E-QUALITY
Brief E-quality aan Bos en Balkenende
Open brief aan:
Onderhandelaars J.P. Balkenende en W.J. Bos
Den Haag, 24 februari 2003
Geachte heren,
Als expertisecentrum op het gebied van emancipatie in de
multiculturele samenleving volgt
E-QUALITY met grote belangstelling het informatietraject.
E-QUALITY uit hierbij haar zorg over het verloop van het politieke en
maatschappelijke debat waarin emancipatievraagstukken sterk op de
achtergrond blijven. E-QUALITY meent dat aandacht voor
emancipatiezaken onverminderd nodig blijft. De
emancipatiedoelstellingen zoals die de afgelopen jaren zijn
geformuleerd, zijn nog lang niet allemaal bereikt.
Daarnaast uit E-QUALITY haar zorg over de negatieve beeldvorming die
is ontstaan ten aanzien van etnische minderheden, en dan vooral die
met een islamitische achtergrond, in het integratiedebat en in het
dagelijks leven. Discussies over normen en waarden zijn zinvol, maar
moeten niet ontaarden in scherpe tegenstellingen. De overheid heeft
een verantwoordelijkheid om een veilig klimaat te scheppen voor alle
burgers.
Als gevolg van de stagnerende economie dreigen bezuinigingen op
initiatieven met betrekking tot kwetsbare groepen zoals vrouwen en
etnische minderheden. Positieverbetering van deze groepen vereist
eerder meer dan minder investeringen in tijden van laagconjunctuur.
Om het belang van emancipatie van mannen en vrouwen van alle etniciteiten aan te geven, is het wenselijk dat er in alle paragrafen van het regeerakkoord aandacht voor emancipatie is. Hieronder volgen enkele punten die E-QUALITY daarbij van belang acht.
1. Staatssecretaris Emancipatiezaken
Het realiseren van een gelijke positie voor alle Nederlandse burgers
gaat niet vanzelf. Het halen van de emancipatiedoelen vereist dan ook
een coördinerende staatssecretaris Emancipatiezaken. Van deze
bewindspersoon verwacht E-QUALITY kennis van zaken, zowel op het
gebied van emancipatiezaken als van diversiteit. Tevens zal deze
staatssecretaris voldoende gezag moeten hebben om het
emancipatieproces bij alle departementen en in de samenleving te
stimuleren.
2. Emancipatietaakstellingen
Om er voor te zorgen dat emancipatiebeleid niet alleen de
verantwoordelijkheid is van één bewindspersoon is het wenselijk dat
elk departement een actieplan opstelt met ten minste drie concrete
Emancipatietaakstellingen. Dit instrument heeft zijn waarde bewezen in
de periode 1998-2002. Uit de Eindrapportage Emancipatietaakstellingen
van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid blijkt dat de
taakstellingen het departementaal emancipatiebeleid hebben
gestimuleerd. Deze positieve ervaringen verdienen een vervolg in een
bijgesteld ontwerp Departementale Emancipatietaakstellingen.
3. Mainstreaming
Emancipatie heeft betrekking op alle beleidsterreinen. Daarom is het
van belang dat de instrumenten uit het kabinetsstandpunt Gender
Mainstreaming (emancipatie verankeren in al het beleid) uit 2001
voortvarend worden ingezet. Dergelijke instrumenten zijn onder meer
het instellen van de visitatiecommissie Mainstreaming en het
investeren in een stevige en brede
Emancipatie-Ondersteuningsstructuur. Andere instrumenten zijn het in
een vroeg stadium uitvoeren van een quick scan emancipatie - eventueel
gevolgd door een meer uitgebreide emancipatie effectrapportage - en
het versterken van de gender- en etniciteitdeskundigheid binnen de
departementen.
4. Emancipatie-Ondersteuningsstructuur (EOS)
Naast de aandacht voor emancipatie in het gehele regeerakkoord, pleit
E-QUALITY voor een aparte paragraaf waarin de visie van de regering op
emancipatie uiteen wordt gezet. Daarbij is ook een visie op de
Emancipatie-Ondersteuningsstructuur op de lange termijn van belang. Om
het emancipatieproces continu op gang te houden is het belangrijk dat
de opgebouwde deskundigheid en het brede netwerk van de betrokken
organisaties behouden blijven. Dit zou het uitgangspunt moeten zijn
bij de herziening van de EOS.
5. Levensloopbeleid
Het levensloopperspectief is een vernieuwende manier om aan de
emancipatie van vrouwen en mannen te werken. Het perspectief biedt
alle burgers meer mogelijkheden om leren, werken, zorgen en rusten te
combineren.
Een goede levensloopregeling speelt in op de diversiteit in de
samenleving en is toegankelijk voor iedereen. Wil een
levensloopregeling niet (indirect) groepen uitsluiten dan is het van
belang dat een vorm van collectieve financiering wordt opgezet: anders
zijn de kosten voor lagere inkomensgroepen te hoog. Verder is het met
betrekking tot zorg van belang dat de kring van zorgbehoevenden wordt
afgebakend op basis van aantoonbare noodzaak van zorg en niet op basis
van de aard van de relatie.
Een uitgebreide levensloopregeling zal ouderen meer mogelijkheden
bieden om flexibel met pensioen te gaan, bijvoorbeeld door deeltijd te
gaan werken, zonder dat dit ten koste gaat van het pensioen. Rekening
houden met diversiteit betekent bovendien dat de opbouwperiode van de
AOW wordt verkort, zodat ook migranten voldoende pensioen kunnen
opbouwen. Verder hoort daar een verlaging van het franchisebedrag bij
en een pensioenplicht voor alle werknemers.
Investeren in een levensloopregeling verdient hoge prioriteit. Door
een uitgebreide en brede levensloopregeling blijven meer mensen
behouden voor de arbeidsmarkt, gaat minder kennis verloren en wordt de
arbeidsparticipatie en de economische zelfstandigheid van vrouwen
bevorderd.
6. Arbeidsparticipatie
Een goede en brede levensloopregeling is noodzakelijk, maar niet
voldoende om de concrete doelen met betrekking tot arbeidsparticipatie
uit het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie te halen. In 2010 moet 60%
van de vrouwen economisch zelfstandig zijn (nu 38%) en 65% van de
vrouwen een baan hebben van 12 uur of meer (nu 53%). Het valt niet te
ontkennen dat de economische tegenwind het behalen van deze
streefcijfers bemoeilijkt. Dit vraagt extra aandacht voor de groepen
die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt. Naast goed levensloopbeleid,
moet het nieuwe kabinet daarom inzetten op voldoende en vooral
betaalbare kinderopvang. Dit geldt ook voor instrumenten als
gesubsidieerde arbeid en leer-werk-trajecten om mensen met een lage
opleiding en grote afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te
krijgen. Bovenal zou het bereiken van economische zelfstandigheid
speerpunt van beleid moeten zijn.
7. Gezinsvorming
Gezinsvorming is een fundamenteel mensenrecht volgens art. 16 van de
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De voorgenomen
plannen om de minimumleeftijd voor gezinsvorming te verhogen van 18
naar 21 jaar en de inkomenseis te verhogen druisen in tegen verdragen
als het Europees Verdrag van de rechten van de mens en het
VN-Vrouwenverdrag.
Daarnaast staat het emancipatieproces van migranten- en
vluchtelingenvrouwen nog steeds onder druk omdat een zelfstandig
verblijfsrecht pas na drie jaar huwelijk wordt afgegeven. Onzekerheid
over hun verblijf beperkt de keuzevrijheid van deze vrouwen. E-QUALITY
pleit dan ook voor het verstrekken van een zelfstandige
verblijfsvergunning na een jaar en mogelijk eerder in geval van
ernstige mishandeling.
8. Inburgering
E-QUALITY vraagt aandacht voor de specifieke gevolgen van het
integratie- en migratiebeleid voor de positie van vrouwen.
Het koppelen van de permanente verblijfsvergunning aan een succesvolle
afronding van de inburgeringscursus vindt E-QUALITY geen goede
ontwikkeling. Met name vrouwelijke nieuwkomers worden hierdoor in een
afhankelijker positie geplaatst.
Een hoge eigen bijdrage of waarborgsom - voor deelname aan de cursus
is met name lastig op te brengen voor vrouwen, aangezien zij gemiddeld
een lager inkomen hebben dan mannen, en vaker geen eigen inkomen
hebben. In feite brengt een hogere inkomenseis indirecte discriminatie
van vrouwen met zich mee.
E-QUALITY is van mening dat plannen ten aanzien van inburgering het
emancipatieproces van migranten- en vluchtelingenvrouwen zouden moeten
stimuleren. Integratie vereist niet alleen inspanningen van de nieuw-
en oudkomers, maar ook van de overheid en de samenleving. Nieuwkomers
en oudkomers hebben hun verantwoordelijkheid om te participeren in de
Nederlandse samenleving. De voorwaarden die de overheid hiervoor moet
scheppen zijn het vergroten van de kwaliteit en kwantiteit van de
inburgeringscursussen, zowel voor nieuwkomers als voor mensen die hier
al langer zijn. Hieronder valt ook het wegwerken van wachtlijsten en
het realiseren van voldoende kinderopvang voor deelnemers.
Het is belangrijk dat de cursussen qua niveau gedifferentieerd zijn.
De cursisten verschillen immers in aanleg, vooropleiding en ervaring.
Speciale aandacht en tijd is nodig voor mensen die nog niet kunnen
lezen en schrijven, waaronder relatief veel vrouwen.
Inburgering is meer dan het leren van de Nederlandse taal. Het
onderdeel maatschappelijke oriëntatie en beroepenoriëntatie zou in het
inburgeringstraject een even belangrijke status moeten hebben als de
taalcursus. Voorlichting over grondrechten en daarvan afgeleide
rechten en plichten van Nederlandse burgers, zoals over de Algemene
wet gelijke behandeling is van groot belang. Informatie over de
(rechts)positie van vrouwen en over instellingen als de vrouwenopvang
en zelforganisaties behoren in deze voorlichting specifieke aandacht
te krijgen.
9. Integratiebeleid terug naar BZK
Het vorige kabinet heeft Integratiebeleid bij het ministerie van
Justitie ondergebracht. E-QUALITY pleit ervoor de portefeuille
Integratiebeleid weer onder te brengen bij het ministerie van
Binnenlandse Zaken. Nieuwkomers en oudkomers zijn (toekomstige)
inwoners van Nederland en behoren als zodanig behandeld te worden
E-QUALITY hecht, ook in deze economisch minder voorspoedige tijden,
aan onverminderde aandacht voor het realiseren van gelijke
mogelijkheden voor vrouwen en mannen ongeacht hun afkomst. E-QUALITY
is graag bereid ook bij de totstandkoming van de beleidsvoornemens in
de formatieperiode haar bijdrage te leveren en eventueel op uw verzoek
haar punten toe te lichten.
In afwachting van uw reactie,
Drs. Joan M. Ferrier
directeur E-QUALITY
C.c.: Informateurs J.P.H. Donner en H. Leijnse, Tweede Kamer
fractievoorzitters,
woordvoerders Emancipatie, woordvoerders Integratiebeleid, leden vaste
Cie. voor Justitie.
25 feb 03 09:02