Ministerie van Buitenlandse Zaken

Toespraak Agnes van Ardenne, Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking ter gelegenheid van de uitzending van de 100ste IDEA-reservist

Rijswijk, 27 februari 2003

Inleiding

Vandaag vieren we de honderdste uitzending in het kader van IDEA. En dat binnen twee jaar na de start. Mijn felicitaties!

Dat is te danken aan ieders enthousiasme en inzet. Om te beginnen natuurlijk die van de reservisten zelf. Mensen met hart voor de Balkan, die een bijdrage willen leveren aan de economische ontwikkeling van Bosnie-Herzegowina. Maar hun steun voor Bosnische ondernemers kon alleen van de grond komen dankzij goede samenwerking tussen overheid en georganiseerd bedrijfsleven.

Vandaag biedt een mooie gelegenheid om stil te staan bij deze samenwerking. En om te kijken naar de uitdagingen voor het vervolg op dit proefproject.

Impuls voor CIMIC

IDEA staat niet op zichzelf. Het past in het breder kader van CIMIC. We kunnen vaststellen dat IDEA een vernieuwende impuls heeft gegeven aan die civiel-militaire samenwerking.

U kent de filosofie achter CIMIC. Een vredesmacht is gebaat bij goede contacten met de lokale bevolking. Als een bevolking de inzet van de vredesmacht waardeert, dan is dat goed voor de veiligheid van de soldaten.

Tegelijk is het goed voor behoud van de vrede om zo snel mogelijk aan herstel te werken. Kapotte schooldaken repareren, bruggen herstellen. In een kapotgeschoten land ligt het herstelwerk voor het oprapen. En hier geldt: hoe eerder, hoe beter.

Nederlandse militairen zijn bij uitstek gekwalificeerd voor CIMIC-werk. Zoals u beter kunt beamen: het past binnen onze manier van opereren. Wij verschansen ons niet op hoofdkwartieren maar zoeken juist contact met de lokale bevolking. Dit komt de uitvoering van onze militaire taken ten goede, en daarmee de vrede en stabiliteit. Hulde daarvoor.

Niet voor niets was Nederland nauw betrokken bij de oprichting van CIMIC Group North. Dat is een multinationaal samenwerkingsverband gelieerd aan de NAVO, gehuisvest in het Nederlandse Budel. Deze jonge organisatie ontwikkelt een missie die nauw zal samenhangen met die van Defensie en OS.

Steun voor wederopbouw moet wel effectief zijn. We hebben het niet over bezigheidstherapie voor vredessoldaten of een charme-offensief om het imago van een vredesmacht te verbeteren. Wat telt zijn tastbare resultaten. Daar zit de bevolking op te wachten. Die benodigde expertise is niet altijd te vinden onder de uitgezonden soldaten.

Daarom is Defensie op zoek gegaan naar andere expertise en heeft die gevonden in het legioen van de reservisten. Economisch adviseurs met een groene baret op. Dat is een vernieuwende invulling van CIMIC die ook internationaal de aandacht trekt.

Een impuls voor samenwerking

Interessant daarbij is dat de samenwerking is gezocht met andere partners in Nederland. De oprichting van het Platform Bedrijfsleven ­ Defensie is een goed voorbeeld van een synergie, die voor andere landen een novum zal zijn. Als toenmalig Kamerlid en Defensie-woordvoerder heb ik daar zelf ook actief over meegedacht.

Bij VNO-NCW is nuttige expertise aan te boren. Dat Defensie op zoek is gegaan naar die expertise juich ik van harte toe. Dat was minder vanzelfsprekend dan het lijkt. Er moesten wel wat weerstanden overwonnen worden. Want bedrijfsleven en defensie zijn heel verschillende culturen. Ze vinden elkaar nu op een gedeeld belang. Ook het bedrijfsleven wil mee-investeren in stabiliteit en vooruitgang. Dat is een interessante ontwikkeling.

Ook voor het ministerie van Buitenlandse Zaken is samenwerking met de particuliere sector niet altijd vanzelfsprekend geweest. Ook daar lagen de nodige weerstanden, merkte ik bij mijn aantreden. De beste manier om die te overwinnen is door elkaar op te zoeken en te ontdekken dat het alle partijen voordeel biedt om samen te werken.

Het doet me deugd dat die samenwerking steeds beter begint te lopen. Ook de gang van zaken binnen IDEA illustreert dat. Ik hoor daar eigenlijk alleen maar positieve geluiden over. Van mijn medewerkers. En ook over mijn medewerkers. Niet alleen de mensen op het ministerie, maar zeker ook de medewerkers op de ambassade in Sarajevo.

Mijn ministerie stelt vaak geld beschikbaar voor CIMIC- activiteiten. Na de oorlog, vanaf 1996, hebben we op deze manier tien miljoen euro bijgedragen aan het herstel van Bosnie. Maar dat is niet het eerste - en zeker niet het enige - wat hier telt. Het gaat vooral ook om advisering, gebruik maken van elkaars expertise en samenwerken om de gedeelde doelen te bereiken. Ik ben blij dat mijn departement en dat van Defensie nu samen een beleidskader ontwikkelen om tot een optimale synergie kunnen komen. Er komt een Interdepartementale CIMIC Stuurgroep. Dat schept ook helderheid voor IDEA.

De ambassades in onze partnerlanden - en Bosnie hoort daar bij - hebben de afgelopen maanden een analyse gemaakt van de bottlenecks die ondernemers tegenkomen in een land. En hoe we ondernemers kunnen helpen die hindernissen te overwinnen.

We zetten daarbij meerdere instrumenten en organisaties in. Ik noem bijvoorbeeld het CBI, het Centrum tot Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden. Of de FMO voor betere kredietverlening. Of het PUM, het programma Uitzending Managers. Dat lijkt misschien nog wel het meest op IDEA. Het is de honderd procent civiele variant op hetzelfde thema. Aansluiting op de ervaringen en kennis van die organisaties kan heel nuttig zijn voor IDEA.

Slotopmerkingen

Zoals bij elke proef: het kan beter, het kan efficienter. Er is een evaluatie in de maak. Daar kunnen en moeten we straks lessen uit trekken. Ik wil afsluiten met het noemen van twee uitdagingen en een concrete suggestie.

Ten eerste. Uw werk moet passen binnen de internationale strategie om een land te helpen in de vaart der volkeren mee te komen. Uw insteek en expertise moeten een niche vullen die civiel niet gevuld kan worden, maar wel van belang is. Het uitgangspunt van CIMIC luidt immers: 'zo civiel als mogelijk en zo militair als noodzakelijk'.

Terecht stelt u vast dat ook vrouwelijke moslimondernemers in Bosnië steun goed kunnen gebruiken. Daarvoor wordt nu een beroep gedaan op vrouwelijke deskundigen in Nederland die geen reservist zijn geweest. Om aan IDEA mee te kunnen doen, moeten die eerst een korte militaire training doorlopen.

Dat wordt dan bijna 'meer militair' dan noodzakelijk. Adviseurs in Bosnië kunnen zo langzamerhand in burgerkloffie op pad. Hun eigen veiligheid loopt geen gevaar meer en de 'force protection' is ook geen argument meer. Op dat moment verliest CIMIC zijn meerwaarde.

IDEA is in Bosnië in feite rijkelijk laat van de grond gekomen. Het is daarom goed in toekomstige situaties eerder uit de startblokken te komen. Bijvoorbeeld in Afghanistan. Daar gaan we een verkenning uitvoeren in samenwerking met Defensie en IDEA naar de mogelijkheden die daar zijn. Zodat we die eerder in beeld hebben. Zowel voor force proctection als voor aanzetten tot wederopbouw. Want juist in de eerste fase van vrede en herstel zal bijvoorbeeld PUM zich nog niet in een gebied durven wagen. Daarvoor zijn de risico's dan vooralsnog te groot.

Ten tweede. Bosnische ondernemers kampen met grote problemen. Uit interviews met die ondernemers blijkt dat ze de advisering door de mensen van IDEA zeer op prijs stellen - ook al heeft het minder vaak geleid tot de aanvraag van bankleningen dan vooraf gehoopt was. Maar hoe duurzaam zijn de contacten? Wat blijft ervan hangen na de korte missie van drie weken. Daar ligt denk ik de tweede grote uitdaging van IDEA. Hoe zorg je ervoor dat eerste, prille contacten overvloeien in duurzame relaties en netwerken. Het organiseren van stages in Nederland en trainingen in de regio kan een goede vorm zijn om die kennisoverdracht te organiseren.

Maar ik wil hier niet alleen de uitdagingen benoemen, ik doe graag ook een suggestie. Stabiliteit als noodzakelijke voorwaarde voor ontwikkeling speelt in toenemende mate een rol of we nu over Afghanistan of Afrika spreken. Dat zal de komende jaren niet veranderen. Dit leidt naar mijn mening tot meer vraag naar mensen met een militaire achtergrond en ervaring op de diverse terreinen van vredesopbouw en goed bestuur. In de praktijk blijkt het vaak moeilijk om via de reguliere kanalen tijdig en voldoende mensen te mobiliseren. Ook al omdat reguliere vredestaken een belangrijk beslag leggen op de beschikbare capaciteit bij Defensie. Het wordt vind ik de hoogste tijd om samen hardop na te denken over een PUM-achtige constructie waardoor we snel en flexibel kunnen inspelen op vragen die ons bereiken? Ik ben bereid om tezamen met de direct betrokken bewindspersonen van Defensie en Buitenlandse Zaken daartoe een initiatief te nemen.

Aan de reservisten zal het niet liggen. Ik zei het al: het zijn mensen met hart voor Bosnië. En ik hoop ook voor andere gebieden. En dat hart klopt alleen maar harder na deelname aan IDEA. De meeste zullen graag bereid zijn verder te investeren in de contacten die ze hebben opgedaan.

Ik wens u veel succes met de voortzetting van uw belangrijke werk. Zoals ik u onze expertise heb aangeboden, zo ook hoop ik uw 'lessons learned' in mijn werk mee te kunnen nemen. Op deze manier wordt zowel de Nederlandse overheid als de lokale bevolking er beter van. Dankzij IDEA is Nederland een wachtlijst rijker: reservisten die zich willen inzetten voor Bosnië. En dat is een wachtlijst waar we trots op kunnen zijn.