Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Conjunctuurmeting bouwnijverheid januari 2003
---
Forse daling omvang orderportefeuille
De omvang van de orderportefeuille is in januari 2003 fors gedaald met
7 procent (0,5 maand) tot 6,7 maanden. De grond-, water- en wegenbouw
levert de grootste bijdrage aan de daling. In deze sector daalde de
orderportefeuille met 13 procent (0,7 maand) tot 4,7 maanden en ligt
nu onder het niveau van januari 2001 en januari 2002 (zie figuur 2).
De orderportefeuille in de burgerlijke en utiliteitsbouw daalde met 4
procent (0,3 maand) tot 7,3 maanden. Figuur 1 laat zien dat in de b&u
het laagste niveau in de afgelopen drie jaren werd bereikt.
Dat de omvang van de orderportefeuille in de bouw een lager niveau
bereikt, was te verwachten. Gedurende 2002 oordeelde steeds meer
bedrijven negatief over de bouwconjunctuur en werd gebrek aan orders
een belangrijke oorzaak van stagnatie. De sterkere daling in de gww is
ook in overeenstemming met het hoge aandeel gww bedrijven met gebrek
aan orders.
Januari 2003 startte met een vorstperiode en sloot af met kou en
winterse buien. Deze weersomstandigheden zorgden bij 40% van de
bouwbedrijven voor een stagnatie van het onderhanden werk en was
hiermee de belangrijkste stagnatieoorzaak. Ook vorig jaar januari was
dit de belangrijkste stagnatieoorzaak. Het aandeel bedrijven dat
stagnatie ondervindt als gevolg van onvoldoende orders is in januari
2003 verder toegenomen. In de wegenbouw is het percentage het meest
gestegen en komt nu uit op 26,7%.
Uit de overige uitkomsten blijkt dat de bouwbedrijven negatief zijn in
hun oordeel over de vooruitzichten. Het onderhanden werk wordt in
januari 2003 door bijna éénderde van de bedrijven als klein
beoordeeld. Vorig jaar beoordeelde slechts één zesde van de bedrijven
het onderhanden werk als klein.
Per saldo verwachten meer bedrijven een daling van de
personeelsbezetting, dan een stijging. Slechts 5% verwacht een toename
van de personeelsbezetting. Eind januari 2002 verwachtten nog meer
bedrijven in personeelsomvang te groeien, dan in personeelsomvang af
te nemen.
Ook over de prijsverwachting voor de komende maanden zijn de
bouwbedrijven negatiever dan een jaar terug, toen nog 43% van de
bedrijven een stijging van de afzetprijzen verwachtten. In januari
2003 is meldden nog maar 12% van de bedrijven, dat zij de komende
maanden een prijsstijging verwachten.
De negatieve beoordeling geldt in het bijzonder voor de
wegenbouwbedrijven. Vooral het percentage wegenbouwbedrijven dat
stagnatie van het onderhanden werk ondervindt is opvallend hoog (90%).
Het percentage wegenbouwbedrijven waar de productie in januari 2003 is
afgenomen, ligt met 70% ver boven het gemiddelde.
Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van januari 2003 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.