Katholieke Universiteit Nijmegen
Afscheidscollege kunsthistoricus Christian Tümpel:
Rembrandt-annotaties voor het eerst bijeen en met elkaar in verband
gebracht
Lang heeft men gedacht dat Rembrandt zijn leerlingen alleen volgens
het principe `learning by doing' onderwees en hen niet lastig viel met
getheoretiseer over kunst. Dat is toch anders, zo blijkt uit
annotaties: aantekeningen die de meester maakt op eigen werk en op
werk van zijn leerlingen. De schilder liet zich daartoe inspireren
prentbijbels en de prentkunst, waar zulke commentaren gebruikelijk
waren. Hij gebruikte de notities om zijn leerlingen te onderwijzen.
Er is veel over Rembrandt bekend, maar zijn annotaties zijn in hun
totaliteit echter nooit onderwerp van onderzoek geweest. De losse
opmerkingen zijn samengebracht en geïnterpreteerd door prof.
ChristianTümpel. Bij zijn afscheid als hoogleraar kunstgeschiedenis
van de KU Nijmegen donderdag 27 februari, bespreekt prof. Tümpel een
aantal van die notities.
Commentaren en brieven
Er is geen theoretische verhandeling van Rembrandt zelf overgeleverd.
Wel heeft de schilder een reeks schriftelijke commentaren
achtergelaten over schilderkunst in het algemeen en iconografie in het
bijzonder. Dit materiaal verdient volgens Tümpel niet alleen grondige
bestudering, maar ook plaatsing binnen de zeventiende-eeuwse
kunsttheorie en schilderspraktijk.
Rembrandts korte commentaren op iconografische aspecten zijn te vinden
op eigenhandige werken en werk van leerlingen. Daarnaast zijn ook
enkele brieven van de kunstenaar bewaard gebleven. Rembrandt maakte in
opdracht van Frederik Hendrik een aantal schilderijen (de
Passiecyclus), waaronder de verrijzenis van Christus. Over deze
opdrachten correspondeerde hij met Frederik Hendirks secretaris, de
dichter Constantijn Huygens. Zowel in enkele notities als in een brief
aan Huygens beschrijft Rembrandt de emoties van de door hem afgebeelde
personages. Hij verduidelijkt het aan de verschrikking van de wachters
in het schilderij de verrijzenis van Christus. Soortgelijke en andere
commentaren zijn onder Rembrandts tekeningen te vinden.
Functie notities
Welke functie hadden de notities? De schriftelijke commentaren waren
duidelijk bedoeld voor het onderricht aan zijn leerlingen, beweert
Tümpel. Bij enkele werken met een historische scène wordt het verhaal
kort samengevat of een bijbelplaats geciteerd. Soms wordt de
toeschouwer direct aangesproken. Deze notities sluiten aan bij wat in
de grafiek gebruikelijk is.
In een serie tekeningen gaat Rembrandt verder dan de traditionele
samenvattingen of citaten door iconografische bijzonderheden te
vermelden, of zelfs principiële kunsttheoretische opmerkingen te maken
die beschrijven hoe bijfiguren aan een bepaalde scène toegevoegd
moeten worden, of welke typische nevenfiguur is weergegeven. Op andere
tekeningen licht de schilder een bijzonder detail van zijn
schetsmatige tekeningen toe.
Tümpel concludeert op grond van deze bijeengebrachte notities dat
Rembrandt wel degelijk vaste voorstellingen had van hoe verhalen
verbeeld moesten worden. En dat hij gaf dat ook aan zijn leerlingen en
opdrachtgevers door.
Personalia
Chirstian Tümpel (1937) werd in 1984 benoemd tot hoogleraar aan de KU
Nijmegen met als leeropdracht Kunstgeschiedenis van de Nieuwere
Tijden, in het bijzonder de iconologie en iconografie. Voor zijn
omvangrijke Rembrandtonderzoek ontving hij in 1972 de De Jong van Beek
en Donkprijs van de KNAW. Tümpel publiceerde veel over de beeldtaal in
Rembrandts werk. Het onderzoek naar de kunst van de 16e en 17e eeuw
met name in Duitsland en Nederland wordt vanaf 1 januari uitgevoerd
door Tümpels opvolger prof. dr. Volker Manuth
`Rembrandt `ende.....dat met grooten verschrickinge', prof.dr. C.
Tümpel, afcheidscollege KU Nijmegen.
25-2-2003