Het Koninklijk Huis
04/03/03 Toespraak van Hare Majesteit de Koningin tijdens het diner in
Paleis Noordeinde te Den Haag op dinsdag 4 maart 2003 ter gelegenheid
van het officiële bezoek van Z.E. de President van de Republiek Italië
aan Nederland (4-5 maart 2003)
Het gesproken woord geldt
Mijnheer de President,
Het is mij een groot genoegen U en Mevrouw Ciampi welkom te mogen
heten op Uw officiële bezoek aan ons land. In U begroeten wij de hoge
vertegenwoordigers van een land dat door de eeuwen heen velen heeft
geïnspireerd en van een volk dat al vanaf de vroegste Europese
geschiedenis de wereld met zijn uitzonderlijke talenten heeft
verrijkt.
Ook in de harten van de Nederlanders neemt Italië een bijzondere
plaats in. Dat is het gelukkige resultaat van een langdurige
vriendschap. Italië is ook voor Nederlanders altijd een favoriet
reisdoel en een onuitputtelijke bron van inspiratie geweest - en is
dat nog steeds. Er zijn dan ook al sinds jaar en dag twee Nederlandse
culturele instituten werkzaam in Italië - in Florence en in Rome - die
ten dienste staan van allen die zich willen verdiepen in de grote
culturele rijkdom van Uw land.
De invloeden van de Italiaanse beeldende kunst, architectuur en muziek
zijn overal in ons land te vinden. Bij elke overgang naar een nieuwe
stijl of een nieuw tijdperk in de Europese kunstgeschiedenis hebben
Italiaanse kunstenaars een leidende rol gespeeld en in andere landen
navolging gevonden. Ook nu geeft het moderne Italiaanse design kleur
en vorm aan ons dagelijks leven en dirigeert een van Uw landgenoten
het Concertgebouworkest. De culturele bijdrage van Italië aan ons land
- en aan de wereld - is van onschatbare waarde.
U bezoekt Nederland in een periode waarin de Europese Unie zich
voorbereidt op een omvangrijke uitbreiding, die van diepgaande
betekenis zal zijn voor de toekomst van onze Unie - en van onze beide
landen. Onze fundamentele betrokkenheid bij dit proces wordt nog
versterkt door het feit dat zowel Italië als Nederland binnenkort de
verantwoordelijkheid van het voorzitterschap op zich zal nemen.
Italië en Nederland behoorden beide tot de founding fathers van de
Europese gemeenschap die in 1957 het Verdrag van Rome ondertekenden.
In de communautaire jaren die sindsdien zijn verstreken, hebben onze
landen bij de verdediging van standpunten en het zoeken naar
oplossingen dikwijls zij aan zij gestaan. Zij lieten zich daarbij
leiden door gemeenschappelijke waarden en door de overtuiging dat de
weg naar de Europese eenheid de enig mogelijke was. U hebt, zowel vóór
als in de jaren van Uw presidentschap, U persoonlijk voor het proces
van eenwording ingezet en daarmee wezenlijk bijgedragen aan de
blijvende verbondenheid van Italië met de landen die nog steeds het
hart vormen van onze Unie. Door het grote vertrouwen dat in U wordt
gesteld, hebt U met name een beslissende rol kunnen spelen bij de
geslaagde toetreding van Italië tot de groep landen die de euro hebben
ingevoerd.
De Europese Unie staat nu voor een historische stap: de uitbreiding
tot een gemeenschap van 25 landen. Dit vereist een ingrijpende
constitutionele hervorming, die wordt voorbereid door de Conventie
voor de toekomst van Europa. Over het resultaat van haar
beraadslagingen zal wellicht een beslissing kunnen worden genomen
tijdens het Italiaanse voorzitterschap. Zo wordt het denkbaar dat het
oorspronkelijke Verdrag van Rome door een nieuw Verdrag van Rome wordt
geamendeerd. Deze vertrouwde naamgeving zou de rol van Italië in de
gemeenschap op treffende wijze illustreren.
Met de uitbreiding wordt een begin gemaakt met het overwinnen van de
oude scheidslijnen in Europa. Tot het verenigende Europa treden nu ook
volken toe die lange tijd aan de andere kant van de scheidslijn hebben
moeten leven. Het historisch belang hiervan kan niet worden overschat.
Wij mogen onze ogen niet sluiten voor het feit dat de toetreding van
10 nieuwe landen van de huidige leden ook substantiële offers zal
vragen. Dat is echter een prijs die nooit te hoog kan zijn voor het
doel dat ermee wordt beoogd: vrede en rechtvaardigheid in Europa. Het
is goed te beseffen dat wij met deze verbreding van de Unie een nieuw
en groots hoofdstuk in de Europese geschiedenis zullen schrijven.
Mijnheer de President,
De bekende staatsman en denker Niccolò Machiavelli schreef al in 1513:
There is nothing more difficult to take in hand, more perilous to
conduct or more uncertain in its success, than to take a lead in the
introduction of a new order of things. Als founding fathers hebben
onze landen een bijzondere verantwoordelijkheid het uiterste te doen
om van deze new order of things een succes te maken. Nederland ziet er
naar uit op de beslissende momenten weer zij aan zij met Italië te
staan.
Graag nodig ik alle aanwezigen uit met mij het glas te heffen op Uw
gezondheid, Mijnheer de President, op die van Mevrouw Ciampi, en samen
te drinken op de gelukkige en succesvolle voortzetting van de
eeuwenoude, vruchtbare samenwerking
Klik hier voor meer informatie.