Persberichten
Heerenveens college oneens met IBF-standpunt provincie
23-2-2003
Burgemeester en wethouders van Heerenveen zijn het volstrekt oneens
met de manier waarop en het tijdstip dat de provincie de invulling van
het IBF ter discussie heeft gesteld. Met die actie komt de
betrouwbaarheid van de overheid in het geding. Dat wordt betreurd,
zeker ook omdat provincie en gemeente bij de totstandkoming van het
IBF samen hebben opgetrokken. De benadering va de provincie thans
staat daarmee in schril contrast. Het uitgeven van een deel van het
bedrijventerrein in kavels kleiner dan tien hectare is alleen te
motiveren als onomstotelijk vaststaat dat dát de enige manier is om de
exploitatie van het IBF veilig te stellen, zo stelt het college in een
brief aan gedeputeerde staten.
Het Internationaal Bedrijvenpark Friesland is (als terrein exclusief
voor grootschalige bedrijven) uniek omdat de kavelgrootte minimaal
tien hectare moet zijn. B&W wijzen er op dat de provincie zelf enkele
jaren geleden van mening was dat de subsidievoorwaarden van rijk en
Europa een wijziging van die minimale kavelomvang in de weg stonden.
Ook wilde het college het bedrijventerrein toen wel openstellen voor
transportbedrijven e.d., maar GS waren het daar niet mee eens en
hielden vast aan de doelgroep grootschalige bedrijven.
Dat standpunt van de provincie is voor het gemeentebestuur van
Heerenveen aanleiding geweest om aan de noordzijde van de rijksweg A7
richting Tjalleberd gronden te verwerven voor het nieuwe
bedrijventerrein Klaverblad Noordoost. Inmiddels is daar voor bijna 19
miljoen in de grondverwerving geïnvesteerd. Als de gemeente op een of
andere manier wordt gedwongen om mee te werken aan een (gedeeltelijke)
functiebijstelling van het IBF, dat vervolgens gaat concurreren met
Klaverblad Noordoost, zal de provincie worden aangesproken om de
financiële schade die dan voor Heerenveen ontstaat, gecompenseerd te
krijgen.
Overigens sluiten burgemeester en wethouders niet het oog voor de
positie van het IBF. Maar een herziening van het concept is pas aan de
orde als een grondige analyse van de situatie is gemaakt. Mocht het
ooit tot een gedeeltelijke herbestemming van het IBF komen, dan willen
B&W vooraf een schriftelijke verklaring van de subsidiegevers dat die
subsidies niet zullen terugvorderen.