De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
IZ. 2003/346
datum
11-03-2003
onderwerp
Landbouw- en Visserijraad 20 februari 2003 Verslag
TRC 2003/1906
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Hierbij breng ik u verslag uit van de vergadering van de landbouwministers van de Europese Unie die plaatsvond op 27 februari jongstleden te Brussel.
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid ingestemd met een voorstel voor het verlenen van een vergunning voor het antibioticum avilamycine als toevoegingsmiddel in voeders voor kalkoenen. De Commissie presenteerde een nieuw voorstel voor een verordening inzake efficiënte veiligheidscontroles van levensmiddelen en diervoeders. Vervolgens is gesproken over de co-existentie van transgene en niet-transgene productieketens als ook over de goedkeuring van nieuwe genetisch gemodificeerde organismen (ggo's). Ook is gedebatteerd over de voortgang van de besprekingen van het landbouwdossier in de WTO Doha-ronde. Verder informeerde het voorzitterschap de Raad over de voortgang van de behandeling tot nu toe van de hervormingsvoorstellen voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid, in het bijzonder in de graansector. Aan dit onderwerp is geen debat gewijd. Ten slotte heeft de Italiaanse landbouwminister onder het agendapunt diversen de Raad toestemming gevraagd voor het verlenen van nationale steun om de schuld van failliete coöperaties op Sicilië te saneren. Griekenland vroeg de aandacht van de Raad voor de zeer slechte weersomstandigheden in Griekenland en de gevolgen daarvan voor de landbouwsector.
Voor een gedetailleerde inhoudelijke beschrijving van de agendapunten wil ik gaarne verwijzen naar mijn brief van 23 januari 2003 met de agenda van de Raad (21 501-32, nr. 15).
datum
11-03-2003
kenmerk
IZ. 2003/346
bijlage
Vergunningverlening voor het gebruik van avilamycine in diervoeder
De Raad heeft met gekwalificeerde meerderheid ingestemd met een
voorstel voor het verlenen van een vergunning voor het antibioticum
avilamycine als toevoegingsmiddel in voeders voor kalkoenen. Ook
Nederland heeft, zoals eerder aangegeven, zijn goedkeuring gehecht aan
het voorstel. Er vond geen debat plaats.
Officiële controle van levensmiddelen en veevoeder
De Commissie presenteerde een nieuw voorstel voor een verordening inzake efficiënte veiligheidscontroles van levensmiddelen en diervoeders. Commissaris Byrne merkte op dat dit voorstel het derde en laatste in het Witboek Voedselveiligheid aangekondigde deel vormt voor een nieuw EU-voedselveiligheidsstelsel. Hij lichtte toe dat het de wens van de Commissie is om strafrechtelijke sancties te introduceren en te komen tot betere onderlinge afstemming tussen lidstaten op dit terrein. Ten tweede wees hij op de in het voorstel opgenomen bevoegdheden van de Commissie om noodmaatregelen te treffen, al dan niet in gezamenlijkheid met de lidstaten. Ten derde merkte de Commissaris op dat het probleem van de kosten van inspecties bij voorkeur op nationaal niveau moet worden opgelost.
Ik heb me, evenals enkele andere lidstaten, in positieve bewoordingen
uitgesproken over het voorstel. Ik heb aangegeven dat het voorstel
inspringt op de behoefte om meer eenheid aan te brengen in de
historisch gegroeide diversiteit in EU-wetgeving op dit gebied.
Nederland zal het voorstel beoordelen op aspecten als de overheveling
van bevoegdheden binnen lidstaten, de controles aan de buitengrenzen,
de financiering van de overheidscontroles, het sanctiemechanisme en de
exacte verdeling van de bevoegdheden tussen de Gemeenschap en de
lidstaten op het terrein van handhaving en ten slotte de consequenties
voor de nationale handhavingscapaciteit. Ten aanzien van de
financiering van inspecties heb ik opgemerkt dat de voorkeur van
Nederland uitgaat naar harmonisatie van regelgeving. Het uitgangspunt
dient te zijn dat de eventuele doorberekening van de kosten geschiedt
conform de huidige praktijk in Nederland.
Genetisch gemodificeerde organismen: co-existentie, goedkeuringen
Co-existentie
Wat betreft de co-existentie van transgene en niet-transgene
productieketens zei Commissaris Fischler dat de Commissie op dit
moment de verschillende aspecten bestudeert. Hij verwees naar het
besluit van het College van Commissarissen over een mededeling inzake
co-existentie. Dit besluit is inmiddels genomen op 5 maart
jongstleden. Hierin zullen politieke richtsnoeren worden opgenomen.
Eind april zal de Commissie een breed opgezette Ronde Tafel-gesprek
organiseren, waar de mededeling met alle betrokkenen kan worden
bediscussieerd. De Commissaris benadrukte dat het belang van meer
onderzoek naar de verschillende aspecten van co-existentie en de
daarmee samenhangende problemen.
Eén lidstaat benadrukte dat vergunningen voor transgeen zaaizaad pas
mogen worden afgegeven, nadat het co-existentieprobleem is opgelost.
Dit betekent dat dit zaad tot die tijd ook niet kan worden opgenomen
in de communautaire catalogus (rassenlijst). De Commissaris zei echter
dat een onderscheid gemaakt moet worden tussen risicobeoordeling en
risicobeheer enerzijds en co-existentie anderzijds. Risicobeoordeling
en risicobeheer zijn nu geregeld in de twee verordeningen die de Raad
eind vorig jaar heeft aangenomen. Dit betekent dat de ggo's die op de
Europese markt zijn toegestaan geen enkele bedreiging vormen voor de
volksgezondheid of het milieu.
Co-existentie daarentegen is louter een economische kwestie. Hij zag
dan ook niet de noodzaak om te wachten met het verlenen van
vergunningen voor transgeen zaaizaad. Over de communautaire catalogus
merkte de Commissaris op dat dit een exclusieve bevoegdheid van de
Commissie is. Bovendien bestaat er een juridische plicht om in
nationale catalogi opgenomen zaaizaden over te nemen in de
communautaire catalogus.
Een andere lidstaat wees op de problematiek van burgerrechterlijke
aansprakelijkheid bij het naast elkaar bestaan van transgene en
niet-transgene productieketens. Volgens de Commissaris is deze
aansprakelijkheid echter een nationale bevoegdheid.
Goedkeuringen
Tijdens de Raad is ook de goedkeuring van nieuwe ggo's ter sprake
gebracht. De zogenaamde 'moratorium-landen', die de markttoelating van
nieuwe ggo's onder bestaande regelgeving hebben opgeschort, willen de
goedkeuring van nieuwe ggo's pas toestaan, wanneer de Novel food/feed
verordening als mede de verordening die de traceerbaarheid van ggo's
regelt, in werking treedt. Commissaris Byrne gaf aan zich bewust te
zijn van het feit dat een aantal lidstaten het goedkeuringsproces voor
nieuwe aanvragen nog steeds niet steunt. Echter, de bestaande novel
food regelgeving blijft van kracht tot de inwerkingtreding van de
nieuwe regeling. Deze regelgeving biedt volgens de Commissaris
voldoende waarborgen voor de volksgezondheid en het milieu. Nederland
en een vijftal andere lidstaten gaven aan zich aan te sluiten bij de
benadering van de Commissie.
WTO
De Raad debatteerde over de voortgang van de bespreking van het
landbouwdossier in de WTO-Doha-ronde. Directe aanleiding hiertoe
vormde het concept-onderhandelingsdocument dat de voorzitter van de
landbouwonderhandelingsgroep van de WTO, Harbinson, 12 februari
jongstleden heeft gepresenteerd en de mini-ministeriële bijeenkomst
die hierover Tokio plaatsvond. Commissaris Fischler was zeer kritisch
over dit zogenaamde Harbinson-paper. Daar waar dit document, met als
uitgangspunt de Doha-verklaring, WTO-leden naar elkaar toe had moeten
brengen door te zoeken naar de gemeenschappelijkheid van standpunten,
negeert het stuk juist de Doha-uitgangspunten en versterkt het de
verschillen in opvatting, aldus de Commissaris.
De Commissie heeft kritiek op een viertal punten in het Harbinson
document. In de eerste plaats op het voorstel voor een volledige
afschaffing van exportsubsidies in negen jaar. In principe is dit punt
voor de Europese Commissie wel bespreekbaar, maar dan wel in samenhang
met exportkredieten en voedselhulp. Dit laatste is echter niet
opgenomen in het voorstel. Dit bevoordeelt handelspartners als de VS
op onacceptabele wijze. Ten tweede heeft de Commissie weinig sympathie
voor de vergaande voorstellen voor afbouw van de interne steun voor de
maatregelen die vallen onder de zogenaamde blue box (gedeeltelijk
ontkoppelde inkomenssteun). Dit terwijl vaststaat dat de
handelsverstorende effecten van deze maatregelen relatief beperkt
zijn, Zeker in vergelijking met maatregelen vallend onder de amber box
(het aan de productie gekoppelde steunbudget).
Ten derde noemde de Commissaris de negatieve uitwerking van de
maatregelen voor een vergrote markttoegang voor de armste
ontwikkelingslanden: de voorgestelde maatregelen komen vooral ten
goede aan landen, ook de rijkere ontwikkelingslanden, die nu reeds
toegang tot de markten hebben. Als laatste noemde Fischler het
ontbreken, op een enkele passage over dierenwelzijn na, van de
non-trade concerns. Dit in tegenstelling tot de uitdrukkelijke
afspraken hierover in Doha, waar bepaald werd dat bijvoorbeeld
voedselveiligheid, plattelandsbeleid en de bescherming van
geografische benamingen betrokken dienen te worden. Fischler vindt het
Harbinson-paper onevenwichtig en beschouwt het niet als een basis voor
verdere besprekingen. Naar de mening van de Commissie is een tweede
Harbinson-paper nodig, waarin alle voor de EU belangrijke punten
betrokken dienen te zijn.
In het daaropvolgende debat bleek de overgrote meerderheid van de
lidstaten de kritiek van de Commissie te delen. Enkele lidstaten,
waaronder Nederland, onderstreepten weliswaar de vele punten waarop
het voorstel afwijkt van het EU-voorstel maar wezen, gelet op het
belang van het welslagen van het verdere onderhandelingsproces en de
sleutelrol die het landbouwdossier daarin speelt, op de noodzaak van
een constructieve opstelling. Enkele andere lidstaten waren kritischer
en spraken over onaanvaardbare voorstellen Ze drongen er bij de
Commissie op aan dat de EU onverkort moet blijven vasthouden aan het
eigen in Genève gepresenteerde voorstel.
Ik heb aangegeven dat Nederland de visie van de Commissie op
hoofdlijnen deelt. In januari hebben de lidstaten het
modaliteitenvoorstel van de Commissie gesteund. Het Harbinson-paper
wijkt hiervan echter op een aantal belangrijke punten af. Nederland is
in principe niet tegen de uitfasering op termijn van exportsubsidies,
maar vindt wel dat alle vormen daarvan, inclusief exportkredieten en
voedselhulp, daarin meegenomen moeten worden. Verder heb ik aangeven
dat Nederland sterk hecht aan de non-trade concerns, markttoegang voor
derde landen en de positie van ontwikkelingslanden, met name de
armste. Het voorstel van Harbinson moet volgens mij beschouwd worden
als een eerste startpunt en niet als eindpunt van verdere
onderhandelingen. Ten slotte heb ik aangegeven dat, willen we
werkelijk iets bereiken in deze komende onderhandelingen, de EU en de
kandidaat-lidstaten zoveel mogelijk als een eenheid moeten optreden.
Verdeeldheid verzwakt onze positie. We moeten ons goed verdiepen in de
posities van onze partners, en waar mogelijk bruggen slaan. Zeker naar
ontwikkelingslanden is dat van belang. Om bruggen te slaan is een
zekere soepelheid noodzakelijk. We moeten ons niet ingraven in
ononderhandelbare posities en de Commissie als onderhandelaar ook
enige ruimte geven. Het is daarbij van belang onze eigen prioriteiten
nog eens goed te benoemen, zo heb ik toegevoegd.
Commissaris Fischler zei de visie niet te kunnen delen om het Harbinson-paper als uitgangspunt voor de discussie te nemen. Hij benadrukte het reële gevaar van nog meer eisen van de handelspartners. Hij riep de lidstaten op te blijven zoeken naar mogelijke coalitiepartners en om met name de ontwikkelingslanden meer en beter te informeren, voorlichten en vooral te wijzen op de positievere gevolgen die de EU-voorstellen voor deze landen opleveren.
Hervorming van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid
Het voorzitterschap informeerde de Raad over de voortgang van de
behandeling tot nu toe voor wat betreft de directe inkomenssteun en
granen. De besprekingen in de Raadswerkgroepen en het Speciaal
Landbouw Comité over de technische aspecten van de desbetreffende
voorstellen verlopen goed. Dit wil niet zeggen dat er geen belangrijke
meningsverschillen bestaan tussen de lidstaten over belangrijke
onderdelen van de voorstellen, zoals bijvoorbeeld ontkoppelde
inkomenssteun, modulatie en cross compliance. De verwachting is dat
tijdens de Raad in maart een meer gedetailleerde bespreking kan
plaatsvinden.
Diversen
a. Nationale steun voor Italiaanse landbouwcoöperaties
De Italiaanse landbouwminister heeft de Raad toestemming gevraagd
voor het verlenen van nationale steun om de schuld van failliete
coöperaties op Sicilië te saneren. Commissaris Fischler gaf aan
behoefte te hebben aan nadere informatie. Hij wees de Raad er
verder op dat reeds in 1997 communautaire steun aan bedoelde
coöperaties is verleend.
De Voorzitter verwees het verzoek voor verdere bespreking door
naar het Speciaal Landbouw Comité.
b. Weersomstandigheden in Griekenland
Griekenland vroeg de aandacht van de Raad voor de zeer slechte
weersomstandigheden in Griekenland. Dit heeft de landbouw veel
schade toegebracht. Griekenland is de schade aan het
inventariseren en zal de Commissie hierover nader informeren.
c. Vergaderrooster
De volgende vergadering zal plaatsvinden op 17 en 18 maart 2003 te
Brussel.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
---