RDW Centrum voor voertuigtechniek
Veendam, 19 februari 2003
250.000ste kentekenbewijs voor aanhangwagens uitgereikt
De heer en mevrouw Tuin uit Winschoten hebben vanmiddag het 250.000ste
kentekenbewijs voor aanhangwagens, caravans en opleggers in ontvangst
genomen. Het echtpaar kreeg het ingelijste bewijs tijdens de opening
van de kampeerbeurs Caravana in Zuidlaren uit handen van Johan
Hakkenberg, algemeen directeur van de RDW. De uitreiking van het
250.000ste kentekenbewijs is een belangrijke mijlpaal in het traject
van zelfstandige kentekening van aanhangwagens, opleggers en caravans,
die op 1 september 2003 voltooid moet zijn.
In nog geen half jaar tijd heeft de RDW 250.000 nieuwe
kentekenbewijzen verstuurd. Dat zijn 11.000 stuks per week, ofwel 2136
aanvragen per dag. De afgifte van nieuwe kentekenbewijzen gaat sneller
dan verwacht, bevestigt Hakkenberg. "Natuurlijk zijn we er trots op
dat de RDW al 250.000 kentekenbewijzen voor aanhangwagens heeft
verstrekt. Maar tevreden zijn we nog lang niet. Volgens de tellingen
die we hebben laten uitvoeren rijden in Nederland 740.000
aanhangwagens, opleggers en caravans rond, waarvan 395.000 caravans.
Al deze voertuigen moeten voor 1 september 2003 een kentekenbewijs
hebben als ze op de openbare weg willen. Een eenvoudig rekensommetje
leert dat we nog `maar' op een derde van dit aantal zitten. We moeten
er nog een half miljoen."
Eigen kenteken voor aanhangwagens
Met ingang van 1 september 2003 zijn alle aanhangwagens, caravans en
opleggers met een maximaal toegestane massa van meer dan 750 kg
verplicht een eigen kentekenbewijs en eigen kentekenplaat te hebben.
De eigenaren van bestaande aanhangwagens dienen zelf een
kentekenbewijs aan te vragen op het postkantoor. Nieuwe aanhangwagens
krijgen al bij aankoop een eigen kentekenbewijs.
De eigen kentekening en registratie is een gevolg van internationale
afspraken in het zogenoemde Verdrag van Wenen (1968). Daarin is
afgesproken dat alle voertuigen een zelfstandig kenteken krijgen. Met
de kentekenregistratie worden naast de technische gegevens van de
aanhangwagen ook de persoonsgegevens van de eigenaar/houder
geregistreerd. Nederland is één van de laatste landen waar het eigen
kenteken voor aanhangwagens wordt ingevoerd. Verkeersveiligheid, het
opsporen van gestolen aanhangwagens, het voorkomen van fraude en een
beter zicht op aansprakelijkheid hebben bij de overwegingen een rol
gespeeld.
De aanvraag
Het kentekenbewijs kan worden aangevraagd op het postkantoor. Hiervoor
moet de eigenaar/houder het registratiebewijs van de aanhangwagen en
een geldig legitimatiebewijs meenemen. Heeft de eigenaar/houder geen
registratiebewijs (meer), dan kan hij met het VIN-nummer (ofwel
chassisnummer) en het merk van de aanhangwagen de omwisseling in gang
zetten. Het tarief voor de aanvraag van het kentekenbewijs is EUR 15.
Na een administratieve controle krijgt de aanvrager binnen vijftien
werkdagen bericht van de RDW. In de meeste gevallen krijgt de
aanvrager het kentekenbewijs toegestuurd. Soms volgt een verzoek om
aanvullende informatie of een verzoek om de aanhangwagen te laten
keuren bij de RDW.
Eigen kentekenplaat
Een eigen kentekenbewijs betekent ook een eigen kentekenplaat met
eigen kentekennummer. Met ingang van 1 september moeten alle
aanhangwagens, caravans en opleggers met een maximaal toegestane massa
van meer dan 750 kg een kentekenplaat met eigen kentekennummer voeren.
Tot die datum mogen aanhangwagens nog een gele of witte plaat met het
kenteken van het trekkende voertuig voeren. De nieuwe kentekenplaat
voor aanhangwagens ziet er hetzelfde uit als die van auto's: zwarte
letters op een gele achtergrond en aan de linkerkant een blauwe
zijbalk met de letters NL onder het Europese embleem.
Voor aanhangwagens met een maximaal toegestane massa van minder dan 751 kg geldt de kentekenplicht niet. Wel zijn zij verplicht vanaf 1 september 2003 een witte kentekenplaat te voeren.