AutoRai
4-3-2003
Renault gaat een dynamisch jaar tegemoet
Renault is marktleider in Europa en begint aan een nieuwe fase in haar
rendabele groeibeleid. Gesterkt door de flink gestegen financiële
resultaten heeft de groep in 2002 een aantal doorslaggevende fases
afgerond in het opbouwen van de Alliantie met Nissan en de
ontwikkeling van de Renault Samsung Motors en Dacia vestigingen.
Met producten die volop vernieuwd worden, zoals de tot Auto van het Jaar verkozen Mégane, zal Renault in 2003 de verjonging van haar gamma voortzetten en ervoor zorgen dat haar concurrentievermogen verbeterd wordt, ondanks de onzekere economische context.
Renault heeft in 2002 veel ondernomen om haar internationale
ontwikkeling, de vernieuwing van haar productgamma en de opbouw van de
Renault-Nissan Alliantie voort te zetten. Dit alles wordt weerspiegeld
ìn de aanzienlijk gestegen financiële resultaten, met een netto
resultaat van 1,95 miljard euro bij een omzet van 36,33 miljard euro
en wereldwijde verkoopcijfers die de 2,4 miljoen verkochte autos
overstijgen.
De groep heeft haar positie als leider op zijn belangrijkste markt
West-Europa versterkt. Renault is voor het vijfde achtereenvolgende
jaar het best verkochte merk op de personen- en bedrijfsautomarkt en
heeft voor de eerste keer sinds 1983 de eerste plaats weten in te
nemen voor de personenautos. Buiten West-Europa heeft Renault haar
verkopen zien stijgen, waarbij de moeilijkheden op de Turkse en
Argentijnse markten gecompenseerd werden door haar prestaties in
Midden-Europa, Rusland, Australië en Mexico. Bovendien behaalt de
groep nu ook behoorlijke resultaten met haar Renault Samsung Motors en
Dacia filialen, die hun gammas aan het verrijken zijn en hun verkopen
zien stijgen.
In die lijn ligt ook de lancering van drie belangrijke modellen in
2002. Met de Vel Satis en de Espace heeft Renault in de topklasse
nieuwe criteria vastgesteld voor wat betreft prestaties, comfort en
innovatie. De Mégane heeft zich meteen vanaf de lancering opgeworpen
als de referentie in zijn klasse en is verkozen tot Auto van het Jaar
2003. De Mégane en de Vel Satis hebben bovendien "vijf sterren"
behaald bij de EuroNCAP crashtests, waarmee het doortastende en beleid
van Renault op het gebied van veiligheid bevestigd wordt.
De vorming van de Renault-Nissan groep, die bij de eerste vijf wereldwijde constructeurs hoort met meer dan 5,1 miljoen verkochte autos in 2002, heeft de tweede fase afgerond met de totstandkoming van de blijvende structuur van de Alliantie. Deze verbintenis steunt op twee sterke ondernemingen met een eigen identiteit en operationele zelfstandigheid. Verder is er sprake van een wederzijds aandeelhouderschap waarbij Renault 44,4% van het Nissan kapitaal in handen heeft en Nissan voor 15% in het kapitaal van Renault deelneemt. Een directie bestaande uit acht personen en voorgezeten door Louis Schweitzer ziet toe op de gemeenschappelijk en strategische sturing van de groep ten dienste van de gemeenschappelijke rendabele groei.
In 2002 hebben talrijke realisaties een vaste vorm gegeven aan de ontwikkeling van de Alliantie. Een tweede gemeenschappelijke onderneming, die belast is met de informatiesystemen, wordt toegevoegd aan de organisatie die reeds 43% van de aankopen van de beide groepen beheert. De eerste twee gezamenlijke platformen zijn in gebruik genomen met de lanceringen van de Nissan Micra en de Renault Mégane. De twee partners breiden het gezamenlijke gebruik uit van mechanische onderdelen, productiecapaciteit en verkoopsynergieën.
Renault, nummer 1 in Europa
In West-Europa was Renault in 2002 voor het vijfde opeenvolgende jaar
het best verkochte merk op de personen- en bedrijfsautomarkt en was
het voor de eerste keer sinds 1983 leider op de personenautomarkt. Het
merk is koploper op de bedrijfsautomarkt en heeft deze positie weten
te versterken. Deze prestatie, die behaald is een jaar dat gekenmerkt
wordt door aanzienlijke productvernieuwingen, wordt weerspiegeld door
een marktaandeel op de personen- en bedrijfsautomarkt van 11,3 procent
tegenover 11,2 procent in 2001. Het succes van de dCi dieselmotoren
(47procent van de verkoop tegenover gemiddeld 39,8 procent op de
personenautomarkt) heeft eveneens bijgedragen aan de verkoopprestaties
van afgelopen jaar. In totaal zijn in 2002 drie nieuwe modellen
succesvol gelanceerd: de Vel Satis, de Espace en de Mégane.
Verkoop gestegen met 5,4% buiten West-Europa
In Midden-Europa heeft het merk Renault haar verkooppenetratie
voortgezet met 10,6 procent van de personen- en bedrijfsautomarkt, een
stijging van 8,9 procent vergeleken met 2001 op een markt die met
slechts 1,5 procent stijgt. Het marktaandeel van Renault, inmiddels
het tweede merk in dit gebied, is in zes jaar tijd verdubbeld. Met dit
resultaat heeft Renault in Midden-Europa prestaties neergezet die te
vergelijken zijn met die in West-Europa en samenhangen met de
uitbreiding van de Europese Unie. Het succes van de Clio (meer dan
26.000 kentekenregistraties, een stijging van 22,2 procent), de Laguna
en alle andere autos die ook in West-Europa op de markt worden
gebracht, geeft aan dat deze markten zich min of meer aanpassen aan de
markten in West-Europa.
In de rest van de wereld hebben de prestaties van het merk Renault op
nieuwe markten (zoals Rusland, Mexico en Australië) en de prestaties
van Renault Samsung Motors als compensatie gefungeerd voor de gevolgen
van de conjunctuurcrisissen in Turkije en de Mercosur, en de dalende
markt in Brazilië.
Renault Samsung Motors heeft een opvallende prestatie neergezet met
117.088 verkochte autos (SM5 en SM3) tegenover 12.000 twee jaar
geleden. Zijn tweede model, de SM3 (C/M1 segment) werd in september
2002 gelanceerd en stelt Renault Samsung Motors in staat om 41 procent
van het autoaanbod in Korea te dekken en om zijn vooruitgang voort te
zetten.
In totaal heeft Dacia, het Roemeense merk van de groep, 57.775 autos
op kenteken gezet (+5,1 procent). Daarmee heeft het merk zijn
koppositie in Roemenië ruimschoots weten te behouden, en wacht het nog
op de lancering van de 5.000 euro-auto in 2004.
De Renault groep heeft bovendien zijn commerciële succes vergroot in
Afrika en het Midden-Oosten (68.120 verkochte autos met een stijging
van 38,1 procent in Algerije) en Oost-Europa en Rusland (74.305
verkochte autos, waarvan 8.316 in Rusland waar het merk stijgt met
48,3 procent). Verder heeft de groep in Roemenië een marktaandeel van
57,1 procent van de personen- en bedrijfsautomarkt (met 9.098
verkochte autos voor het merk Renault, ofwel een stijging van 44,1
procent).
In een onzekere context voorziet Renault voor 2003 een stabiele of
licht dalende markt in West-Europa. Met de geleidelijke lancering van
de vier nieuwe carrosserieën van het Mégane programma in de loop van
het jaar, zal de vernieuwing van de kern van het Renault gamma een
feit zijn.
Een uitgebreid en verjongd gamma
Na de geslaagde lanceringen in 2002 van de Vel Satis, de Mégane, de
Espace en de SM3 in Korea zal de Renault Groep tussen nu en 2005 meer
dan 20 nieuwe modellen op de markt brengen. In Genève presenteert
Renault de Mégane coupé-cabriolet en de nieuwe Scénic, de derde
carrosserie van het Mégane-programma. Deze twee modellen moeten het
voor Renault mogelijk maken om de verjonging van haar gamma voort te
zetten, waarvan de gemiddelde leeftijd daalt van 4,5 jaar in 2001/2002
naar ongeveer 3,5 jaar in 2004/2005. De uitbreiding van het Renault
aanbod zal in 2003 dus voortgezet worden, op zowel het niveau van
modellen, versies en uitrustingen. Het bedrijfsautogamma wordt
eveneens uitgebreid met de nieuwe Kangoo die op de Autosalon wordt
gepresenteerd.
Innovatie ten dienste van de klant
Met de Nieuwe Distributie kon Renault in 2002 op nog kortere termijn
leveren en konden ook meer autos op aanvraag worden geproduceerd. Zo
worden alle autos binnen vijf weken geleverd conform de gestelde
doelstellingen en werd 80 procent geleverd (binnen het Europese
Renault netwerk vanuit de 11 fabrieken van de Groep) binnen de termijn
die aan de klant was doorgegeven, ondanks een moeilijke situatie door
de lancering van nieuwe modellen. Eind 2002 stonden er 216.000 autos
in opslag (tegenover 230.000 eind 2001). Door de nieuwe distributie
kon Renault nog nauwkeuriger voldoen aan de vraag van de klant,
aangezien de helft van alle autos in 2002 gemaakt werd op aanvraag van
een klant, tegenover één op de zes autos drie jaar geleden. Dit
systeem is dus van essentieel belang voor de strategie voor het
uitbreiden van de keuze die aan de klant geboden wordt: de uitbreiding
van het aanbod, eerst van de Mégane en geleidelijk ook van de rest van
gamma, zou niet mogelijk zijn geweest zonder een systeem waarmee alle
verschillende autos probleemloos aan de klant geleverd kunnen worden
binnen een relatief korte periode.
Parallel daaraan gaat Renault door met haar commerciële strategie voor
het aanbod op internet. Daarmee is Renault nummer één in Europa van de
websites van constructeurs in 2002. Een jaar na de lancering van een
nieuwe generatie commerciële sites heeft Renault een aantal nieuwe
sites on line gezet, waarvan er twee de mogelijkheid bieden om zelf
een auto samen te stellen op internet in Spanje en Brazilië.
Sterk gestegen financiële resultaten
Renault behaalt in 2002 een record netto winst van 1.956 miljoen euro
en een sterk stijgende operationele marge. In een context van een
gammavernieuwing en stabiele of zelfs dalende grootste markten,
verbetert Renault haar operationele marge aanzienlijk tot 1.483
miljoen euro, ofwel 4,1 procent van de omzet. Bij gelijke normen komt
de marge uit op 2,5 procent van de omzet, tegenover 1,3 procent in
2001. De Groep profiteert bovendien van de verbeterde resultaten van
Nissan. De verbeterde prestaties van de onderneming gaan samen met een
versterkte financiële structuur, dankzij een aanzienlijk gedaalde
netto financiële schuldenlast. Deze resultaten weerspiegelen de beter
presterende automobielsector, goede controle van de uitgaven en een
verdere ontwikkeling van de Alliantie.
Renault-Nissan Alliantie: meer dan 5,1 miljoen verkochte autos in 2002
en steeds meer gebieden waarop samengewerkt wordt
In de kern van het rendabele groeibeleid van Renault heeft de
Alliantie met Nissan in 2002 een wereldwijd marktaandeel van 9,1
procent behaald (4,2 procent voor de Renault groep en 4,9 procent voor
Nissan), waarmee de groep bij de eerste vijf constructeurs van de
wereld hoort. De gezamenlijke verkopen van Renault en Nissan bedragen
5.139.505 verkochte autos in 2002, wat neerkomt op een stijging van
2,9 procent vergeleken met 2001. Renault en Nissan hebben
respectievelijk 2.403.975 en 2.735.530 autos op de markt gebracht.
In 2002 heeft de Alliantie verschillende belangrijke fases afgerond:
een versterking van de kapitalistische banden tussen de beide
ondernemingen, de oprichting van Renault-Nissan BV, een
gemeenschappelijke en strategische managementstructuur, en andere
gemeenschappelijke bedrijven. Twee gemeenschappelijke organisaties,
respectievelijk verantwoordelijk voor gezamenlijke aankopen en de
coördinatie van informatiesystemen zijn al actief: de Renault-Nissan
Purchasing Organization (RNPO) en Renault Nissan Information Services
(RNIS).
De synergieën en bezuinigingen komen ook naar voren in de commerciële
organisatie op regionaal niveau, waarbij de best gesitueerde
onderneming de plaatselijke ontwikkeling van zijn partner ondersteunt.
Daarom helpt Renault, eerste merk in West-Europa, Nissan bij de
oprichting van gemeenschappelijke bedrijven en gedeelde backoffices.
Na Zwitserland, Nederland en Duitsland zal er in juni 2003 ook in
Oostenrijk een gemeenschappelijke verkooporganisatie opgezet worden.
Daartegenover staat dat Nissan Renault heeft geholpen bij haar
terugkeer in Mexico, Australië en vanaf januari 2003 in de landen rond
de Golf.
In 2002 zijn ook de eerste twee gezamenlijke platformen van de
Alliantie in gebruik genomen. Na het B-platform, dat Nissan voor het
eerst gebruikt heeft voor zijn model Micra, is ook het C-platform van
start gegaan met de Mégane. Dit platform zal later gebruikt worden
voor de vervanger van de Nissan Almera. Meer dan de helft van de autos
van de beide merken zullen op termijn op deze twee platformen
geproduceerd worden. In totaal willen Renault en Nissan tegen 2010
tien autoplatformen delen, evenals acht motorenfamilies en zeven
versnellingsbakfamilies.
Er wordt ook op andere gebieden samengewerkt met het gezamenlijke
gebruik van mechanische onderdelen en productiecapaciteit. Zo gebruikt
Renault de 3.5 V6 benzinemotor van Nissan voor de Vel Satis en
gebruikt Nissan de 1.5 dCi motor voor de Micra. Sommige autos worden
reeds gemaakt in de gezamenlijke fabrieken, zoals de Renault Clio bij
Nissan in Mexico en de Nissan Frontier bij Renault in Brazilië.
Bovendien produceert Nissan bepaalde versies van de compact bestelauto
Renault Trafic in zijn fabriek in Barcelona vanaf oktober 2002.
In 2003 zal Renault doorgaan met haar rendabele groeibeleid, dat
gebaseerd is op innovatie, concurrentievermogen op het gebied van
kwaliteit, ko