000) en op de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling (Johannesburg 2002) legde de internationale gemeenschap zich vast om in 2015 het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater en primaire sanitaire voorzieningen met 50% te hebben verminderd. Om deze doelen te bereiken, hebben nog eens 1,5 miljard mensen meer dan nu verbeterde toegang tot watervoorziening nodig (in 2015). Dit betekent het beschikbaar stellen van faciliteiten aan 100 miljoen mensen per jaar (274.000 mensen per dag) voor elk jaar van 2000 tot 2015.
"De uitdaging op het gebied van sanitaire voorzieningen is groter," aldus het rapport. 1,9 miljard mensen meer moeten verbeterde toegang krijgen. Dit betekent jaarlijks 125 miljoen mensen extra (342.000 per dag) voor elk jaar van 2000 tot 2015. Het rapport verklaart dat culturele factoren de logistieke en financiële problemen met betrekking tot het verzorgen van adequate sanitaire voorzieningen nog verder verergeren.
In het huidige investeringstempo kunnen alle delen van de wereld deze doelen bereiken of er dichtbij komen, volgens het rapport. Met uitzondering van sub-Sahara Afrika. Maar "in absolute termen overstijgt de investeringsbehoefte van Azië die van Afrika, Latijns-Amerika en de Caraïben tezamen". De initiële investeringen belopen naar schatting circa 12,6 miljard dollar.
Vraag blijft waar dit geld vandaan moet komen. "Financiering van de Millenniumdoelstellingen wordt waarschijnlijk een van de belangrijkste uitdagingen voor de internationale gemeenschap over de komende 15 jaar," aldus het rapport.
UNESCO-persbericht 2003-16(5)
Het rapport schetst de discussie over waterprijsbeleid en privatisering. "Hoewel het essentieel is om de private sector te betrekken bij het waterbeheer," aldus de samenvatting van het rapport, "moet dit worden gezien als een financiële katalysator - en niet als een noodzakelijke voorwaarde - voor projectontwikkeling . Controle over de natuurlijke hulpbron water moet in handen blijven van de regering en van de gebruikers."
Het rapport stelt bovendien dat privatisering of een waterprijsbeleid mechanismen moeten bevatten die de armen beschermen. "Het is een verontrustend feit dat arme mensen met de meest beperkte toegang tot de watervoorziening aanzienlijk meer moeten betalen voor water." In Delhi (India), bijvoorbeeld, vragen straatverkopers de armen 4,89 dollar per m³, terwijl huishoudens met waterleiding slechts 1 dollarcent betalen, aldus een onderzoek dat is gepubliceerd in het rapport. In Vientiane (Laos), vragen straatverkopers 14,68 dollar per m³, vergeleken met een gemeentelijk tarief van 11 dollarcent.
Landbouw
Elke dag sterven circa 25.000 mensen van de honger, aldus het rapport. Naar schatting 815 miljoen mensen lijden aan ondervoeding: 777 miljoen in ontwikkelingslanden, 27 miljoen in overgangslanden en 11 miljoen in industrielanden.
"Het absolute aantal van ondervoede mensen verminderd in een veel lager tempo," aldus het rapport, dit ondanks het feit dat "de voedselproductie tegen historisch lage prijzen totstandkomt".
Met de Millenniumdoelstellingen (2000) heeft de internationale gemeenschap zich erop vastgelegd om het aantal mensen met honger in 2015 met 50% verminderd te hebben. Volgens nieuwe bevindingen in het rapport zal dit doel niet worden bereikt voor het jaar 2030. In vorige schattingen werd geen onderscheid gemaakt tussen beregende en geïrrigeerde gewassen. Door rekening te houden met dit verschil bevat het rapport meer nauwkeurige prognoses over de hoeveelheid water die nu en in de toekomst nodig is om de wereldbevolking te voeden.
Volgens deze nieuwe berekening zal in 2030 in 93 ontwikkelingslanden waar het grootste deel van de bevolkingsgroei zal plaatsvinden nog eens 45 miljoen hectare land geïrrigeerd worden. Circa 60% van al het irrigeerbare land zal dan in gebruik zijn. Dit vergt een toename van het irrigatiewater met 14%, aldus het rapport.
UNESCO-persbericht 2003-16(6)
Van circa 170 landen en gebiedsdelen die zijn onderzocht, gebruiken er 20 al meer dan 40% van hun vernieuwbare waterbronnen voor irrigatie , "een drempel die wordt gebruikt om de grens aan te geven waarop landen harde keuzes moeten maken tussen de watervoorziening voor landbouw en stedelijke gebieden", aldus het rapport. Nog eens 16 landen gebruiken meer dan 20%, "hetgeen een indicatie kan zijn van aankomende waterschaarste. Zuid-Azië zal in 2030 gemiddeld het 40%-niveau bereikt hebben, en het Nabije Oosten en Noord-Afrika gebruikt dan 58%."
Sub-Sahara Afrika, Latijns-Amerika en Oost-Azië zullen waarschijnlijk ver onder de kritische grens blijven. Dit zijn de regio's waar de grootste uitbreiding van de landbouw in de komende 30 jaar zal plaatsvinden.
Het is de uitdaging om efficiënt gebruik van land en water te stimuleren. Irrigatie is extreem inefficiënt - rond 60% van het gebruikte water wordt verspild. Deze situatie zal slechts verbeteren met in totaal 4%. Er is ook een enorme behoefte aan het financieren van betere technologie en betere praktijken van beheer.
Meer positief: de gemiddelde graanopbrengst steeg tussen 1962 en 1996 van 1,4 naar 2,8 ton per gewas per hectare. Dit betekent dat minder dan de helft van het land waarop kan worden verbouwd nu nodig is om dezelfde hoeveelheid graan op te brengen. "Naar verwachting zal 80% van de grotere gewasproductie in 2030 komen uit hogere opbrengsten, minder monocultuur en kortere oogstperiodes," aldus het rapport.
"Rond 2050 zou zo de totale wereldbevolking toegang hebben tot voedsel. Het feit dat 815 miljoen mensen nu aan chronische ondervoeding lijden is niet het gevolg van een gebrek aan capaciteit om het nodige voedsel te produceren, maar van - internationale en nationale - sociale, economische en politieke omstandigheden die onaanvaardbare niveaus van armoede laten voortbestaan en soms veroorzaken."
Volgens het World Water Development Report:
? kan hergebruik van behandeld afvalwater de watercrisis helpen oplossen. Boeren in ontwikkelingslanden gebruiken het al op circa 10% van het geïrrigeerde land en dit zou moeten toenemen. Indien juist behandeld, dan kan dit type water zelfs de vruchtbaarheid van de grond verbeteren;
UNESCO-persbericht 2003-16(7)
? neemt de voedselveiligheid wereldwijd toe. De voedselconsumptie per hoofd van de bevolking steeg van 2054 kcal per dag in 1965 naar 2.681 per dag in 1998;
? nemen weiden en gewassen 37% van het landoppervlak in beslag;
? is circa 10% van het geïrrigeerde land beschadigd door wateroverlast en verzilting als gevolg van slechte drainage en irrigatie.
Ecologie
"Er wordt voorspeld dat de wateronttrekking tegen 2025 in ontwikkelingslanden met 50% en in ontwikkelde landen met 18% zal zijn toegenomen," aldus het rapport. "Het effect daarvan op de ecosystemen van de wereld zal de huidige situatie potentieel drastisch verslechteren."
Het rapport beschrijft een vicieuze cirkel veroorzaakt door de groeiende vraag naar water. Door uitputting en vervuiling van rivieren, meren en wetlands worden ecosystemen vernietigd die een essentiële rol spleen in het filteren en veiligstellen van zoetwatervoorraden.
In de Verenigde Staten werd 40% van de watermassa in 1998 ongeschikt bevonden voor recreatie, als gevolg vervuiling onder andere door de landbouw en met metalen. Volgens het rapport worden verder slechts vijf van 55 rivieren in Europa als zuiver beschouwd, en in Azië zijn alle rivieren die door steden stromen ernstig verontreinigd. 60% van de 227 grootste rivieren van de wereld wordt onderbroken door dammen, omleiding en kanalen, hetgeen leidt tot verslechtering van ecosystemen.
Over dieren en binnenwater zegt het rapport dat 24% van alle zoogdieren en 12% van alle vogels bedreigd wordt. Tussen de 34 en 80 vissoorten zijn uitgestorven sinds de late 19e eeuw, zes sinds 1970. Slechts circa 10% van de vissoorten van de wereld - de meerderheid daarvan uit binnenwater - is gedetailleerd bestudeerd, toch loopt eenderde daarvan gevaar.
Internationale conflicten en internationale samenwerking
Terwijl de vraag naar water groeit, wordt er veel gepraat over dreigende wateroorlogen. Het rapport bevat empirisch bewijs van het tegendeel. Hoewel de waterschaarste conflicten tussen staten zal verergeren, is er weinig bewijs voor de stelling dat deze situaties zullen uitlopen op volledige wateroorlogen.
Het rapport benadrukt de uitkomsten van een studie naar elke individuele water-gerelateerde interactie tussen twee of meer landen gedurende de afgelopen 50 jaar. Op een totaal van 1831 interacties was een overweldigende meerderheid van 1228 gericht op samenwerking. Daaronder de ondertekening van circa 200 waterdelende verdragen en de aanleg van nieuwe dammen.
Op een totaal van 507 conflictueuze gebeurtenissen waren er slechts 37 waarbij geweld werd toegepast, waarvan 21 militaire handelingen (18 betroffen Israël en zijn buurlanden).
UNESCO-persbericht 2003-16(8)
"Enkele van de meest uitgesproken vijanden op de wereld hebben waterverdragen uitonderhandeld of zijn daarmee bezig met betrekking tot internationale rivieren," aldus het rapport. "Het Mekongcomité, bijvoorbeeld, bleef informatie uitwisselen gedurende de Vietnamoorlog. De Indusriviercommissie overleefde twee oorlogen tussen India en Pakistan. En alle tien Nijlstaten zijn thans betrokken bij onderhandelingen over de ontwikkeling van het Nijlbassin."
Er zijn 261 internationale rivierbassins, waarbij 145 landen betrokken zijn. Rond eenderde van deze bassins wordt gedeeld door meer dan twee landen, en 19 hebben vijf of meer betrokken landen. Volgens het rapport is een groot deel van Afrika en het Midden-Oosten voor meer dan de helft van zijn watervoorraad afhankelijk van deze gedeelde waterbronnen, evenals de zuidelijke punt van Latijns-Amerika.
Met alle aandacht voor internationale rivieren, zijn grondwatervoorraden (aquifers) grotendeels verwaarloosd. Dit ondanks de grote volumes van in het algemeen water van hoge kwaliteit (naar schatting 23,4 miljoen km³, vergeleken met 42.800 km³ in rivieren). Veel besluitvormers zijn zich er niet van bewust dat hun land aquifers deelt met buurlanden. Het rapport bevat de eerste bevindingen van een VN-initiatief om de eerste wereldkaart en inventarisatie van deze waterbron samen te stellen.
Ook bevat het de eerste wereldkaart van grondwatervoorraden. Het water in aquifers kan voor 98% worden benut. Jaarlijks wordt tussen 600 en 700 km³ gebruikt, dat is 50% van de drinkwatervoorraad, 40% van de industriële waterbehoefte en 20% van het irrigatiewater, aldus het rapport. De hoeveelheden variëren sterk van land tot land en zijn weergegeven in een gedetailleerde tabel.
Steden
"Bij afwezigheid van infrastructuur en voorzieningen vormen stedelijke gebieden zonder waterinfrastructuur een van de meest levensbedreigende leefomgevingen ter wereld," volgens het rapport. Een onderzoek van 116 steden wijst stedelijke gebieden in Afrika aan als het slechtste, met slechts 18% van de huishoudens in het bezit van een aansluiting op het riool. In Azië is dat net iets meer dan 40%.
"De armen in deze steden zijn het slachtoffer van hygiëne-gerelateerde ziektes, overstroming, en water-gerelateerde ziektes als malaria, die nu de hoofdoorzaak van ziekte en dood is in vele stedelijke gebieden," aldus het rapport. In Zuid-Azië, bijvoorbeeld, heeft de Anopheles-stephensimug zijn voortplantingsmethodes aangepast aan de veelvuldige aanwezigheid van watertanks op de daken.
"Vanuit het perspectief van gezondheidszorg," zegt het rapport, "is het beter om de gehele bevolking van een stad toegang te geven tot waterkranen binnen 50 meter loopafstand van huis, dan alleen de 20% rijkste huishoudens met leidingwater naar het huis."
UNESCO-persbericht 2003-16(9)
Het rapport noemt ook verschillende redenen waarom steden en dorpen prioriteit moeten krijgen boven het platteland wanneer keuzes moeten worden gemaakt. Ten eerste zijn de kosten per eenheid van de benodigde infrastructuur lager doordat stedelijke gebieden schaalvoordelen en nabijheid bieden. Ten tweede hebben veel steden een betere economische basis dan plattelandsgebieden, en bieden daardoor meer mogelijkheden om inkomsten te genereren ten behoeve van watervoorziening. Ten derde "concentreren stedelijke gebieden niet alleen mensen en ondernemingen, maar ook hun afval."
Industrieel gebruik
Thans neemt de industrie 22% van het totale wereldwijde waterverbruik voor zijn rekening: 59% in hoge-inkomenslanden en 8% in lage-inkomenslanden. Het rapport voorspelt dat dit gemiddelde in 2025 24% zal zijn, met een verbruik door de industrie van naar schatting 1170 km³ per jaar.
Elk jaar stort de industrie 300 tot 500 miljoen ton zware metalen, oplosmiddelen, toxisch slib en ander afval in waterbronnen. Meer dan 80% van de gevaarlijke afvalstoffen van de wereld wordt geproduceerd door de Verenigde Staten en andere industrielanden.
Risico van natuurrampen
Het rapport stelt dat risicovermindering een integraal onderdeel moet zijn van waterbeheer. Bij een gelijkblijvend aantal geofysische rampen als aardbevingen en aardverschuivingen is het aantal en de schaal van water-gerelateerde rampen (droogtes en overstromingen) sinds 1996 meer dan verdubbeld. Het afgelopen decennium werden 665.000 mensen gedood door natuurrampen. Meer dan 90% verloor het leven door overstroming of droogte. 35% van deze rampen vond plaats in Azië, 29% in Afrika, 20% in Amerika, 13% in Europa en de rest in Oceanië.
Energie
Waterkracht is de belangrijkste en meestgebruikte vernieuwbare-energiebron, met 19% bijdrage aan de totale elektriciteitsproductie in 2001. Industrielanden gebruiken 70% van hun potentieel, vergeleken met 15% in ontwikkelingslanden, aldus het rapport. Canada is de grootste producent, gevolgd door de Verenigde Staten en Brazilië. Niet-gebruikte mogelijkheden voor waterkracht zijn in overvloed aanwezig in Latijns-Amerika, India en China.
"Door het ontwikkelen van de helft van dit potentieel, kan de uitstoot die het broeikaseffect veroorzaakt met 13% worden verminderd," aldus het rapport. Dat wijst echter ook op de negatieve effecten van de aanleg van dammen, inclusief het verplaatsen de plaatselijke bevolking en milieuschade (zoals verlies aan biodiversity en van wetlands).
UNESCO-persbericht 2003-16(10)
World Water Portal
WWAP ontwikkelt in samenwerking met andere organisaties het World Water Portal om onbeperkte toegang tot een grote hoeveelheid waterinformatie voor besluitvormers, waterbeheerders, technici en het grote publiek tot stand te brengen. Voordat deze website wereldwijd wordt gelanceerd, is een prototype water portal ontwikkeld voor Amerika, met als doel het testen van manieren om informatie te delen tussen, locale, regionale en nationale waterorganisaties: http://www.waterportal-americas.org
****
Op uw verzoek kan ruw tv-materiaal worden toegezonden: tel. 0033 1 45 68 00 68
Voor het WWAP-secretariaat is uw contactpersoon:
Amy Otchet
UNESCO Bureau of Public Information, Editorial Section
Tel.: 0033 1 45 68 17 04
Fax: 0033 1 45 68 57 59
E-mail: a.otchet@unesco.org
Sharad Shankardass, UN Human Settlements Programme, Nairobi, tel: +254 2 623 153, habitat.press@unhabitat.org
Karuna Nundy, UN Children's Fund, New York, tel: +1 212 245 2778, knundy@unicef.org
Rolando Gomez, UN Department of Economic and Social Affairs, New York, tel: +1 212 963 2744, mediainfo@un.org
Ana Gerez, UN Development Programme, New York, tel: +1 212 906 6127, ana.gerez@undp.org
Eric Falt, UN Environment Programme, Nairobi, tel: +254 2 62 32 92, eric.falt@unep.org
Jennifer Clark, UN High Commission for Refugees, Geneva, tel: +41 22 739 8799, clarkj@unhcr.ch
Max Bond, UN University, Shibuya-ku, tel: +81 3 3499 2811, mbox@hq.unu.edu
Christina Engfeldt, Food and Agriculture Organization, Rome, tel: +39 06 57005 30 86, Christina.Engfeldt@fao.org
Mark Gwozdecky, International Atomic Energy Agency, Vienna, tel: +43 1 2600 212 70, M.Gwozdecky@iaea.org
Caroline Anstey, World Bank, Washington, tel: +1 202 473 1800, canstey@worldbank.org
Matilda Kentridge, World Health Organization, Geneva, tel: +41 22 791 2765, kentridgem@who.int
Carine Richard-Van Maele, World Meteorological Organization, Geneva, tel: +41 22 730 83 14, vanmaele@gateway.wmo.ch
Agustin Stellatelli, UN Industrial Development Organization, Vienna, tel: +43 1 26026 3477, astellatelli@unido.org
Peter K.A. Da Costa,UN Economic Commission for Africa, Addis Ababa, tel: +251 1 51 58 26, ecainfo@uneca.org
David Lazarus, UN Economic Commission for Asia and the Pacific, Bangkok, tel: +66 2 288 1866, unisbkk.unescap@un.org
Marie Heuzé, UN Economic Commission for Europe, Geneva, tel: +41 22 917 2300, press_geneva@unog.ch
Laura López, UN Economic Commission for Latin America and the Caribbean, Santiago, tel: +56 2 210 2000, dpisantiago@eclac.cl
Nejib Friji, UN Economic and Social Commission for Western Asia, Beirut, tel: +961 1 981 301, friji@escwa.org.lb
Cristina Stricker, Secretariat of Convention on Biological Diversity, Montreal, tel: +1 514 287 7031, cristina.stricker@biodiv.org
Gloria Kwon Cheemin, Secretariat of Convention to Combat Desertification, Bonn, tel: +49 228 815 2847, ckwon@unccd.int
Secretariat of the International Strategy for Disaster Reduction, Geneva, tel: +41 22 917 9711, isdr@un.org
Michael Smitall, Secretariat of UN Framework Convention on Climate Change, Bonn, tel: +49 228 815 1005, press@unfccc.int
Bahrein (147%), Egypte (93%), Iran (49%), Irak (52%), Israël (78%), Jordanië (86%), Koeweit (1000%), Kirgizië (46%), Libië (854%), Oman (125%), Qatar (398%), Saoedi-Arabië (643%), Soedan (56%), Syrië (72%), Tadzjikistan (69%), Tunisië (50%), Turkmenistan (97%), Verenigde Arabische Emiraten (1021%), Oezbekistan (108%), Jemen (151%). De buitensporige cijfers duiden op niet-vernieuwbare waterbronnen, zoals fossiel water en ontzilting.
Afghanistan (35%), Algerije (27%), Azerbaidzjan (38%), Barbados (23%), Cyprus (22%), India (31%), Kazachstan (26%), Lebanon (24%), Malta (28%), Marokko (39%), Pakistan (39%), Somalië (24%), Zuid-Afrika (20%), Spanje (22%), Sri Lanka (23%), Swaziland (28%).
---- --