European Commission

IP/03/283

Brussel, 26 februari 2003

Hervorming van het visserijbeleid: 32 miljoen EUR voor de inkrimping van de visserijvloot in de begroting 2003

Een extra bedrag van 32 miljoen EUR voor een communautaire maatregel voor de sloop van vissersvaartuigen is het hoofdelement van gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2003, die de Commissie vandaag heeft voorgesteld. Deze maatregel is een belangrijk onderdeel van de grondige hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid waartoe de Raad in december heeft besloten. Het doel van deze uitgave is de vangstcapaciteit van de vloot aan de beschikbare hulpbronnen aan te passen om de toekomst van de visserijsector te waarborgen. Mevrouw Schreyer, lid van de Commissie en belast met begroting, verklaarde: De hervorming van het visserijbeleid waartoe in december 2002 is besloten, beoogt de natuurlijke hulpbronnen voor toekomstige generaties te beschermen. De 32 miljoen EUR aan extra middelen in 2003 vormen een noodmaatregel om de visserijcapaciteit aan de duurzame exploitatie van de bestanden aan te passen.

Het ingediende voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 1 bij de begroting 2003 omvat de volgende drie elementen:
* Het uittrekken van extra middelen voor de buitenbedrijfstelling van vissersvaartuigen in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid;
De hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid is goedgekeurd door de Raad Landbouw en Visserij van 16-20 december 2002. Dit voorstel beoogt de overcapcaciteit in de visserijsector te verminderen door de lidstaten toe te staan aan de eigenaren van vaartuigen die door de noodzakelijke vermindering van de visserij-inspanningen worden getroffen, extra middelen voor de sloop van hun vaartuigen toe te kennen.
De geplande noodmaatregel, die extra stimulansen voor de buitenbedrijfstelling van vissersvaartuigen moet geven om zo snel mogelijk een einde te maken aan de huidige overcapaciteit, moet grotendeels via een herprogrammering van de middelen van de Structuurfondsen voor de periode 2004-2006 worden gefinancierd; voor het op gang brengen van de hervorming zijn echter in 2003 extra middelen nodig.
De hervorming van het visserijbeleid zal aanzienlijke financiële gevolgen hebben. Aangezien de lidstaten met de steun uit de communautaire begroting reeds aanzienlijke bedragen in hun lopende programma's voor structurele maatregelen in de visserijsector hebben uitgetrokken, raamt de Commissie de extra behoeften aan communautaire middelen voor de buitenbedrijfstelling van vaartuigen op 272 miljoen EUR voor de periode 2003-2006. Het grootste deel van deze extra financiering moet via de herschikking van financiële middelen binnen de reeds opgestelde Structuurfondsprogramma's voor 2000-2006 ter beschikking worden gesteld. Dit zou volgend jaar in het kader van de voorbereiding van de resterende looptijd van de periode 2004-2006 worden onderzocht. Bij de tussentijdse herziening zal ook rekening worden gehouden met de sociale en regionale gevolgen van de hervorming. Met deze extra financiering wordt het maximum van de financiële vooruitzichten voor structurele maatregelen overschreden. Daarom heeft de Commissie reeds in juli vorig jaar, toen zij dit voorstel voor het eerst indiende, de begrotingsautoriteit voorgesteld hiervoor het flexibiliteitsinstrument te gebruiken. Dit voorstel werd destijds door de begrotingsautoriteit niet in behandeling genomen, aangezien zij het besluit over de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid als rechtsgrond wilde afwachten. Het flexibiliteitsinstrument maakt voor een bepaald begrotingsjaar de financiering mogelijk van nauwkeurig omschreven uitgaven die niet binnen het desbetreffende maximum kunnen worden gefinancierd. Het voorstel moet nu door de Raad en het Europees Parlement worden goedgekeurd om de begroting 2003 aan te vullen.

De beide andere elementen zijn van begrotingstechnische aard:
* Het creëren van een nieuwe, van de vermelding "p.m." voorziene begrotingsplaats voor de voorlichtings- en communicatiemaatregelen over de rol van de Europese Unie in de wereld^(1);
* De aanpassing van de omschrijving van post A-3014, European Inter-University Centre, alsmede de toelichting daarbij, om deze beter te laten overeenstemmen met vergelijkbare maatregelen ten laste van andere begrotingsonderdelen van dit hoofdstuk en de uitvoering ervan te vergemakkelijken.
(1)
Zie de mededeling van de Commissie van 2 juli 2002 over een voorlichtings- en communicatiestrategie van de Europese Unie, waarin de "rol van de Europese Unie in de wereld" als prioritair thema voor de komende jaren wordt voorgesteld.