---

Brieven aan de Kamer
---

Behoeftestelling Precisie Geleide Wapens jachtvliegtuigen

25-02-2003

Inleiding

Sinds de Defensienota-2000 beschikt Nederland over zes operationele, aan de Navo aangeboden, F-16 squadrons. De F-16´s worden volgens het "swing-role" concept ingezet voor tactische verkenning, voor luchtverdediging en voor grondaanvallen. Tijdens de Navo-operatie "Allied Force" heeft de Koninklijke luchtmacht het luchtwapen met succes ingezet bij onder andere de bestrijding van gronddoelen. Daarbij bleek eens te meer dat aan het wapenpakket van de Koninklijke luchtmacht hoge eisen worden gesteld. Zo wordt bij de bestrijding van gronddoelen een belangrijke rol aan precisiewapens toegekend mede ter voorkoming van onbedoelde nevenschade ("collateral damage"). Van de inzet wordt dag en nacht en onder alle weersomstandigheden een hoge mate van precisie verwacht. Verder moeten de wapens in verband met de veiligheid van de vliegers zoveel mogelijk buiten bereik van de vijandelijke luchtafweer kunnen worden ingezet.

Deze ontwikkelingen nopen tot verbetering van het huidige lucht-grond wapenpakket van de Koninklijke luchtmacht op zowel kwalitatief als op kwantitatief gebied. De voorgestelde verbeteringen beogen de vergroting van het aandeel precisiewapens in het wapenpakket, de introductie van wapens die onder alle weersomstandigheden met grote precisie kunnen worden ingezet en de verwerving van wapens met een vergroot bereik. Ook in het Navo "Defence Capabilities Initiative" (DCI), in de Europese "Headline Goal" en meer recent in het kader van terrorismebestrijding wordt deze behoefte geconstateerd. Tevens maakt een vergroting van de voorraad precisie geleide wapens deel uit van de Praag hoofdlijnen. Daarnaast zijn er op doctrinair- en op technologisch gebied ontwikkelingen gaande, die na 2010 de inzet van niet-letale wapens in bepaalde scenario´s wenselijk en mogelijk maken. Dergelijke wapens beperken de kans op onbedoelde nevenschade nog verder.

Met deze brief informeer ik u over de behoefte aan precisiegeleide munitie (PGM) ter verbetering van het bestaande lucht-grond wapenpakket van de Koninklijke luchtmacht. Met de invulling hiervan wordt de bewapening van de F-16 op een verantwoord niveau gebracht. Tegelijkertijd wordt daarmee een bijdrage geleverd aan de opheffing van de in Navo en in Europees verband geconstateerde tekorten aan PGM.

Fasering

Moderne en complexe precisiegeleide wapens moeten wat betreft de software en de hardware volledig in het jachtvliegtuig zijn geïntegreerd. De integratie van nieuwe wapentypen in het vliegtuigsysteem is daarmee een tijdrovende en kostbare zaak. Daarom kunnen op korte termijn alleen wapens worden ingevoerd waarvoor zowel de software als de hardware van de F-16 reeds geschikt zijn. Wapens die niet in deze categorie vallen, kunnen pas vanaf 2006, als de vernieuwde software voor de F-16 beschikbaar komt, worden ingezet. De verwerving van niet-letale wapens is pas na 2010 aan de orde, omdat de ontwikkeling daarvan naar verwachting niet voor dat jaar wordt voltooid. In verband met de vereiste integratie, de thans beschikbare typen lucht-grond bewapening en de financiële omvang van het project verbetering van het lucht-grond wapenpakket van jachtvliegtuigen is voor een driedeling van de behoeftestelling en de verwerving gekozen.

Tot en met 2006: project "precisiegeleide wapens (PGM) jachtvliegtuigen". Dit betreft de behoefte aan laser- en "Global Positioning System" (GPS) geleide wapens, alsmede verbeterde munitie voor het boordkanon;

Na 2006: project "stand-off en gebiedsdekkende wapens jachtvliegtuigen". Dit betreft de behoefte aan verbeterde clusterwapens en wapens met een vergroot bereik ("stand-off" wapens).

Na 2010: project "niet-letale precisiewapens jachtvliegtuigen". Dit betreft de behoefte aan nog in ontwikkeling zijnde niet-letale wapens die vanaf jachtvliegtuigen kunnen worden ingezet.

Een voordeel van deze fasering is de mogelijkheid om technologische en conceptuele ontwikkelingen op het gebied van vliegtuigbewapening te verwerken in toekomstige keuzes voor het wapenpakket. Van belang hierbij is vooral de al genoemde ontwikkeling van niet-letale wapens voor conflicten op een lager geweldsniveau. Verder biedt fasering de mogelijkheid om de ontwikkelingen op het gebied van gebiedsdekkende wapens en "stand-off" wapens te volgen alsmede rekening te houden met de eisen die de opvolger van de F-16 stelt aan het wapenpakket. De thans voorliggende behoefte betreft de fase tot en met 2006: het project "precisiegeleide wapens jachtvliegtuigen". Voor de overige projecten wordt te zijner tijd een separate behoeftestelling aangeboden. Kwalitatieve behoefte Omdat de Navo voor (kleinschaliger) crisisbeheersingscenarios geen richtlijnen voor de kwalitatieve en kwantitatieve omvang van het lucht-grond wapenpakket hanteert, is hiervoor een eigen methodiek ontwikkeld. Deze methode gaat uit van ervaringen die tijdens recente operaties zijn opgedaan. Bij inzet van het luchtwapen wordt de wapenkeuze allereerst bepaald door het type uit te schakelen doelen en de mate waarin schade moet worden toegebracht. Wat de doelen betreft wordt onderscheid gemaakt tussen luchtverdedigingssystemen, schepen, mobiele doelen, "hardened" doelen (die zich zowel boven- als ondergronds kunnen bevinden) en "soft" doelen. Bij de wapenkeuze speelt de voorkoming van onbedoelde nevenschade een belangrijke rol. De keuze voor het wapen wordt verder bepaald door omgevingsfactoren zoals: de dreiging, de "Rules of Engagement" (RoE´s) en de weersomstandigheden. Deze factoren bepalen samen het gewenste bereik, de benodigde mate van doelidentificatie, het type wapengeleiding en de gewenste precisie. Afhankelijk van de combinatie van het uit te schakelen doel, de aan te brengen schade en de van toepassing zijnde omgevingsfactoren wordt vastgesteld welk type wapen het meest geschikt is. Dit betekent dat het wapenpakket moet bestaan uit een mix van wapens, die onder uiteenlopende omstandigheden tegen een breed scala aan doelen kunnen worden ingezet. Daarbij worden de volgende typen wapens en bijbehorende geleidingssystemen onderscheiden:

* Lasergeleide wapens. Lasergeleide wapens bestaan uit een bomlichaam dat is voorzien van een lasergeleidingssysteem. Lasergeleide wapens kunnen met zeer hoge nauwkeurigheid en van relatief grote afstand worden ingezet tegen een breed scala aan (bewegende) doelen waarbij de kans op onbedoelde nevenschade gering is. De Koninklijke luchtmacht beschikt sinds operatie "Allied Force" over de voor de geleiding van deze wapens vereiste doelaanstralingsapparatuur. Lasergeleide wapens zijn thans nog niet geschikt voor inzet onder alle weersomstandigheden, hoewel technologische ontwikkelingen dit op termijn wel mogelijk maken. * GPS-geleide wapens. GPS geleide wapens bestaan uit een bomlichaam voorzien van een geleidingssysteem dat gebruik maakt van het "Global Positioning System" (GPS). GPS-wapens kunnen onder alle weeromstandigheden met grote nauwkeurigheid en van een relatief grote afstand tegen statische doelen worden ingezet. Daarbij is de kans op onbedoelde nevenschade klein. * Verbeterde munitie voor het boordkanon. Het operationeel concept van de Koninklijke luchtmacht voorziet in de bestrijding van gronddoelen door het boordkanon van jachtvliegtuigen vanaf middelbare hoogte. De huidige munitie voor het boordkanon heeft voor deze inzet een te beperkte effectieve dracht. Inmiddels is verbeterde munitie beschikbaar die inzet van het boordkanon vanaf middelbare hoogte wel mogelijk maakt.

De laser- en GPS-geleide wapens zijn uitontwikkeld en relatief goedkoop. De bedoeling is dat deze wapens het grootste deel van de gewenste wapenvoorraad gaan vormen. Door de invoering hiervan worden op korte termijn de belangrijkste beperkingen van de huidige wapenvoorraad verholpen. Bij de bepaling van de voorliggende behoefte is uitgegaan van de capaciteiten van de "Mid Life Update" (MLU) F-16, maar in de vervolgfasen van het project wordt vanzelfsprekend ook rekening gehouden met het project vervanging F-16. Kwantitatieve behoefte De kwantitatieve behoefte aan lucht-grond wapens is gebaseerd op de inzet van drie "Reaction Forces" (RF) F-16 squadrons. De behoeftestelling voor dit project gaat uit van een scenario, dat op de Nederlandse inzet tijdens operatie "Allied Force" is gebaseerd. Daarom is gekozen voor invulling van de behoefte op basis van de maximale inzet van één RF-squadron gedurende een aaneengesloten periode van 90 dagen of van drie RF-squadrons gedurende 30 dagen. Op basis van deze uitgangspunten wordt het aantal uit te voeren operationele vluchten bepaald waarbij lucht-grond wapens kunnen worden ingezet. Aan de hand van de doelverdeling wordt vervolgens per type het benodigde aantal wapens vastgesteld. De ervaring leert dat ongeveer 80% van de doelen met precisie wapens moet worden bestreden en de resterende 20% met ongeleide bommen. De Koninklijke luchtmacht heeft zoals gesteld al een aantal laser geleidingssystemen inclusief de bijbehorende bomlichamen in haar inventaris. Dit geldt niet voor GPS-geleidingssystemen, de bijbehorende bomlichamen en de nieuwe munitie voor het boordkanon. Naast een aanvullende behoefte aan laser geleidingssystemen en de behoefte aan GPS-geleidingssystemen bestaat er ter aanvulling op de bestaande inventaris ook behoefte aan extra bomlichamen, ontstekers alsmede onderhouds- en testapparatuur. De voorliggende behoefte is vastgesteld door de reeds bij de Koninklijke luchtmacht aanwezige systemen in mindering te brengen op de gewenste totale aantallen. In onderstaande tabel zijn de aantallen te verwerven wapens weergegeven.

Wapentype

Te verwerven

Lasergeleidingssystemen

384

GPS geleidingssystemen

708

Verbeterde 20mm munitie

129080

Bomlichamen

718

Financiële aspecten Voor de verbetering van de precisie geleide lucht-grond bewapening is tot en met 2006 M 78,5 (prijspeil 2002) in de begroting van de Koninklijke luchtmacht gereserveerd. Risicos De ervaring met operatie "Allied Force" leert dat het niet waarschijnlijk is dat de verbruikte precisiewapens nog tijdens een operatie snel kunnen worden aangevuld. De combinatie van beschikbare financiële middelen, de ontwikkeling met betrekking tot stand-off wapens en non-letale wapens en de vervanging van de F-16 nopen echter tot een operationeel acceptabele beperking en fasering in de aanschaf van nieuwe wapens. Internationale samenwerking In het kader van het Navo-DCI programma heeft Nederland het initiatief genomen om samen met de vier andere Europese landen van het F-16 "Multi National Fighter Program" (MNFP) (België, Denemarken, Noorwegen en Portugal) te bezien wat de mogelijkheden zijn voor de gezamenlijke verwerving van lucht-grond wapens. Tot op heden heeft dit nog niet tot concrete resultaten geleid. In het vervolgtraject van dit project wordt dit aspect nadrukkelijk betrokken. Daarnaast streeft de Koninklijke luchtmacht, waar dit voordelen biedt, naar aansluiting bij orders van de Amerikaanse overheid.

EVDB en Defensie en Terrorisme en NAVO In de EVDB-brief van 25 juni 2001 (Kamerstuk 27 400, nr. 48) onderstreept Defensie het belang van en de behoefte aan meer precisiemunitie ter versterking van het crisisbeheersingsvermogen van de Nederlandse krijgsmacht. Dit project is een van de mogelijke nieuwe Europese projecten waarmee de voortgang van het EVDB de komende jaren kan worden gewaarborgd. In aanvulling hierop is in het rapport "Defensie en Terrorisme," van 18 januari jl. (Kamerstuk 27 925, nr. 45) aanbevolen het PGM-arsenaal bij de Koninklijke Luchtmacht uit te breiden. Het vergroten van de voorraad precisiegeleide munitie ( met 30%) maakt ook deel uit van de hoofdlijnen van ´Praag´. Indien de voornoemde internationale samenwerking leidt tot kostenverlaging, kan Nederland extra PGM verwerven binnen de huidige begroting. Overige aspecten Competitieve Dienstverlening (CDV). Uitbesteding van alle vormen van operationeel optreden komt niet voor CDV in aanmerking. ARBO en Milieu. Het te verwerven wapenpakket bevat een pakket ondersteunende apparatuur. Bij de keuze hiervan wordt rekening gehouden met de geldende regelgeving over de lichamelijke belasting van het personeel. Voor de te verwerven wapens gelden dezelfde milieuaspecten als voor de huidige wapenvoorraad. Tot slot Ik ben voornemens, desgewenst na overleg met u, het project precisiegeleide wapens jachtvliegtuigen voort te zetten en hiervoor de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten te mandateren.

DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Nieuws Ministerie van Defensie