---

Brieven aan de Kamer
---

Reisverslag en risicoanalyse Afghanistan

21-02-2003

Met deze brief doe ik verslag van mijn bezoek aan Kaboel ter gelegenheid van de overdracht van het commando over ISAF aan Duitsland en Nederland op 10 februari jl. Ik heb vanzelfsprekend de Nederlandse militairen bezocht, die op professionele wijze hun taken uitvoeren. Voorts heb ik gesprekken gevoerd met de Afghaanse president Karzai, de Afghaanse minister van Defensie Fahim Kahn en de Duitse minister van Defensie Struck. In mijn gesprekken met de Afghaanse vertegenwoordigers heb ik, zoals toegezegd aan respectievelijk het lid De Graaf en het lid Herben tijdens het debat op 5 februari jl., gevraagd naar de veiligheidssituatie en de informatievoorziening over ISAF aan de plaatselijke bevolking. Het verslag van mijn gesprekken en mijn indrukken van het bezoek zijn verwerkt in de hieronder volgende risicoanalyse, die eveneens aan de Kamer is toegezegd op 5 februari jl. Gelet op de meer algemene aspecten die aan de orde komen, gaat deze brief u toe mede namens de minister van Buitenlandse Zaken. De risico-inschatting berust op een analyse van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst die in samenwerking met het Duitse ministerie van Defensie tot stand is gekomen.

Overigens heb ik ook een bezoek gebracht aan het F-16 contingent op Manas, in Kirgizië. De Nederlandse militairen daar leveren een belangrijke bijdrage aan de voortdurende operaties tegen Al-Qaida en Taliban in Afghanistan. De samenwerking met de Deense en Noorse detachementen is goed en de gezamenlijke inspanningen worden door de VS op hoge prijs gesteld. Zoals bekend heeft de Regering onlangs besloten de deelneming aan de operaties vanaf Manas met zes maanden te verlengen.

Commando-overdracht ISAF

Bij de commando-overdracht op 10 februari jl. in Kaboel waren naast de vertegenwoordigers van Nederland, Duitsland en Turkije, onder meer ook de Afghaanse president Karzai en de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN, de heer Brahimi, aanwezig. De verschillende sprekers stonden stil bij de vooruitgang die in de afgelopen periode is geboekt en de taak die ISAF nog te wachten staat. De scheidende Turkse generaal Zorlu noemde bijvoorbeeld de afschaffing van de avondklok, voor het eerst in twintig jaar, als een teken van de toegenomen veiligheid in de stad. President Karzai sprak onder meer het voornemen uit om de papaverteelt aan te pakken en vroeg daarbij om steun van de internationale gemeenschap. Ik heb onderstreept dat ISAF een belangrijke voorwaarde is voor de versterking van het centrale gezag en dat macht niet ten gunste van persoonlijk gewin of van de eigen factie gebruikt mag worden.

Tijdens een rondrit door Kaboel met vertegenwoordigers van UNHCR heb ik een beeld gekregen van de verwoestingen die in de jaren negentig na het vertrek van de Russische bezettingsmacht zijn aangericht door elkaar bestrijdende krijgsheren. Grote delen van de stad bieden nog een troosteloze aanblik en het is duidelijk dat de internationale gemeenschap ook in financiële zin een omvangrijke, structurele inspanning zal moeten leveren om de wederopbouw van Afghanistan te bewerkstelligen. De Nederlandse diplomaten in Kaboel, die mij tijdens mijn verblijf voortreffelijk hebben begeleid, bleken daarvan doordrongen. De contacten van de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging met de Nederlandse militairen zijn goed. De situatie in Kaboel onderstreept het belang van nauwe samenwerking tussen militairen en diplomaten in het veld en van een goede coördinatie van de betrokken departementen in Den Haag. Een integrale benadering is meer dan ooit een voorwaarde voor het welslagen van het buitenlands beleid in de praktijk.

Algemene veiligheidsontwikkelingen Afghanistan

Tijdens het bezoek werd mijn indruk bevestigd dat de veiligheidsontwikkelingen in Afghanistan een gemengd beeld te zien geven. In Kaboel en directe omgeving is het, ondanks enkele serieuze incidenten, relatief rustig. Vooral in de rest van Afghanistan blijft de algemene veiligheidssituatie echter kwetsbaar. Enerzijds is er de moeizame, maar voortgaande uitvoering van het Akkoord van Bonn, waaraan de voornaamste krijgsheren zich gebonden achten. Zeker in het licht van de recente Afghaanse geschiedenis is dat positief. Ook is het belangrijk te constateren dat de bevolking van Kaboel en omstreken welwillend blijft staan tegenover ISAF en de internationale gemeenschap. Desgevraagd bevestigde president Karzai tegenover mij dat de burgers van Kaboel positief oordelen over ISAF en de overgangsregering, omdat die voor het eerst sinds jaren enige hoop bieden op verbetering van hun lot. De Nederlandse militairen ervaren die positieve houding ook dagelijks tijdens hun patrouilles. Ik heb onderstreept dat het belangrijk is dat de inwoners van Kaboel goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en vooral de beperkingen van ISAF wat de taakuitvoering betreft.

Mede om de positieve houding van de bevolking te waarborgen is het van belang dat de inspanningen van de internationale gemeenschap ten behoeve van de wederopbouw zichtbare resultaten opleveren. Zoals bekend levert Nederland een aanzienlijke financiële bijdrage. In zijn toespraak bij de commando-overdracht sprak de heer Brahimi zijn waardering uit voor het feit dat Nederland als enige donor (bijna) alle steun verleent via multilaterale kanalen. In dit kader is ook van belang dat het Nederlandse contingent in ISAF kleinschalige hearts and minds-projecten uitvoert, zoals het opknappen van scholen en andere openbare voorzieningen.

De keerzijde van de veiligheidssituatie is dat het gezag en de invloed van de Afghaanse overgangsregering buiten Kaboel en directe omgeving beperkt blijven. De Afghaanse bevolking blijft verdeeld langs etnische en soms religieuze lijnen, waarbij het wantrouwen tussen de Tadzjieken en Pathanen, en vooral de leiders van deze bevolkingsgroepen, centraal staat. Regionale en lokale leiders, van wie sommigen posities bekleden in de Afghaanse overgangsregering, hebben hun eigen invloedssferen afgebakend en beschikken vaak over eigen milities en autonome, vaak illegale, inkomstenbronnen. Nog steeds vinden er in verschillende gebieden van Afghanistan buiten Kaboel schermutselingen plaats tussen regionale en lokale leiders. De houding van velen van hen ten opzichte van de internationale gemeenschap wordt in belangrijke mate ingegeven door berekenend eigenbelang. Het blijft belangrijk hen gecommitteerd te houden aan het Bonn-proces en de staatsvorming, waaronder ook de vorming van Afghaanse veiligheidsstructuren valt, door te zetten. Dat zal ook een gunstig effect hebben op de bestrijding van de wijdverbreide criminaliteit, inclusief de papaverteelt en drugshandel, en corruptie. De laatste weken zijn op verschillende plaatsen hulporganisaties overvallen. Dat het wapenbezit na jaren van burgeroorlog zo wijd verbreid is, komt de veiligheid uiteraard niet ten goede.

Het is van belang dat blijvende aandacht wordt besteed aan de demilitarisatie, ontwapening en reïntegratie van de strijders van de verschillende milities en, gelijktijdig, aan de opbouw van veiligheidsstructuren onder het centraal gezag. Het opbouwen van een Afghaans Nationaal Leger is een moeizaam proces, waarbij tot nu toe slechts 1.200 militairen zijn opgeleid. De Verenigde Staten hebben hierbij de leiding. In mijn gesprek met de Afghaanse minister van Defensie, Fahim Kahn, heb ik deze problematiek aan de orde gesteld. De heer Fahim Kahn zei van mening te zijn dat de eenheden van regionale leiders in de provincie vooralsnog niet ontbonden kunnen worden omdat de eenheden van het nationale Afghaanse leger nog geen rol kunnen spelen in de bestrijding van terroristen en in de ordehandhaving. Het is duidelijk dat hier nog een lange weg te gaan is. Vermeldenswaard zijn tevens de inspanningen onder leiding van Duitsland om het Afghaanse politieapparaat, vooralsnog alleen in Kaboel, te verbeteren. Onder meer met financiële steun van Nederland wordt een politieacademie opgezet.

Daarnaast zijn er groeperingen die openlijk anti-westers zijn, waaronder Al-Qaida en de Taliban en aanhangers van de krijgsheer Hekmatyar. Er is een zorgwekkende tendens waarneembaar van hergroepering van deze strijders in regios in het oosten en zuidoosten van Afghanistan, de Pathaanse gebieden waar zij traditioneel steun vinden onder de bevolking. Ook zijn er groepjes waargenomen in provincies die grenzen aan de provincie Kaboel. Het is echter niet met zekerheid vast te stellen om welke aantallen het gaat. De aanwezigheid van coalitie-eenheden in Enduring Freedom ligt vooral in deze zuidelijke en oostelijke regios van Afghanistan gevoelig. Niettemin onderstrepen de eerdergenoemde ontwikkelingen het belang van voortzetting van de operatie. Regelmatig voeren grondtroepen van de coalitie nog gevechten met strijders van Al-Qaida en Taliban. In Enduring Freedom worden echter ook, waar mogelijk, nieuwe stappen gezet om bij te dragen aan wederopbouw en staatsvorming.

Veiligheidsrisicos Nederlandse personeel in ISAF

Wat betreft de specifieke veiligheidsrisicos voor het Nederlandse personeel in ISAF moet voorop worden gesteld dat de situatie in Kaboel en directe omgeving, ondanks de gewelddadige incidenten van de laatste weken, relatief rustig is. De bevolking van Kaboel staat, zoals gezegd, positief tegenover de ISAF-militairen. Wel is er in bepaalde delen van de stad sprake van een onveilige situatie als gevolg van criminaliteit. Onlangs zijn ook hulporganisaties in de stad het slachtoffer geworden van gewapende overvallen. De effectiviteit van het optreden van de Afghaanse politie wordt ondergraven door corruptie. Mede met het oog daarop is het van grote betekenis dat de salarissen van deze politiefunctionarissen tijdig worden uitbetaald. Ook is het belangrijk dat de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden naar Kaboel in goede banen wordt geleid.

Relevant voor de veiligheidssituatie in de stad is tevens de aanwezigheid van Afghaanse militairen die formeel onder controle staan van Fahim Kahn, de Afghaanse minister van Defensie, maar van wie een deel ook loyaal is aan de Pathaanse leider Abdul Rasul Sayyaf. Er bestaat een zekere verstandhouding tussen deze twee leiders, die elk een deel van de stad beheersen. Niet alleen stelt de Tadzjiek Fahim zich steeds coöperatiever op, ook Sayyaf heeft zijn steun uitgesproken aan de overgangsregering en de aanwezigheid van ISAF. De leiding van ISAF onderhoudt goede contacten met beiden, zoals ook met Afghaanse autoriteiten op andere niveaus. Als gevolg van die goede contacten is er onlangs toestemming verkregen voor het plaatsen van een liaison-officier van ISAF bij de Afghaanse veiligheidsdienst NDS.

Zoals eerder gesteld blijft de meest directe dreiging uitgaan van anti-westerse elementen die zich heimelijk in en rondom Kaboel bevinden. Hoewel deze groeperingen niet in staat worden geacht tot grootschalig optreden, wordt er wel rekening mee gehouden dat zij gerichte acties tegen ISAF kunnen uitvoeren. Het is niet uitgesloten, doch ook niet met zekerheid vastgesteld, dat deze groeperingen verantwoordelijk zijn voor de beschietingen die zich de afgelopen weken hebben voorgedaan. Overigens kwamen de raketten daarbij steeds honderden meters, of aanmerkelijk verder, buiten de compound neer en zijn er geen slachtoffers gevallen.

Ook na afloop van de ceremonie bij de commando-overdracht op 10 februari werd op het ISAF-kampement alarm geslagen. Vervolgens zijn alle aanwezigen in de verschillende bunkers ondergebracht. Hoewel de onlangs in werking gestelde mortieropsporingsradars de afvuurlocatie wisten vast te stellen en er gerichte patrouilles naar de locatie werden uitgezonden, zijn nog geen aanwijzingen gevonden over de daders. Evenmin is met zekerheid vast te stellen waar de projectielen zijn ingeslagen. Het gaat om relatief eenvoudige projectielen die met zeer eenvoudige hulpmiddelen gelanceerd kunnen worden. Het is onduidelijk of zij specifiek gericht waren tegen ISAF. Zonder de risicos te willen bagatelliseren toont dit wel het perspectief waarin deze dreiging benaderd dient te worden en onderstreept deze episode de noodzaak van zorgvuldige berichtgeving.

Verder wordt er rekening mee gehouden dat de anti-westerse elementen ook op andere manieren een bedreiging kunnen vormen voor ISAF-personeel, bijvoorbeeld door het uitvoeren van (zelfmoord)aanslagen of spionageactiviteiten, of door (hooggeplaatste) militairen te ontvoeren. Hiertegen zijn veiligheidsmaatregelen getroffen.

Zoals eerder in de Tweede Kamer is besproken, wordt tevens het risico onderkend dat anti-westerse groeperingen een eventueel optreden tegen Irak zullen aangrijpen voor propaganda-doeleinden en/of een intensivering van terroristische acties. Het is echter niet de verwachting dat de bevolking van Kaboel zich op grote schaal tegen ISAF zal keren. Hoewel dus rekening gehouden moet worden met enige effecten op de veiligheidssituatie, vallen die naar verwachting binnen de marges van het huidige risicoprofiel. Daarin wordt het risico op terroristische acties al als hoog aangemerkt.

In verband met deze specifieke dreiging van anti-westerse groeperingen heeft ISAF al langere tijd maatregelen genomen. De commandant van ISAF en ook de Nederlandse leidinggevenden achten deze maatregelen afdoende. Allereerst zijn er allerlei passieve beschermende voorzieningen getroffen. Zo zijn er bunkers op het ISAF-kampement om de militairen onder te brengen die geen dienst hebben. Er wordt overigens nog aan gewerkt om deze bunkers te verbeteren en uit te breiden. Ook beschikt ISAF over voldoende militair vermogen en een robuust mandaat om zichzelf te kunnen verdedigen. Het Nederlandse contingent beschikt daartoe onder meer over acht Patria-pantserwielvoertuigen. Daarnaast onderneemt ISAF patrouilles naar de gebieden waar de projectielen worden afgevuurd. De onlangs operationeel geworden mortieropsporingsradars van het Nederlandse contingent vergroten de doelgerichtheid van deze patrouilles kort na een beschieting. De commandant van ISAF beschikt voor speciale verkenningsopdrachten over een detachement Nederlandse militairen van het Korps Commandotroepen. Bij de patrouillering is ook de samenwerking met de Afghaanse autoriteiten van groot belang. Door middel van zogenaamde hearts and minds-projecten wordt geïnvesteerd in een goede verstandhouding met de lokale bevolking, die tevens een waardevolle bron van informatie kan zijn over eventuele verdachte activiteiten. Ten slotte zijn er allerlei noodscenarios ontwikkeld, waarin is beschreven welke stappen genomen moeten worden als zich specifieke gebeurtenissen of ontwikkelingen voordoen. Als lead nations houden Nederland en Duitsland deze plannen opnieuw tegen het licht. Ten slotte zijn met de Verenigde Staten afspraken gemaakt over militaire steun in noodsituaties of bij een terugtrekking van ISAF indien de veiligheidssituaties te zeer verslechtert.

Onverminderd blijft er een dreiging uitgaan van mijnen en onontplofte explosieven. De standaardprocedures van de uitgezonden militairen voorzien in allerlei voorzorgsmaatregelen op dit gebied, zoals het rijden langs vooraf gecontroleerde routes.

De conclusie is dat er weliswaar aanzienlijke veiligheidsrisicos verbonden zijn aan deze missie, maar dat de inzet van Nederlandse militairen nog steeds verantwoord is, gelet op de robuustheid van het mandaat, de deelneming van grote landen zoals Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk en de afspraken met de Verenigde Staten over bijstand in noodsituaties. Alertheid blijft echter voortdurend geboden. Indien zich wezenlijke wijzigingen voordoen in de veiligheidssituatie van de Nederlandse militairen in Kaboel, dan wordt u onmiddellijk geïnformeerd.

Opvolging

In mijn gesprek met de Duitse minister Struck in Kaboel zijn de afspraken over de onderlinge coördinatie bevestigd. Tevens hebben wij van gedachten gewisseld over de opvolging van Nederland en Duitsland na de termijn van zes maanden. Ik heb daarbij duidelijk gemaakt dat Nederland niet zal afwijken van die termijn. Inmiddels heeft Canada zich bereid verklaard om in de tweede helft van 2003 een aanzienlijke bijdrage te gaan leveren aan ISAF. Ook zijn inmiddels gesprekken gaande met andere landen.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

H.G.J. Kamp

Nieuws Ministerie van Defensie