Katholieke Universiteit Nijmegen

Onderzoek onder 252 provinciale statenleden wijst uit: Huidige provincies geen lang leven beschoren

Het merendeel van de huidige provinciale statenleden denkt dat de provincie op termijn zal verdwijnen. Ruim 57% voorspelt dat over twintig jaar een kwart tot driekwart van de provincies is verdwenen en driekwart van alle statenleden denkt dat ze zullen worden vervangen door landsdelen die meerdere provincies omvatten. Dat vindt men ook een goede zaak, het merendeel vindt dat er nu te veel provincies zijn. Dat blijkt uit onderzoek onder 225 provinciale statenleden verricht door Derek Jan Fikkers en dr. Michiel S. de Vries van de afdeling bestuurskunde van de Katholieke Universiteit Nijmegen.

Uit het onderzoek blijkt dat Provinciale statenleden redelijk tevreden zijn over de autonomie waarmee zij beleid kunnen maken. Het belangrijkste probleem voor velen is dat zij niet in staat zijn tot het maken van een effectief beleid en de eindverantwoordelijkheid wensen op die terreinen waar zij nu reeds deels verantwoordelijk zijn. Ook is er een opvallend groot aantal statenleden dat bestuurlijke conflicten ziet waarbij het provinciaal bestuur is betrokken en die het maken van effectief beleid in de weg staan.

Grijze muizen uit het grijze middenbestuur
Het modale statenlid is hoogopgeleid, gehuwd, man en gemiddeld 54 jaar. Gemiddeld zijn ze al 25 jaar lid van de partij waarvoor ze in de staten zitten, 10% komt uit een gezin waarin ook vader of moeder in de staten heeft gezeten. Het merendeel vindt de beloning te laag voor de tijd die ze er in steken.

Knelpunten
In de noordelijke provincies zijn statenleden bovengemiddeld tevreden over het beleid van de afgelopen jaren, terwijl met name in het midden van Nederland: Brabant, Noord-Holland en Utrecht relatieve ontevredenheid bestaat over het gevoerde provinciale beleid. In totaal is men slechts tevreden over de effectiviteit van het beleid op de helft van de beleidsterreinen.
Die tevredenheid hangt niet onmiddellijk samen met hun oordeel over de autonomie om zelfstandig beleid te kunnen voeren. Het merendeel vindt dat de provincie voldoende autonomie heeft om het beleid effectief aan te pakken. Opvallend is de tevredenheid over hierover in Gelderland, Utrecht en Noord-Holland, waar men niet tevreden is over het gevoerde beleid.

Toekomst tussen gemeenten en rijk
Het merendeel van de statenleden vindt dat het middenbestuur qua taken en verantwoordelijkheden best mag groeien, maar dan vooral op die terreinen waar de rol van de provincies nu reeds meer dan gemiddeld groot is. Dat taken van dat middenbestuur mogen dan groeien ten koste van het rijk en niet ten koste van die van gemeenten.

Conflicten
Ondanks het feit dat veel provincies het afgelopen jaar in het nieuws zijn geweest door schandalen (Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland), ziet bijna driekwart van de statenleden dat niet als probleem. Hun perspectief is wat betreft bestuurlijke integriteit dus veel positiever dan uit de berichtgeving in de media blijkt. De onderzoekers denken dat de statenleden deze problemen zien als incidenten en niet structureel.

´Onderzoek onder provinciale statenleden: grijze muizen zien hun einde naderen´, Derek Jan Fikkers en Michiel S. de Vries, afd. Bestuurskunde KU Nijmegen.
5-3-2003