Bureau Drechtsteden


Persbericht

Voldoende huisvesting voor ouderen in regio?
In 2012 voldoende in aantal, maar verkeerde soorten

De regio Drechtsteden heeft in 2012 genoeg geschikte woningen om in de behoefte aan ouderenhuisvesting te kunnen voorzien. Voorwaarde is wel dat de gemeenten daadwerkelijk de aantallen woningen bouwen die zijn opgenomen in het huidige bouwprogramma (Bouwscenario 2000).

Uit onderzoek blijkt dat in sommige gemeenten een tekort dreigt te ontstaan aan ouderenhuisvesting, maar dat het totale aanbod in de regio in 2012 uit genoeg geschikte woningen bestaat. Mits het bouwscenario gehaald wordt.

Er zijn wel problemen te verwachten in de aantrekkelijkheid van sommige bestaande 55+ woningen en er komt in enkele gemeenten een te groot aanbod koopappartementen zonder goede zorg- en dienstverlening en andere welzijnsvoorzieningen. Zo is een deel van de bestaande voorraad gelijkvloerse woningen niet geschikt voor intensieve zorgverlening aan huis (volgens Arbonormen).

Beleidsnotitie
Deze en andere conclusies komen uit een onderzoek dat de Ambtelijke adviesgroep Wonen Drechtsteden heeft gedaan naar de kwantiteit en kwaliteit van ouderenhuisvesting in de regio. De door de adviesgroep uitgebrachte beleidsnotitie 'Wonen voor ouderen in de Drechtsteden in relatie tot zorg en welzijn' geeft aan hoe de regio zou moeten omgaan met de toenemende vraag naar ouderenhuisvesting. De conclusies uit de nota worden verwerkt in de Woonvisie Drechtsteden, die richtinggevend zal zijn voor het regionale woonbeleid in de komende jaren.

Gemeenten kunnen de aanbevelingen uit de beleidsnotitie ook gebruiken voor de eigen woningbouwprogramma's en meenemen in afspraken met zorgaanbieders, woningcorporaties en andere betrokkenen. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling van woonzorgzones en het verbeteren van kwaliteit. De regio houdt een vinger aan de pols.

Nader onderzoek
De Bestuurlijke Commissie Wonen en Stedelijke Vernieuwing van de Drechtsteden zal de nota op donderdag 20 februari bespreken. Hierbij besluiten ze onder meer over een nader onderzoek naar de mogelijkheden om verschillen tussen huur en koop te verkleinen, het samen met corporaties opzetten van een betere registratie van woningen en woningzoekenden en het doen van jaarlijkse rapportage over ontwikkelingen in kwantitatieve en kwalitatieve vraag en aanbod van ouderenwoningen.