Lijst Pim Fortuyn
Tweede-Kamerlid Joost Eerdmans van de fractie Lijst Pim Fortuyn heeft
een Plan van Aanpak gepresenteerd, om de werkwijze van de Tweede Kamer
te moderniseren:
PLAN VAN AANPAK VERANDERING WERKWIJZE TWEEDE KAMER
LIJST PIM FORTUYN 26 FEBRUARI 2003
"De Kamer is één groot ritueel" zei kandidaat-lijsttrekker voor de LPF
Hilbrand Nawijn in november 2002. Daarmee doelde de LPF-er uiteraard
niet op het wezen van het volksvertegenwoordigend orgaan zelf, maar op
de procedures, de papieren rompslomp en de overdadigheid aan
Kamervragen, spoeddebatten en moties, kortom: op de werkwijze van de
Tweede Kamer. Met zijn opmerking bracht Nawijn binnen de LPF een
discussie op gang waarvan u nu de resultante in handen heeft. Er is de
afgelopen tijd veel gesproken over de kloof tussen de politiek en de
Nederlandse burger. Uiting is gegeven aan de kritiek dat bij de
Nederlandse volksvertegenwoordigers in de Tweede Kamer te weinig
voeling bestaat met de echte problemen in Nederland. De opvatting van
de Tweede Kamer als de "Haagse Kaasstolp" verbeeldt deze kritiek
misschien wel het beste. Tijdens haar korte verblijf in de Tweede
Kamer tot nu toe heeft de LPF ondervonden, dat de bureaucratische
werkwijze van de Tweede Kamer de effectiviteit en het aanzien van de
Kamer ondergraven. Teveel overleggen duren onnodig lang en gaan over
details van beleidsterreinen. Over de problematiek in zijn geheel
wordt in de Tweede Kamer juist te weinig gesproken. De overlopende
agenda van de Tweede Kamer maakt het de volksvertegenwoordigers
onmogelijk kennis te nemen van de daadwerkelijke problemen en
ervaringen van mensen in het land. Het veelvuldige beroep dat de
Tweede Kamer doet op het kabinet en het ambtelijk apparaat op de
ministeries, maakt daarnaast dat de regering te weinig toekomt aan
haar werkelijke taak, het besturen van Nederland. In dit plan van
aanpak doet de LPF voorstellen die er toe kunnen leiden dat de
Nederlandse volksvertegenwoordiging efficiënter en effectiever gaat
werken. Het resultaat moet zijn: meer constructieve debatten waarbij
de Kamer en de Regering gezamenlijk, maar vanuit ieders eigen
staatsrechtelijke verantwoordelijkheid, aan oplossingen werken voor de
problemen in dit land.
Fractie Lijst Pim Fortuyn, 26 februari 2003
INHOUDSOPGAVE
1. SPOEDDEBATTEN SLECHTS HONOREREN BIJ STEUN VAN DRIE FRACTIES OF 50
LEDEN
2. ONDERLINGE INTERRUPTIES SPOEDDEBATTEN NIET TOESTAAN
3. SPREEKTIJDEN IN SPOEDDEBATTEN BEPERKEN
4. MINIMAAL EEN KWARTIER SPREEKTIJD PER FRACTIE TIJDENS
BEGROTINGSBEHANDELING
5. INSTELLEN VAN SPREEKTIJDEN VOOR VAK K
6. VAKER INTERPELLATIES VOEREN OVER GROTE ONDERWERPEN
7. DEBATTEN ZONDER VAK K
8. AO'S IN PRINCIPE BEPERKEN TOT ÉÉN TERMIJN
9. VERSLAGEN AO'S KLAAR VOOR HET VOLGENDE AO
10. TIJDENS AO'S MOET GESTEMD KUNNEN WORDEN OVER MOTIES
11. VOORZITTER MOET INGEDIENDE MOTIES STRENGER CONTROLEREN
12. MOTIES MOETEN STEUN HEBBEN VAN DRIE FRACTIES OF 50 LEDEN
13. MAXIMAAL DRIE (MONDELINGE) VRAGENSTELLERS PER VRAGENUUR
14. ÉÉN WOORDVOERDER PER FRACTIE BIJ MONDELINGE VRAGEN
15. AANTAL SCHRIFTELIJKE VRAGEN PER FRACTIE BEPERKEN TOT 75
16. STEMMINGEN ELKE WEEK OP VAST TIJDSTIP
17. "GROENTJES" PER MAIL STUREN
18. CONCEPT-MONDELINGE VRAGENOVERZICHT MINDER VAAK DOORSTUREN
19. BETER BENUTTEN RECESWEKEN
LPF-VOORSTELLEN
De overlegvormen
Wat betreft de overlegvormen moet vooral worden gekeken naar de
commissievergaderingen (openbaar en gesloten). Er waren in 2002 in
totaal 1016 Commissievergaderingen (in 2001: 1494). De Tweede Kamer
kwam in 2002 91 maal plenair bijeen (2001: 105) en het aantal
interpellatiedebatten steeg van 11 in 2001 naar 13 in 2002 (1999: 5).
DE PLENAIRE VERGADERINGEN
1. AANVRAGEN VOOR SPOEDDEBATTEN DIENEN SLECHTS TE WORDEN GEHONOREERD
WANNEER ZIJ DE STEUN KRIJGEN VAN MINIMAAL DRIE FRACTIES DAN WEL 50
LEDEN IN DE TWEEDE KAMER
Te vaak wordt niet aan de criteria voor het houden van een spoeddebat
voldaan. De criteria voor het houden van een spoeddebat zijn: 1)
kwestie is van nationaal belang; 2) kwestie is urgent; en 3) geen
later overleg is beter. Vaak ontbreekt het spoedeisende karakter, zie
bijvoorbeeld het recente debat over de brief inzake de fraude in de
zorg. De debatten hebben ook vaak geen resultaat, anders dan scoren
voor de achterban. Ministers worden bestookt met detailvragen, waar
hij of zij het antwoord op schuldig moet blijven hetgeen weer leidt
tot toezeggingen en meer brieven naar de Kamer. De Kamer houdt zich zo
bezig met incidentenpolitiek in plaats van het zoeken naar
oplossingen. Minderheden in de Kamer worden voor de door LPF
voorgestelde beperking in hun invloedsuitoefening gecompenseerd door
middel van de hierna volgende voorstellen 3. en 4.
2. ONDERLINGE INTERRUPTIES VAN KAMERLEDEN BIJ SPOEDDEBATTEN DIENEN IN
PRINCIPE NIET TE WORDEN TOEGESTAAN
Voorkomen moet worden dat tijdens een spoeddebat hele discussies
worden uitgevochten tussen leden achter de interruptiemicrofoon.
Spoeddebatten zijn het middel om het kabinet vragen voor te leggen
over een spoedeisende kwestie. Te vaak vervallen spoeddebatten in een
herhaling van zetten waarvan de uitkomst al van tevoren vast staat. De
Voorzitter moet voorkomen dat door onderlinge interrupties van
Kamerleden spoeddebatten ontaarden in ellenlange uitwisselingen van
steeds dezelfde standpunten.
3. SPREEKTIJDEN IN SPOEDDEBATTEN BEPERKEN
Spreektijden in spoeddebatten dienen beperkt te worden tot drie
minuten voor alle fracties.
4. VOOR ELKE BEGROTING DIENT ELKE FRACTIE MINIMAAL EEN KWARTIER
SPREEKTIJD TE KRIJGEN
Er bestaat op dit moment een scheve verhouding tussen de spreektijd
die partijen krijgen voor interpellatiedebatten en algemeen
overleggen, die vaak gaan over brieven/incidenten en de spreektijd
voor begrotingsbehandeling, die gaan over de besteding van miljarden
euro's en nieuw beleid voor het komende jaar. Door het beperken van
het aantal spoeddebatten en algemene overleggen kan er ruimte komen
voor een uitgebreidere behandeling van de begrotingen van de
departementen. Daar vindt dan het politieke vuurwerk plaats.
5. INSTELLEN VAN SPREEKTIJDEN VOOR VAK K
Om de plenaire debatten in tijd te beperken moet ook worden overgegaan
tot het instellen van spreektijden voor Vak K. Dit resulteert in een
korter debat, waarbij ook de regering wordt gedwongen zich in haar
antwoord te beperken tot de essentie.
6. FREQUENTER INTERPELLATIES VOEREN OVER GROTE ONDERWERPEN
Door elke fractie kan eens in de twee maanden een onderwerp
geagendeerd worden over een bepaald thema/algemene problematiek die
speelt (bijvoorbeeld "Blauw op straat" of "Bureaucratie") waar door de
fracties onderling over gedebatteerd kan worden. Deze debatten dienen
ook gevoerd te kunnen worden zonder dat daar een directe aanleiding in
de media voor bestaat.
7. DEBATTEN ZONDER VAK K
Net als de populaire verkiezingsdebatten, zou ook in de Tweede Kamer
het echte politieke debat weer terug moeten komen. Nu vindt discussie
tussen fracties altijd plaats in een debat met Minister(s) of
Staatssecretaris(sen) via de interruptiemicrofoon. Op TV rechtstreeks
uitgezonden debatten tussen de fractieleiders of fractiespecialisten
b.v. eens per half jaar kan de belangstelling voor de politiek
aanzienlijk doen toenemen.
DE COMMISSIEVERGADERINGEN
AO's (Algemene Overleggen) moeten niet gaan over details, maar over de
algemene lijn in het beleid van de regering. Het overleg in AO's komt
nu vaak neer op een statische uitwisseling van standpunten, op vaak
zeer gedetailleerde deelgebieden van het beleidsterrein (bijvoorbeeld
een AO over de brief van de Minister V& I over de inrichting van de
campus voor minderjarige asielzoekers in Vught (of ze een groen of een
geel pakje aanhebben). Vaak is er maar een enkele fractie die
feitelijk belang heeft bij een dergelijk AO; de andere fracties
beperken zich dan tot het plichtmatig oplezen van hun standpunt. De
uitwisseling van standpunten over gedetailleerde onderwerpen zou niet
de vorm dienen te hebben van een Algemeen Overleg, maar zou
bijvoorbeeld beperkt kunnen blijven tot een uitwisseling van
standpunten over het internet of per brief.
8. AO'S DIENEN IN PRINCIPE BEPERKT TE WORDEN TOT DE DUUR VAN ÉÉN
TERMIJN
Eén termijn moet in de meeste gevallen volstaan om de Kamerleden in
staat te stellen hun standpunten en vragen voor te leggen aan de
Minister en deze in staat te stellen de vragen van de Commissieleden
te beantwoorden. Door middel van interrupties kunnen de Commissieleden
nu al reageren op het antwoord van de Minister; de noodzaak van een
tweede termijn vervalt daarmee. Met dit voorstel wordt tegemoetgekomen
aan de reeds bestaande informele praktijk in diverse Commissies.
9. VERSLAGEN AO'S KLAAR VOOR AANVANG VAN HET VOLGENDE AO
Nu gebeurt het nog te regelmatig dat verslagen van AO's de fractie pas
bereiken als het volgende Algemeen Overleg al is geweest. Het verslag
dient echter juist te worden gebruik ten behoeve van het volgende AO.
10. TIJDENS AO'S MOET GESTEMD KUNNEN WORDEN OVER MOTIES
De leden van de Commissie krijgen een stemgewicht toebedeeld dat het
zetelaantal van hun fractie weerspiegelt. Alleen bij hoge uitzondering
(vrije stemmingen) wordt hiervan afgeweken en volgt plenaire stemming.
De instrumenten
De instrumenten die de Tweede Kamer heeft om de regering te
controleren zijn door veelvuldig gebruik bot geworden.
MOTIES
In 2002 werden 1158 moties ingediend (2001: 997), waarvan er 391
werden aangenomen, 363 werden verworpen en de rest werd aangehouden.
Ter vergelijking: in 2001 werden 997 moties ingediend waarvan er 444
werden aangenomen en 288 verworpen. Met andere woorden: het aantal
ingediende moties stijgt, maar het aantal aangenomen moties daalt.
11. DE VOORZITTER MOET DE RELEVANTIE VAN INGEDIENDE MOTIES STRENGER
CONTROLEREN
Situaties als recentelijk de motie van de SP aan het adres van
Minister De Geus, inhoudende een verbod voor de Minister om iets te
doen dat hij toch niet van plan was, moeten door ingrijpen van de
voorzitter worden voorkomen.
12. MOTIES DIENEN DOOR MINIMAAL DRIE FRACTIES DAN WEL 50 LEDEN IN DE
TWEEDE KAMER ONDERSTEUND TE WORDEN
Zo wordt de praktijk bestreden dat moties worden ingediend die kunnen
rekenen op de steun van sympathiserende fracties, die echter niet
noodzakelijkerwijs voor de voorgestelde motie zullen stemmen. De
ondersteuners dienen dus hun handtekening onder de motie te zetten.
MONDELINGE EN SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Er werden in 2002 96 mondelinge vragen gesteld (2001: 92). In 2002
werden 1563 schriftelijke vragen ingediend (2001: 1424). Regelmatig
worden Ministers, die voor het mondelinge vragenuurtje hun programma
onderbreken, na 1,5 uur onverrichter zake naar huis gestuurd.
Schriftelijke vragen worden meer gesteld om te scoren dan om de
regering te controleren (dit blijkt ook uit het feit dat er nauwelijks
vervolgvragen worden gesteld). Tegelijkertijd houden de meeste
schriftelijke vragen meerdere beleidsambtenaren op de departementen
dagenlang bezig.
13. HET AANTAL (MONDELINGE) VRAGENSTELLERS PER VRAGENUUR DIENT BEPERKT
TE WORDEN TOT DRIE
Elke vraag boven dit quotum dient schriftelijk aan de betreffende
bewindsperso(o)n(en) te worden gesteld. Mondelinge vragen dienen snel
en bondig gesteld te worden.
14. ÉÉN WOORDVOERDER PER FRACTIE BIJ MONDELINGE VRAGEN
Soms stellen meerdere leden van dezelfde fractie vragen aan de
ondervraagde bewindspersoon. Dat is verwarrend, oneerlijk naar de
andere fracties toe en neemt onnodig veel tijd in beslag.
15. HET AANTAL SCHRIFTELIJKE VRAGEN DIENT PER FRACTIE BEPERKT TE
WORDEN TOT 75 PER JAAR
Van deze maatregel gaat een zelfreinigende werking uit voor de
fracties. Zij zullen meer worden gedwongen het belang van een te
stellen vraag in te schatten. Geen "shooting from the hip" meer.
Stemmingen
16. STEMMINGEN DIENEN PLAATS TE VINDEN OP ÉÉN VAST TIJDSTIP IN DE WEEK
Op dit tijdstip (bv. donderdagmorgen 10.00 uur) wordt over alle
moties, amendementen en wetsvoorstellen in één keer gestemd. Hierdoor
wordt voorkomen dat Kamerleden zich onnodig lang en op willekeurige
momenten beschikbaar moeten houden. Dit gebeurt ook in vele andere
Europese landen en in het Europees Parlement. Hoge uitzondering moet
de stemming over een motie van wantrouwen tegen een bewindspersoon
zijn, evenals een stemming over een urgent Kabinetsbesluit, die immers
geen uitstel dulden.
Mededelingen griffie
17. "GROENTJES" PER E-MAIL
De "groentjes", die soms spoedeisende mededelingen aan de Kamerleden
bevatten, dienen ook per e-mail en/of blackberry's aan de Kamerleden
te worden aangeleverd.
18. CONCEPT-MONDELINGE VRAGENOVERZICHT MINDER FREQUENT DOORSTUREN
Het telkens wijzigende concept-mondelinge vragenoverzicht wordt nu
soms 6 maal per e-mail doorgezonden op de maandag en dinsdagmorgen.
Dat kan worden gereduceerd tot 2-maal: einde van de maandagmiddag en
dinsdagochtend direct na het verstrijken van de deadline.
Recessen
19. BETER BENUTTEN RECESWEKEN
De Kamer gaat jaarlijks zo'n 20 weken op reces: Zomer (11 weken),
Najaar (2 weken), Kerst (2 weken), Krokus (2 weken) en het Meireces (2
weken). Het reces is o.m. bedoeld voor het bezoeken van de achterban
en het lopen van stages en dergelijke. LPF denkt dat recessen beter
kunnen worden benut. Bijvoorbeeld voor het houden van grote
interpellaties met het Kabinet en delegatiereizen van het parlement.
FRACTIE LIJST PIM FORTUYN, FEBRUARI 2003