Ingezonden persbericht


PERSBERICHT
GEZAMENLIJK PERSBERICHT VAN
STICHTING NATUUR EN MILIEU EN DE ZUID-HOLLANDSE MILIEUFEDERATIE

Utrecht, 25 februari 2003

Verbod gevraagd van zeer giftig nieuw bestrijdingsmiddel

Stichting Natuur en Milieu en de Zuid-Hollandse Milieufederatie hebben grote bezwaren tegen de toelating van het nieuwe, zeer giftige bestrijdingsmiddel quinoxyfen. Het wordt gebruikt tegen de schimmelziekte meeldauw in graan. Quinoxyfen heeft DDT-achtige eigenschappen. Het is zeer slecht afbreekbaar in de natuur en hoopt zich via water en lucht op in voedselketens. Naar verwachting komt het uiteindelijk in gevaarlijke concentraties terecht in het vetweefsel van vissen en viseters zoals ijsberen, en ook in moedermelk.

Quinoxyfen is in Denemarken en Zweden al verboden. Volgens de milieuorganisaties zou het ook in ons land nooit mogen worden toegelaten. Zij hebben dan ook bezwaar gemaakt tegen de voorlopige toelating door de Commissie voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB). Een voorlopige toelating houdt in dat het middel alvast mag worden gebruikt; de fabrikant krijgt de kans om nader onderzoek te doen naar de gevolgen voor gezondheid en milieu. Dat nu is volstrekt overbodig, aldus de milieuorganisaties. Er is genoeg bekend om het middel niet toe te laten. De afbraaktijd van quinoxyfen is 224-508 dagen, terwijl de Europese wetgeving een maximale afbraaktijd van 180 dagen stelt. En de ophoping van het gif in voedselketens is ruim vier maal groter dan in Europa is toegestaan.
Een ander bezwaar is dat het de natuurlijke vijanden van schadelijke insecten doodt. Dat maakt het nutteloos voor de moderne zogeheten geïntegreerde land- en tuinbouw, die bestrijdingsmiddelen beperkt toepast en zoveel mogelijk gebruikmaakt van natuurlijke bestrijding van plagen en ziekten.

Morgen zullen de milieuorganisaties hun bezwaren toelichten op een hoorzitting van het CTB.