Katholieke Universiteit Nijmegen

Mediahoogleraar Jo Bardoel in oratie aan de KU Nijmegen:

Media moeten meer rekening houden met inbreng burgers

Het huidige mediabeleid is te sterk gericht op media-aanbieders en belangen van gevestigde partijen en te weinig op de belangen van mediagebruikers en burgers in een democratische samenleving. Daarom is een ambitieuzer mediabeleid nodig, meent prof. dr Jo Bardoel, hoogleraar mediabeleid aan de KU Nijmegen. Hij vindt dat het primaat van het publieke belang in de media hersteld moet worden en is voorstander van een breed mediabeleid. Dat moet zich niet beperken tot de verhouding tussen overheid en markt, maar ook oog hebben voor het belang van een onafhankelijke en competente journalistiek en voor meer inbreng van en rekenschap naar burgers.

Over macht en verantwoordelijkheid van de media en hun rol in de openbare informatievoorziening spreekt prof. dr. Jo Bardoel vrijdag 21 februari, bij de aanvaarding van de bijzondere leerstoel ´mediabeleid´ aan de KU Nijmegen.

Meer ruimte voor debat
11 September, het Screbrenica-rapport, de opkomst en ondergang van Fortuyn en twee verkiezingen binnen een jaar: media wordt steeds meer macht toegekend, maar media worden er tegelijkertijd van beschuldigd het minder nauw te nemen met hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Er zijn steeds meer mediakanalen, media zijn de centrale arena geworden voor politiek en cultuur, journalisten laten zich meeslepen in een eigen `media-logica' en de burger is consument geworden. Volgens Bardoel, hebben deze veranderingen te maken met verschuivingen in de aansturing van de maatschappij naar de markt. De burger staat buitenspel, hoewel nieuwe initiatieven als forumpagina's en lezersredacteuren bij kranten en een nieuw beleid van `publieke verantwoording' bij de omroep proberen deze inbreng te herstellen. De toegenomen professionalisering van de journalistiek in Nederland heeft ook nadelen, en kan leiden tot een zekere maatschappelijke vervreemding. Daarom vindt Bardoel dat opleidin-gen niet alleen journalistieke vaardigheden (`know how') moeten bijbrengen, maar ook inzicht in het maatschappelijk functioneren van de professie (`know why'), zodat er meer ruimte komt voor maatschappelijk debat en minder voor `mediahypes'.

Is de krant nog wel een massamedium?
Kijkend naar het actuele mediabeleid constateert Bardoel dat de pers in serieuze problemen zit. Lezers - vooral jongeren en nieuwe Nederlanders - lopen weg, en adverteerders volgen, naar televisie en internet. Over enige tijd heeft Nederland wellicht nog maar een landelijke populaire krant, De Telegraaf, en twee bladen voor hoger opgeleiden, NRC-Handelsblad en de Volkskrant. Regionaal blijft er in feite maar een redactie over, de Gemeenschappelijke Pers-dienst. Het is de vraag hoe lang de krant nog een massamedium blijft. De huidige steun voor dagbladen is te beperkt, maar er is evenmin consensus over wat er wel moet gebeuren: krantentitels steunen of journalistieke functies steunen, in de pers en via internet.

Publieke omroep te veel, commerciële omroep te weinig regels Het beleid ten opzichte van de publieke omroep is, met de ontzuiling en de komst van concurrentie, sterk verstatelijkt. Daarnaast floreert een sterke commerciële omroep die nauwelijks aangesproken wordt op zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. Bardoel is van mening dat alle open netten, publiek of commercieel, aangesproken moeten worden op hun belang voor een goed publiek domein. Hij vindt dat in dit verband de publieke omroep te veel en de commerciële omroep te weinig geregeld is.

Mediabeleid: samenspel tussen vier partijen
Bardoel vindt dat nu media een steeds meer centrale plaats in de samenleving zijn gaan innemen, ze zich ook verantwoordelijk moeten tonen naar de samenleving. Het klassieke verhaal van de vrijheid van media moet worden aangevuld met moderne theorieën over de socia-le verantwoordelijkheid en de noodzaak van een publiek domein dat losstaat van de gevestigde belangen van markt en staat. In de praktijk worden de vrijheid en verantwoordelijkheid georganiseerd in het samenspel van markt, journalistieke professie, overheid en samenleving. Het in opmars zijnde marktmodel heeft ook grote beperkingen, zoals de actuele problemen in de pers laten zien. De samenleving heeft lang omroep en pers gestuurd, ten tijde van de verzuiling. Daarna werd de burger consument en pas recent doen pers en omroep moeite om opnieuw burgers erbij te betrekken. De overheid is in feite pas als laatste aangeschoven in de vormgeving van het maatschappelijk communicatiebestel. Volgens Bardoel moet het mediabe-leid anders dan vaak wordt gesteld niet tot stand komen in uitsluitend de afweging tussen overheid en markt, maar in een samenspel van vier partijen: de samenleving (via professie en publiek), de markt en tenslotte de overheid, in deze volgorde.

Personalia
Dr. J.L.H. Bardoel is in 2002 benoemd tot bijzonder hoogleraar bij de Faculteit der Sociale Wetenschappen aan de KU Nijmegen met als leeropdracht `Mediabeleid, in het bijzonder de vormgeving daarvan in de praktijk'. De bijzondere leerstoel is ingesteld door SNUF, de Stichting Nijmeegs Universiteitsfonds. Bardoel is eveneens verbonden aan de Universiteit van Am-sterdam. In Nijmegen zal hij onder meer colleges over mediabeleid verzorgen, studenten begeleiden en onderzoek doen op het terrein van mediabeleid en maatschappelijke verantwoor-delijkheid. Bardoel was lange tijd beleidsadviseur bij de NOS en is thans lid van de eerste officiële visitatiecommissie voor de publieke omroep.

MACHT ZONDER VERANTWOORDELIJKHEID ? Media, mediabeleid en de kwaliteit van de openbare informatievoorziening, oratie prof. dr. J. L.H. Bardoel, KU Nijmegen.
21-2-2003


* Tekst oratie (pdf)