Verslag van de openbare vergadering van de Commissie voor de Bezwaar-
en Beroepschriften, gehouden op 20 februari 2003 in Gebouw Patrimonium
te Barendrecht.
Aanwezig: mevrouw mr. M.E. Pietermaat-Kros (voorzitter)
de heer mr. L. Cok
de heer mr. M. van Putten (secretaris)
de heer dr. J.F. Schreinemakers
mevrouw drs. J.P. Zevenbergen-Herweijer
mevrouw E.A. van Dommelen-van der Lugt(notulist)
Afwezig
: de heer mr. E.L. Elvers
de heer mr. B.J. Walraven
1. Opening
De voorzitter opent de vergadering.
5. Behandeling van het bezwaarschrift gericht tegen het besluit tot
verlening van vrijstelling van het bestemmingsplan `Buitengebied 1986'
alsmede verlening van de bouwvergunning voor de bouw van een fiets- en
voetgangersbrug over de Carnisserbaan
Bij de behandeling van dit agendapunt zijn aanwezig:
Van de bezwaarden:
De heer D. Smit, woordvoerder
Mevrouw Smit
De heer A. van den Heuvel (Voordijk 388)
De heer Groeneveld (Voordijk 359)
De heer Dam (Voordijk 361)
De heer Verbaan (Voordijk 446)
Verder nemen nog enkele belangstellenden op de publieke tribune
plaats.
Namens de gemeente is aanwezig de heer Th.L. van Deursen
De voorzitter
opent de hoorzitting en licht de procedure toe.
De heer Smit
krijgt als woordvoerder van de bezwaarden het woord. Hij leest zijn
toelichting voor (op schrift bij dit verslag gevoegd).
De heer Van Deursen
gaat hier puntsgewijs op in.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid merkt hij op dat de heer Smit
volgens de Awb geen direct belanghebbende is. Wel is hij gemachtigd
door een aantal families, die wel belanghebbende zijn. Die families
zijn ontvankelijk in hun bezwaar.
De brug is inderdaad gerealiseerd zonder dat er vergunning was
verleend. Het pamflet gaf inderdaad een verkeerde indruk, de kromming
was toen al bekend.
Voor wat betreft de aansluiting van de brug op de Voordijk meldt de
heer Van Deursen dat wel degelijk herstelwerkzaamheden hebben
plaatsgevonden. Er zijn bomen gekapt en het is minder steil geworden.
Voor wat betreft de helling is voor de gemeente het uitgangspunt de
asvv, dit zijn aanbevelingen die de gemeente probeert over te nemen.
Die aanbeveling is 5% voor wat betreft de helling, dat wordt in dit
geval niet gehaald, maar dat kan geen weigeringsgrond zijn voor een
bouwvergunning.
De heer Smit
merkt op dat in de notitie gesproken wordt over opritlengtes van 60
meter en meer. In werkelijkheid betreft het lengtes van 10 en 15
meter.
De heer Van Deursen
vindt niet dat er sprake is van meten met twee maten. Per locatie
vindt er een beoordeling plaats. Het betrof de hele tijd een hogere
fietsbrug.
De heer Smit
merkt op dat de klankbordgroep geprobeerd heeft de Tramplus
ongelijkvloers te krijgen, maar dat is afgewezen op genoemde 50 cm.
De heer Van Deursen
merkt op dat het bouwplan vier weken ter inzage heeft gelegen en er
was gelegenheid voor het indienen van zienswijzen. Degenen die dat
gedaan hebben zijn uitgenodigd voor een hoorzitting en met hen zijn
afspraken gemaakt. Daarna is het geheel weer ter inzage gelegd met
weer de mogelijkheid van het indienen van zienswijzen. Daar is toen
maar door 1 persoon op gereageerd. Omwonenden hadden dus op de hoogte
kunnen zijn van het bouwplan en de vormgeving.
De heer Smit
brengt hier tegenin dat er op dat moment geen aanleiding was om
zienswijzen in te dienen. Er is voor gekozen bezwaar aan te tekenen
bij de vergunningverlening, maar toen was de brug al neergelegd.
De heer Van Deursen
merkt ten aanzien van de cultuurhistorische waarde op, dat de
provincie zelf op dit punt kaarten maakt en dus zelf heeft bepaald dat
de Voordijk daar niet bij zit.
De brug past bovendien juist wel in de Stadse Rechthoek die wordt
voorgestaan. Op dat uitgangspunt is de brug ontworpen.
De leden van de commissie krijgen gelegenheid tot het stellen van
vragen.
Op de vraag waarom maar zo weinig mensen gebruik hebben gemaakt van
het indienen van zienswijzen antwoordt de heer Smit dat er sprake leek
te zijn van een platte brug. Er is ook wel volgens de regels
gepubliceerd, maar de timing daarvan was ongelukkig, nl. net in de
vakantietijd.
De heer Van Deursen
ontkent dat de gemeente moedwillig publiceert als mensen op vakantie
zijn. Er wordt wekelijks gepubliceerd.
Mevrouw Zevenbergen
vraagt aan de heer Van Deursen wat er achteraf precies is aangepast.
De heer Van Deursen
antwoordt dat er bomen zijn gekapt aan de oostzijde van de brug. De
toerit naar een woning en de toeritten naar de brug zijn aangepast.
Aan de brug zelf is niets veranderd.
Vanaf de publieke tribune wordt opgemerkt dat de brug niet te nemen is
door bijvoorbeeld mensen met hartklachten en mensen met kinderen op de
fiets. Veel mensen stappen af en gaan lopen. De brug is 1 meter te
hoog. Ook voor rolstoelen is de brug niet toegankelijk. Verder is het
gewoon gevaarlijk, je kunt niet zien wat er aan de andere kant
aankomt. Scooters racen voorbij. Ook bij gladheid is het bijzonder
gevaarlijk.
Mevrouw Zevenbergen
vraagt of de tekeningen die ter inzage hebben gelegen identiek zijn
aan die waarop de bouwvergunning is verleend.
Volgens de heer Smit lagen er conflicterende tekeningen. Op de
tekening ligt het midden van de brug op een hoogte van 4,90 m. In de
praktijk blijkt dat 5,60 m. te zijn.
Mevrouw Pietermaat
merkt op, dat als er volgens de bezwaarden dus niet gebouwd is volgens
de tekeningen die voor de bouwvergunning zijn gebruikt, zij dat goed
onderbouwd aan moeten kunnen tonen.
De heer Schreinemakers
vraagt zich af of de tekeningen van een datum zijn voorzien. Dat
blijkt inderdaad het geval te zijn (april 2001).
De heer Cok
vraagt zich af hoe het mogelijk is dat er een aaneenschakeling lijkt
te zijn van dingen die fout gegaan zijn.
De heer Van Deursen
antwoordt hierop dat in principe de wet juist is gevolgd, behalve dan
dat er gebouwd is voordat de vergunning was verleend.
Vanaf de publieke tribune wordt opgemerkt dat dat dan ook een
bijzonder slecht voorbeeld is van de gemeente. Een burger kan niks
doen zonder vergunning. De halve wijk is door de gemeente zonder
bouwvergunning neergezet.
De voorzitter
geeft nadrukkelijk aan dat de commissie de aanwezigen zeker serieus
neemt, maar dat doel van deze commissievergadering is dat wordt
nagegaan of het besluit van vrijstelling en bouwvergunning zorgvuldig
is voorbereid en voldoende is gemotiveerd en in overeenstemming is met
de wet. Er is geen sprake van een soort ombudsprocedure.
Mevrouw Pietermaat
merkt op, dat, toen geconstateerd werd dat de brug gewoon geplaatst
werd en dus in strijd met de wet werd gehandeld, de mogelijkheid van
een gang naar de rechter open stond, om een voorlopige voorziening te
vragen.
De heer Smit
antwoordt dat hij hier wel van op de hoogte was en is, maar hier is
niet voor gekozen omdat de relatie met de gemeente in principe goed
was.
Van de publieke tribune wordt opgemerkt dat er blijkbaar geen normale
communicatie mogelijk is met de gemeente; je wordt als burger alleen
serieus genomen als je naar de rechter gaat.
Mevrouw Pietermaat
heeft het welstandsadvies niet aangetroffen bij de stukken.
De heer Van Deursen
geeft toe dat dat niet voorhanden is. Hij neemt wel aan dat zo'n
advies opgesteld is.
Mevrouw Pietermaat
vraagt zich af of het gebied waarvoor vrijstelling is verleend,
precies overeen komt met het gebied dat gebruikt is om die brug te
realiseren.
De heer Van Deursen
antwoordt dat dat inderdaad het geval is. Binnen de bestemming verkeer
kunnen aan de dijk ook veranderingen aangebracht worden.
De heer Smit
merkt op dat de Raad van toeten noch blazen wist; er was te weinig
informatie. Er is zoveel geïntegreerd en gedifferentieerd dat er niets
meer over is.
De raad heeft de bevoegdheid gedelegeerd aan de burgemeester.
De heer Smit
krijgt het laatste woord. Hij hoopt dat de commissie zal concluderen
dat het bezwaar gegrond is en dat de gemeente daar serieus naar
luistert. De les hieruit moet zijn dat bij volgende activiteiten de
procedure netjes gevolgd wordt. Hij wijst op het belang van goede
voorlichting. Als het bezwaar gegrond verklaard wordt, dan dient er
ook een reparatie op te volgen. Die is alleen zinnig als de
Carnissebaan wordt verdiept en de brug wordt verlaagd.
Mevrouw Pietermaat
vraagt aan de heer Van den Heuvel als direct belanghebbende of hij
vindt dat bij de uitvoering van het geheel een situatie is ontstaan
waarin sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
De heer Van den Heuvel
vindt dit zeker niet. Hij heeft zelf enkele ideeën aan moeten dragen
om de veiligheid te vergroten en er is duidelijk een conflict met de
bestaande woningen.
De voorzitter
merkt op dat de rechter heel strak omgaat met het
ontvankelijkheidsvereiste van de Awb.
Op de vraag vanaf de publieke tribune of de commissie de situatie ter
plaatste ook gaat bekijken antwoordt de voorzitter dat dat niet nodig
is om de eerder door haar genoemde taak van de commissie uit te
voeren.
De oorspronkelijk ingediende zienswijzen zitten niet bij de stukken.
De heer Van Deursen laat daar kopieën van achter.
De door de heer Van den Heuvel meegenomen tekeningen en de schets van
de werkelijke situatie worden ten behoeve van de commissieleden
gekopieerd.
De voorzitter
sluit de openbare zitting en dankt de aanwezigen voor hun komst.
De heer Van Deursen
wordt bedankt voor de prettige samenwerking.
Beraadslaging over deze zaak vindt in beslotenheid plaats.
De commissie concludeert ten aanzien van het bezwaar d.d. 19 juli 2002
het volgende:
Het betreft een vrijstelling verleend op grond van artikel 19 WRO.
Inspraakprocedure en de ter inzage legging van het
voorbereidingsbesluit is volgens de wet verlopen. Het bouwplan wijkt
af van het eerder gepubliceerde pamflet. Het pamflet heeft in het
kader van deze procedure echter geen betekenis.
Gelet op de door betrokkene genoemde maatverschillen is het echte de
vraag of de brug overeenkomstig de bouwvergunning is gebouwd. De
gemeente dient te onderzoeken of de brug in overeenstemming met de
bouwvergunning (dus op grond van daarbij behorende tekeningen) is
gerealiseerd. Is dat niet het geval dan dient het bezwaarschrift op
dat punt gegrond te worden verklaard.
Voor wat betreft de kromming van de brug bestaat geen wettelijke norm,
dit was terecht geen grond zijn om de bouwvergunning te weigeren.
Voor wat betreft het toetsingskader is de commissie van mening, dat,
omdat hier sprake is van een vrijstelling van het bestemmingsplan, het
Regionaal Structuurplan (RSP) de ruimtelijke onderbouwing vormt. Een
bestemmingsplan als zodanig ontbreekt, maar het RSP is concreet genoeg
om het vrijstellingsbesluit aan te toetsen. Op dit punt acht de
commissie het bezwaarschrift ongegrond.
Voor wat betreft de voor betreft de in het RSP opgenomen voorwaarde
met betrekking tot `zien en gezien worden', adviseert de commissie, zo
hier sprake is van een nachtroute in het besluit op bezwaarschrift
nader te motiveren waarom hierin van het RSP wordt afgeweken.
Bezwaarden twijfelen aan de veiligheid nu er sprake is van afwijkende
hellingshoeken. Er wordt aanzienlijk afgeweken van de nota `De
onderlinge afstemming van de infrastructuur en de Voordijk in
Carnisselande'. Geadviseerd wordt om bij het besluit op bezwaarschrift
nader te motiveren dat met deze afwijking toch nog sprake is van een
veilige route.
Ten aanzien van het uiterlijk van de brug is door bezwaarmaker geen
deskundig welstandsrapport naar voren gebracht. Aangezien er in
onderhavig geval sprake is van een stempeladvies dient bij het besluit
op bezwaarschrift nader gemotiveerd te worden, dat is voldaan aan de
redelijke eisen van welstand.
Vervolgens is de commissie van mening dat in het besluit op
bezwaarschrift duidelijk moet worden in hoeverre het belang van de
direct belanghebbenden meegewogen is bij de gekozen oplossing.
Het feit dat de brug zonder bouwvergunning gerealiseerd is, is niet
relevant bij het beoordelen van het bezwaarschrift, maar de commissie
kan zich de frustraties van de bewoners zeer wel indenken.
Voor wat betreft de ontvankelijkheid sluit de commissie zich aan bij
hetgeen gesteld is in de toelichting van de gemeente.
6. Vaststellen van het verslag van de vergadering gehouden op 23
januari 2003.
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
7. Mededelingen.
De secretaris deelt mee dat de installatie van de nieuwe commissie
plaats zal vinden op 6 maart 2003.
De honorering voor de vergaderingen van de commissie in de oude
samenstelling zal op korte termijn plaatsvinden.
8. Rondvraag.
Niemand maakt gebruik van de rondvraag.
9. Sluiting.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.30 uur.
Gemeente Barendrecht