Ministerie van Financiën
de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten- Generaal
Binnenhof 4
2513 AA `s Gravenhage
Datum Uw brief Ons kenmerk (Kenmerk)
18 februari DMN 2003/75 M 2003
Onderwerp
Veiling gebruiksrechten benzinestations
Inleiding beoordeling veiling benzinestations
Op 11 december jl. zijn negen gebruiksrechten voor benzinestations langs het hoofdwegennet geveild. Hieronder wordt, zoals toegezegd in het Algemeen Overleg van 20 maart 2002 met de vaste commissie voor Economische Zaken en de vaste commissie voor Financiën, verslag gedaan van de eerste veiling van de gebruiksrechten van motorbrandstoffenverkooppunten. Beoordeling heeft plaats gevonden door middel van analyse van: enquêtes gehouden bij de deelnemers aan de veiling, binnengekomen reacties van deelnemers, inventarisatie en analyse van de biedingen en observaties van de veilingmeester.
De volgende onderwerpen worden hierna toegelicht:
· Resultaat veiling
· Voorbereiding veiling
· Veiling reglement
· Mogelijke aanpassing veilingreglement
· Toekomst
Resultaat veiling
De veiling is goed verlopen en het resultaat is, gezien de hoofddoelstelling, het verruimen van toetredingsmogelijkheden voor nieuwkomers en het bevorderen van de prijsconcurrentie, een succes geweest. Ondanks geluiden dat er nauwelijks sprake was van nieuwe partijen merk ik op dat vier van de negen geveilde stations zijn in handen gekomen van andere partijen, namelijk van Q8 en Gulf (Oliehandel Nederland B.V.). Gulf, niet te verwarren met de voormalige wereldwijd opererende onderneming Gulf Oil is een nieuwkomer op deze markt: Gulf was slechts actief op het onderliggende wegennet. Tot 1 december 2002 had Q8 nog maar 5 stations langs het hoofdwegennet. Ten opzichte van de situatie voor de veiling, toen nauwelijks toetreding mogelijk was, wijst dit op een duidelijke verruiming van de mogelijkheden voor toetreders.
Indien op langere termijn de concentratiegraad op de benzinemarkt verder zal afnemen, valt te verwachten dat de prijsconcurrentie op die markt zal toenemen. Na één veiling van negen gebruiksrechten kunnen echter redelijkerwijs nog geen zichtbare effecten worden verwacht op de benzineprijs. Bovendien zullen de nieuwe eigenaren van stations enige tijd nodig hebben om marktaandeel te verwerven. Over de mate waarin de prijsconcurrentie zal toenemen kunnen dan ook op dit moment nog geen uitspraken worden gedaan.
Als bijlage is bijgevoegd een overzicht van het hoogste bod per station.
Voorbereidingen veiling
Voor de veiling hadden 21 deelnemers zich ingeschreven. Alle bestaande grote oliemaatschappijen, een aantal particulieren en enkele kleine nieuw toetredende partijen hadden zich ingeschreven voor de veiling. Branchevreemde partijen hadden weliswaar het biedboek aangevraagd, maar zich niet ingeschreven.
Veilingreglement
De veiling is een zogenaamde gesloten bod veiling geweest. Dit houdt in dat de gebruiksrechten opeenvolgend zijn geveild, waarbij de deelnemers één bod hebben kunnen uitbrengen in een gesloten envelop. Degene die het hoogste bod uitbracht won, en kreeg de kavel toegekend. Gedurende de veiling heeft de zittende concessiehouder kunnen meebieden. Teneinde het eventuele voordeel dat de zittende partij zou kunnen genieten weg te nemen, is zoals bekend, een topdeelregeling in het veilingreglement opgenomen. De topdeelregeling houdt in, dat het verschil tussen het hoogste en een-na-hoogste-bod met een maximum van 15% van het hoogste bod aan de Staat betaald moet worden door de zittende partij wanneer deze laatste het hoogste bod uitbrengt.
Voor toelating tot de veiling was verstrekking van de gebruikelijke gegevens van de onderneming vereist, en is entreegeld geheven.
Mogelijke aanpassing veilingreglement
Toegankelijkheid veiling:
Alhoewel de veiling voldoende belangstelling van geïnteresseerde partijen opleverde, is na de veiling gekeken wat de reden zou kunnen zijn dat de branchevreemden niet hebben deelgenomen aan de veiling. De branchevreemden zeiden zelf min of meer dat zij "de kat uit de boom" wilden kijken
Vanaf 1 januari 2004 zal de zogenaamde functiescheiding -het beleidsmatig onderscheid tussen benzineverkoop en restauratieve diensten- worden opgeheven. Hierdoor kunnen servicestations ontstaan: gecombineerde wegrestaurants en benzinestations. De verwachting is dat het opheffen van de functiescheiding mogelijk een positief gevolg zou kunnen hebben voor de toetreding van branchevreemden, alhoewel partijen vermoedelijk ook hier eerst een afwachtende houding zullen aannemen.
Kosten van de veiling voor de bieders:
In het convenant Veiling en Gebruiksvergoeding is vastgelegd dat de kosten van de veiling (deels) worden gedekt door het heffen van enig entreegeld. Mede in het licht van de ontvangen reacties zal de Staat, om de drempels voor nieuwkomers nog verder te verlagen, het entreegeld bij volgende veilingen lager vaststellen.
Topdeel:
In vijf gevallen heeft de zittende concessiehouder het hoogste bod uitgebracht. Volgens de veilingregeling zal in vier gevallen aan de Staat een topdeel worden betaald. Dit topdeel is, zoals hierboven beschreven, het verschil tussen het hoogste en een-na-hoogste-bod met een maximum van 15% van het hoogste bod.
Bij de veiling werd in vier gevallen het hoogste bod niet uit uitgebracht door de oude concessiehouder en was er dus geen sprake van een topdeel.
In enkele gevallen was er echter sprake van een groot verschil tussen het hoogste bod van de zittende partij en het één-na-hoogste-bod. Dit kan drie oorzaken hebben: het kan het gevolg zijn van het gesloten bod-karakter van de veiling gecombineerd met het feit dat het de eerste veiling was. Gesloten bod-veilingen kunnen, zeker indien er nog weinig informatie beschikbaar is, soms grillige uitkomsten opleveren, waardoor ook de verschillen tussen het eerste en tweede bod groot kunnen uitvallen. Daarnaast kunnen grote verschillen ontstaan door strategisch gedrag van zittende partijen die onvoldoende geremd worden door de topdeel-constructie. Tenslotte kunnen grote verschillen het gevolg zijn van strategisch biedgedrag van andere partijen. Die kunnen immers, indien zij de kans groot achten dat de zittende partij de veiling zal winnen, relatief lage biedingen uitbrengen, zodat het topdeel voor de zittende partij zo groot mogelijk uitvalt.
Er zijn bij de eerste veiling geen aanleidingen gevonden om mogelijk strategisch gedrag van de bieders verder te onderzoeken.Indien dit echter tijdens volgende veilingen wel het geval is, dan wordt de topdeelregeling opnieuw geanalyseerd, waarbij een aanpassing van het maximumpercentage van het topdeel kan worden overwogen.
Toekomstige veilingen
De veiling voor 2003 staat gepland op 10 september. Er worden tien concessies geveild.
Vanaf 1 januari 2005 moeten de grote marktpartijen aan hun reductieverplichting hebben voldaan. Het aantal stations dat onder de vlag van de grote vier (Texaco, Esso, Bp en Shell) wordt geëxploiteerd zal met 50 stations zijn afgenomen. Dit betekent dat de grote vier na 1 januari 2005 geen stations meer hoeven te verkopen.
In het kader van voltooiing van reductieverplichting op 1 januari 2005 en het opheffen van de functiescheiding op 1 januari 2004, wat kan leiden tot toetreding van branchevreemden, zal na de veiling in 2005 een volgende evaluatie plaats vinden, waarin in ieder geval de volgende punten worden geëvalueerd:
· toetreding van nieuwkomers;
· toetreding van branchevreemden;
· prijsconcurrentie;
· strategisch gedrag;
· topdeel.
In het convenant is vastgelegd, dat de Staat de veilingregeling iedere vijf jaar zal evalueren waarbij de relevante partijen bij de evaluatie zullen worden betrokken.
Aan de hand van de evaluatie zult u in 2005 opnieuw door mij geïnformeerd worden.
De Minister van Financiën
Afschrift van deze brief te verzenden aan:
1. Ministerie van Economische Zaken, t.a.v. dhr. Frits Otte;
2. Domeinen West, t.a.v. dhr. Dick v.d. Graaf en dhr. T. Zijlmans;
3. AFEP, t.a.v. dhr. C. Wijnker;
4. FM, t.a.v. B. ter Haar;
5. CDV, t.a.v. mw. S. Bartels en mw. D. Verhey;
6. Directie Domeinen, t.a.v. mw. C.Stein.