Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2003/455
datum
19-02-2003

onderwerp
Kamervragen van het lid Atsma
TRC 2003/1037

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de door het lid Atsma (CDA) gestelde vragen inzake wasplaatsen bij melkveehouderijbedrijven.

datum
19-02-2003

kenmerk
VVA. 2003/455

bijlage

1
Ja.

2
In de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 (HBD-regeling) is vastgelegd dat iedere veehouderij met vijf of meer evenhoevigen moet beschikken over een eenvoudige wasplaats waar veewagens kunnen worden gereinigd en ontsmet. Aldus zouden veewagens waarin vee wordt aangevoerd direct na lossing kunnen worden gereinigd en ontsmet ter vermindering van de veterinaire risico's. Het gebruik van de wasplaats is daarom uitsluitend bij aanvoer van evenhoevigen verplicht gesteld.
De huidige juridische constructie heeft evenwel het onbedoelde gevolg dat die bedrijven waar in het geheel geen evenhoevigen worden aangevoerd ook verplicht zijn tot de aanleg van een wasplaats. Daarom zal op korte termijn de regelgeving worden gewijzigd en de verplichting tot het hebben van een wasplaats uitsluitend van toepassing worden op bedrijven die daadwerkelijk evenhoevigen aanvoeren. Dit betekent bijvoorbeeld dat het merendeel van de melkveebedrijven, de bedrijven met een gesloten bedrijfsvoering, een dergelijke voorziening niet hoeft aan te leggen. De AID is op de hoogte van deze wijziging en heeft de handhaving er al op aangepast.

De investering die gemoeid is met de aanleg van een wasplaats is uiteraard afhankelijk van de bedrijfssituatie en de gewenste uitvoering (bijvoorbeeld in eigen beheer) en het gewenste uitvoeringsniveau. In de meeste gevallen zal sprake zijn van een beperkte investering omdat een veehouderij bijvoorbeeld over het algemeen al beschikt over erfverharding. Aanleg van een vloeistofdichte vloer is dan meestal niet meer nodig, hetgeen de kosten zal drukken.

Nederland heeft enkele jaren geleden zelf nadrukkelijk de risico's ondervonden van het rijden met niet gereinigde/ontsmette wagens. Uit de evaluatie van de KVP-crisis bleek duidelijk het gevaar daarvan.

3
Het is mij bekend dat een aantal melkveebedrijven met een open bedrijfsvoering nog steeds geen wasplaats heeft hoewel deze voorziening reeds per 1 november 2002 aanwezig moest zijn. In verband hiermede hebben medewerkers van de AID de opdracht gekregen om per 1 april 2003 verbaliserend op te gaan treden. Tot die datum zal de AID waarschuwingen geven aan melkveehouders die hun zaken niet voor elkaar hebben.

De betreffende regels zijn gepubliceerd in de Staatscourant en op de internetsite van het ministerie van LNV. Daarnaast hebben alle veehouders in Nederland een brochure gekregen over de aan- en afvoerregels van evenhoevigen, waarin de aandacht wordt gevestigd op de eisen ten aanzien van de reiniging en ontsmetting van transportmiddelen.

4
Belangenbehartigende organisaties, zoals LTO en SAVEETRA, onderschrijven de noodzaak van het reinigen en ontsmetten van veewagens teneinde de insleep en verspreiding van dierziekten tegen te gaan. Wel is LTO van mening dat bezien moet worden of de huidige middelvoorschriften niet kunnen worden omgezet in doelvoorschriften.

Zoals ik u in mijn brief van 22 januari jongstleden (Kamerstukken II, 2002-2003, 27622, nr. 118) heb medegedeeld, wordt in 2003 de bestaande regelgeving met betrekking tot preventie van dierziekten doorgelicht en zal de beleidsstrategie worden beoordeeld op effectiviteit en zo nodig worden gewijzigd. In dit traject is voorzien in een externe klankbordgroep en in een tweetal brede workshops teneinde de praktijkinbreng te garanderen. Deze doorlichting laat uiteraard onverlet dat moet worden voldaan aan geldende wettelijke eisen.

5
In EU-regelgeving (RL 64/432) is bepaald dat bij het intracommunautair handelsverkeer van runderen en varkens de gebruikte transportmiddelen onmiddellijk na lossing van de dieren moeten worden gereinigd en ontsmet. Nationaal is deze richtlijn geïmplementeerd in de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000. Het woord 'onmiddellijk' is in de Nederlandse regelgeving zo geïnterpreteerd dat op de plaats van lossing moet worden gereinigd en ontsmet. Na de varkenspest- en MKZ-crisis is dit voorschrift ook van toepassing verklaard op het nationale handelsverkeer.

In België geldt eveneens het voorschrift dat veewagens na lossing moeten worden gereinigd en ontsmet. Duitsland heeft geen speciale nationale maatregelen getroffen.

De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,

ir. B.J. Odink

datum

kenmerk

bijlage
Vragen

Vragen van het lid Atsma (CDA) aan de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over wasplaatsen bij
melkveehouderijbedrijven. (Ingezonden 10 februari 2003)

1
Kent u de artikelen 'verplichte wasplaats nog geen gemeengoed bij melkveehouders' en 'Inspectiedienst verbaliseert als omstreden maatregelen niet wordt nageleefd'? 1

2
Moet elk veebedrijf, groot of klein, een vloeistofdichte vloer met opstaande randen en verlichting hebben, waar transporteurs hun veewagens kunnen ontsmetten en waarbij het waswater in een put moet worden opgevangen? Geldt deze regelgeving ook voor bedrijven waar bijna nooit vee wordt aangevoerd? Welke investering is gemiddeld nodig voor aanleg van een dergelijke wasplaats? Hoe verhoudt de investering zich tot het rendement met name als het gaat om risicoverspreiding?

3
Is het u bekend dat vele melkveehouders (nog) geen wasplaats hebben? In hoeverre is er qua informatievoorziening vanuit uw ministerie actie ondernomen om de bekendheid van de regels en het draagvlak voor de regelgeving te vergroten?

4
Welke reactie hebben belangenbehartigende organisaties als LTO-Nederland en de NMV gegeven bij invoering van de regels? Vinden er nog gesprekken plaats met onder meer de genoemde belangenbehartigende organisaties om de regelgeving, die na de MKZ-crisis is ontstaan, nog eens kritisch onder de loep te nemen? Zo ja, waarom gaat de AID nu al procesverbalen uitdelen? Ligt het niet voor de hand om een overgangsperiode in het leven te roepen?

5
In hoeverre spoort de regelgeving met betrekking tot wasplaatsen op veehouderijbedrijven met het Europese beleid? Hoe gaan andere EU-lidstaten met deze regelgeving om, bijvoorbeeld Duitsland, België en Frankrijk? Is er sprake van harmonisatie van beleid in dit verband?

1 Zie Oogst, 17 januari jl. en Brabants Dagblad, 4 februari jl.

up Reageren
Homepage

---