---
Kamervragen en antwoorden
---
het mogelijk verschepen van militaire goederen via de haven van Rotterdam
18-02-2003
Mede namens de ministers van Buitenlandse Zaken en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksaangelegenheden bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de leden Van Bommel en Van Velzen (beiden SP) over het mogelijk verschepen van militaire goederen via de haven van Rotterdam.
DE MINISTER VAN DEFENSIE
H.G.J. Kamp
1. Is het waar dat momenteel Britse en Amerikaanse militaire goederen via de haven van Rotterdam worden verscheept naar het Midden-Oosten ten behoeve van een dreigende oorlog tegen Irak?
Momenteel worden Amerikaanse militaire goederen over Nederlands grondgebied vervoerd met het oog op het opvoeren van de militaire druk op Irak opdat het volledig meewerkt aan de uitvoering van resolutie 1441 van de VN-Veiligheidsraad. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van de haven van Rotterdam. Om veiligheidsredenen worden vooraf geen mededelingen gedaan over het tijdstip waarop en de route waarlangs dergelijke transporten worden uitgevoerd. Er worden op dit ogenblik in het kader van de militaire voorbereidingen omtrent Irak overigens geen Britse militaire goederen over Nederlands grondgebied vervoerd.
2. Is het waar dat dit vervoer georganiseerd wordt met behulp van Nederlandse particuliere ondernemingen? Zo ja, welke? Is het waar dat het ministerie van Defensie niet op hoogte is van deze transporten?
Ja. Het gaat onder meer om het railtransportbedrijf Railion. Defensie is van alle transporten op de hoogte.
3. Welke juridische basis ligt aan deze transporten ten grondslag?
De Verenigde Staten hebben, overeenkomstig de daarvoor geldende afspraken in het kader van host nation support, Nederland gevraagd de doorvoer van Amerikaans militair materieel en personeel te faciliteren. De regering heeft hiermee ingestemd (zie mijn brief van 17 februari jl.), nadat zij hiertoe al eerder een beginselbereidheid had uitgesproken (zie brief van 6 december jl.). Hoewel het gaat om een politiek besluit in antwoord op een Amerikaans verzoek, moet het besluit van de regering uitdrukkelijk worden geplaatst in het kader van het uitgebreide stelsel van samenwerking en wederzijdse hulp dat tussen bondgenoten tot stand is gekomen in het kader van het Noord-Atlantische Verdrag van 1949. Dit stelsel berust op uiteenlopende verdragen en ongeschreven, gewoonterechtelijke normen. Ook andere landen, waaronder België en Duitsland, hebben om die reden ingestemd met soortgelijke Amerikaanse verzoeken.
4. Heeft Nederland evenals België een bilaterale overeenkomst met de Verenigde Staten gesloten over het transport van troepen en militair materieel? Zo ja, wanneer is dit gebeurd, hoe luidt de tekst en is deze overeenkomst ooit voorgelegd aan het parlement? Indien nee, waarom niet?
6. Spreekt de Host Nation Support overeenkomst van de VS van for use in crisis, transition to war, and wartime? Is deze overeenkomst met deze bewoordingen met Nederland overeengekomen?
8. Hoe beschrijft u de situatie waarin Nederland zich op dit moment bevindt? Is dit crisis, overgang naar oorlog of oorlog? Indien geen van de drie typeringen geldt, waarom staat u dan militaire transporten toe?
Tussen Nederland en de Verenigde Staten bestaat een bilaterale overeenkomst over het transport van troepen en militair materieel. Zowel deze overeenkomst als de bijbehorende regelingen en nadere overeenkomsten zijn geheim. Volgens artikel 7, onder d., van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen worden dergelijke documenten niet ter goedkeuring aan het parlement voorgelegd.
5. Heeft Nederland een dergelijke overeenkomst ook met Groot-Brittannië of andere landen gesloten?
7. Is een dergelijke Host Nation Support-overeenkomst ook met Groot-Brittannië gesloten? Zo nee, op welke basis geschieden de transporten van het Britse leger over het Nederlands grondgebied?
Ja. Er vinden overigens momenteel, zoals gezegd, geen andere transporten in het kader van host nation support plaats dan die van de Verenigde Staten.
Nieuws
Ministerie van Defensie