Gemeente Utrecht
Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en
wethouders
18 februari 2003
1. Welzijnsgeld beter besteden om vragen in wijken te beantwoorden
De besteding van welzijnsgelden in de wijken beter laten aansluiten
bij de vraag. Dat is de inzet van het college van burgemeester en
wethouders. Het college stelt de raad voor om één totaalbudget per
wijk in te voeren voor reguliere welzijnsactiviteiten. Van dit budget
moet een zo groot mogelijk percentage worden ingezet om antwoord te
geven op de vraag van bewoners.
In 2004 moet het mogelijk worden om een kwart van het
wijkwelzijnsbudget flexibel in te zetten, waarbinnen bovendien 5% te
reserveren voor snelle ingrepen en 2% voor vernieuwing. Per 2004 komen
er nieuwe correctiecriteria voor de verdeling van welzijnsgelden over
de wijken.
Verder gaat het college bekijken hoe de omvang van het minimumpakket
aan welzijnswerk in de wijken kan worden teruggebracht om meer ruimte
te bieden voor flexibele inzet van welzijnsgelden. Per 2005 komt er
dan een definitief percentage 'flexibel te besteden'.
De voorstellen van het college stellen zowel de gemeente als de
aanbieders van welzijnswerk beter in staat om een antwoord te geven op
de vragen die leven in de wijken. De vraag van burgers moet ook beter
zichtbaar worden in het aanbod. De instelling van de wijkraden en de
uitvoering van wijkwelzijnsanalyses maken bijstelling van de
systematiek des te noodzakelijker.
De huidige systematiek voor de verdeling van welzijnsgelden, die
dateert uit 1999, blijkt in de praktijk te weinig flexibel. Het
vereiste minimumpakket aan welzijnswerk, de zogeheten
basisinfrastructuur, is omvangrijk en de budgetten worden per
basisactiviteit berekend.
Utrecht heeft een breed welzijnsaanbod in de wijken, uitgevoerd door
grote, veel omvattende welzijnsorganisaties. De
wijkwelzijnsorganisaties zijn betrokken bij de ontwikkeling van deze
voorstellen.
2. Verhoging leges rijbewijzen
De leges voor rijbewijzen worden verhoogd van EUR 38,70 naar 39,30.
Oorzaak is de verhoging van het wettelijke tarief (het zogenaamde
rijkskostencomponent) bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (van EUR
2,25 naar 2,85). De verhoging gaat per 1 mei 2003 in.
De Legesverordening 2003 moet hiervoor worden gewijzigd: het college zal de raad een wijzigingsverordening voorleggen.
3. Financiële bijdrage aan nieuwbouw dierenasiel
Om de financiële perikelen rond de nieuwbouw van het dierenasiel op te
lossen is een éénmalige gemeentelijke investering van ruim EUR 200.000
nodig. Met dit voorstel aan de raad wil het college van burgemeester
en wethouders een einde maken aan een kwestie die al sinds het begin
van de jaren negentig speelt. Het dierenasiel kan dan in april 2003 de
deuren openen op de nieuwe locatie, op tijd voor de piekperiode rond
de zomervakantie.
Er is sprake van een financieel tekort, dat het dierenasiel niet
volledig is aan te rekenen. Dit geldt met name voor de gestegen
grondkosten en de opgelopen vertraging van de start van de bouw door
allerlei procedures. Hierdoor zijn de kosten voor het asiel flink
gestegen.
Het college wil tegemoet komen aan deze kostenstijgingen. Van de
benodigde EUR 204.000 gaat het om EUR 157.000, als inflatiecorrectie
op de gemeentelijke investeringsbijdrage die de Raad in 1996
beschikbaar heeft gesteld. Tevens EUR 47.000 als bijdrage aan de
juridische en procedurele kosten die het dierenasiel heeft gemaakt.
Het voorstel is hiervoor gelden van de afdeling welzijn in te zetten.
Overigens draagt het dierenasiel zelf ook financieel bij aan het
afdekken van de tekorten. In de toekomst zal het asiel eventuele
tegenvallers zelf moeten opvangen.
Bovendien besluit het college om voor de noodopvang voor honden een
bedrag van bijna EUR 33.000 te putten uit de pot voor dierenwelzijn,
beheerd door de dienst Stadsbeheer. Noodopvang werd nodig na de
vervroegde sluiting van het oude asiel aan het Houtensepad. In maart
2002 besloot het college de geluidsoverlast daar niet meer te gedogen.
De locate voldeed niet aan de milieueisen. De gemeente heeft de
wettelijke taak om zwerfdieren gedurende 15 dagen op te vangen.
Al in 1994 heeft de raad ingestemd met de verplaatsing van het
dierenasiel. In oktober 1996 heeft de Raad dit opnieuw vastgesteld en
daartoe een krediet van EUR 835.000 beschikbaar gesteld. De nieuwbouw
heeft sindsdien flink vertraging opgelopen. De procedure voor het
verlenen van de bouwvergunning werd stopgezet nadat een omwonende
bezwaar had aangetekend tegen de milieuvergunning. Na een
bodemprocedure bij de Raad van State kon de milieuvergunning
uiteindelijk pas begin 2002 worden verleend waarna ook de
bouwvergunning werd afgegeven. Door het tijdsverloop werd
inflatiecorrectie noodzakelijk om de financiële problemen op te
lossen.
4. Evaluatie Autovrije dag 2002
In 2002 deed de gemeente Utrecht voor de derde keer mee aan de
jaarlijkse Europese autovrije dag. Deze dag is geëvalueerd. De
doelstelling van de autovrije dag 2002 is gehaald: er is ruimte
geweest voor activiteiten op straat, verscheidene straten zijn op
verzoek van bewoners/belangenorganisaties afgesloten voor autoverkeer
en de reacties uit de buurten waren overwegend positief. Velen vonden
de autovrije straat een prettige ervaring. Buiten deze activiteiten,
die versnipperd in de stad waren georganiseerd, was er echter weinig
te merken van de autovrije dag. Alternatieve vervoerwijzen zijn
aangeboden in de vorm van goedkoper of gratis openbaar vervoer.
Bovendien was het naast autovrije dag ook culturele zondag.
Het college heeft ervoor gekozen in 2003 niet actief een autovrije dag
te organiseren. Het college kiest voor een faciliterende rol bij
initiatieven van andere partijen, zoals bewoners, scholen, bedrijven,
etc. Afsluiting van bepaalde straten voor autoverkeer behoort daarbij
tot de mogelijkheden. De Europese autovrije dag valt in 2003 op
maandag 22 september
5. Aanpak Park de Gagel: planidentificatie vastgesteld
Park de Gagel in Overvecht krijgt overzichtelijke wandelpaden,
aantrekkelijke entrees, verschillende ontmoetingsplekken, tuinachtig
groen, meer natuur langs de randen en een groene verbinding tussen het
Noorderpark en de Vecht.
Het college van burgemeester en wethouders heeft de planidentificatie
voor Park de Gagel vastgesteld. Voor het centrale deel van het park
(circa 10 hectare) zal de dienst stadsbeheer samen met omwonenden en
belangstellenden een programma van eisen en een ontwerp maken. Het
college stelt hiervoor EUR 395.000 beschikbaar.
Park de Gagel, in het hart van Overvecht Noord heeft door haar omvang
van 33 ha een belangrijke rol in de wijk. Veel bewoners in Overvecht
zijn trots op dit park. Uit het Wijkontwikkelingsplan Overvecht (2000)
blijkt echter dat het park onvoldoende wordt gebruikt door de
wijkbewoners en dat het groen en de voorzieningen in het park aan
verbetering toe zijn.
Er moeten meer bezoekers komen door het park aantrekkelijker te maken,
de variatie te vergroten, het gevoel van veiligheid te verbeteren en
de waarde van de natuur groter te maken. Park de Gagel moet weer een
volwaardig landschapspark worden met verschillende aantrekkelijke
voorzieningen, duidelijke zichtlijnen en met een gevarieerde
ruimtelijke indeling.
Met deze planidentificatie wordt nu eerst het centrale deel van bijna
10 ha aangepakt. Het is het deel met de stadsboerderij, de
bouwspeeltuin en de grote heuvel. Bij de vaststelling van het
groenprogramma voor Overvecht zal later een planning voor de overige
delen van Park de Gagel aan het gemeentebestuur worden voorgelegd.
In de planidentificatie wordt in het centrale deel ruimte gezocht voor
drie voorzieningen:
a. de huidige stadsboerderij, liefst aangevuld met de schooltuinen en
imkerij uit de Vancouverdreef;
b. de huidige bouwspeeltuin, liefst aangevuld met een naschoolse
voorziening;
c. een kleinschalige horecagelegenheid. Voor de Horeca en de
Naschoolse opvang heeft het college nu opdracht gegeven om twee
haalbaarheidsstudies uit te laten voeren.
Tijdens een informatieavond wil de gemeente iedereen in de wijk
bijpraten over de plannen en de aanpak van het park. Met een groep
actieve bewoners zal de gemeente een programma van eisen en een
voorlopig ontwerp maken. Ook worden specifieke groepen zoals jongeren,
direct omwonenden en de bewoners van de portiekflats betrokken bij het
ontwerp.
De Commissie van Verkeer en Beheer en de Wijkcommissie Overvecht
worden geïnformeerd
6. Voorontwerp Uitwerkingsplan Hogeweide-West
Het Voorontwerp Uitwerkingsplan Hogeweide-West wordt binnenkort in de
inspraak gebracht. Het gaat om een terrein (5,5 hectare) in Leidsche
Rijn, tussen Parkwijk-Zuid, de tijdelijke bouwweg en de Hogeweide. Dit
terrein is bedoeld voor tijdelijke huisvesting van verschillende
soorten voorzieningen. Er staat inmiddels een tijdelijke bibliotheek
en andere accommodaties (een accommodatie voor jongeren en een
dagactiviteitencentrum voor lichamelijk gehandicapten) zijn in
voorbereiding. Het uitwerkingsplan biedt juridisch-planologisch de
mogelijkheid om hier tijdelijke voorzieningen te realiseren. Naast
maatschappelijke voorzieningen wordt de mogelijkheid geboden om hier
tijdelijke accommodaties voor horeca, detailhandel en commerciële
dienstverlening te vestigen. Dit plan is een uitwerking van het
Bestemmingsplan Leidsche Rijn 1999. Als het uitwerkingsplan is
vastgesteld, hoeft niet meer per accommodatie een vrijstelling van het
bestemmingsplan te worden aangevraagd. Binnenkort zal over het
voorontwerp een inspraakavond worden georganiseerd.
7. Velvergunningen Uithof
In het universiteitscentrum De Uithof kunnen vierenzestig bomen geveld
worden. Het gaat om het terrein ingesloten door de Toulouselaan, het
Oxfordpad en het studentenwooncomplex Cambridgelaan. Dat heeft het
college van burgemeester en wethouders besloten. De landschappelijke
structuur van de Uithof wordt versterkt, onder meer door langs de
lanen eiken te plaatsen en de ruimte tussen de lanen zoveel mogelijk
open te laten. De te vellen bomern belemmeren het uitzicht en moeten
daarom wijken. Ook heeft het college om dezelfde reden besloten een
vergunning toe te kennen om 4 elzen en 1 linde in het gras langs de
Bisschopssteeg te vellen.
Ten zuiden van de Toulouselaan, vlakbij kinderdagverblijf De Kikker,
kunnen 32 bomen worden geveld en 1 boom kan worden verplaatst. Hier
komt een ligweide
8. Plaatsingscriteria fietsparkeervoorzieningen
Fietstrommels en buurtstallingen worden alleen geplaatst als bewoners niet beschikken over een eigen bergruimte en als er van voldoende gebruik mag worden uitgegaan. En het plaatsen van een fietstrommel of buurtstalling mag geen afbreuk doen aan de verkeersveiligheid. Dit zijn enkele van de plaatsingscriteria voor fietsparkeervoorzieningen waarmee het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd.
De plaatsingscriteria fietsparkeervoorzieningen maken onderdeel uit van het Utrechtse mobiliteitsbeleid dat het fietsgebruik probeert te stimuleren. Een belangrijke reden om af te zien van het gebruik van de fiets is de kans op fietsendiefstal. Een belangrijk punt in het beleid van de gemeente is het zorgen voor voldoende stallingsmogelijkheden in de hele stad. Buurtstallingen, fietstrommels en fietsklemmen voorzien in een behoefte aan voorzieningen waar fietsen, eventueel afgesloten en tegen een redelijke prijs, kunnen worden gestald. Dit blijkt uit de aanvragen van bewoners die bij het Parkeerbedrijf Gemeente Utrecht (PGU) en de verschillende wijkbureaus binnenkomen.
In de nota 'Verder met de fiets' en het 'Bedrijfsplan fietsparkeren
2002' is vastgesteld dat de gemeente de komende jaren diverse
fietstrommels, buurtstallingen en fietsklemmen zal realiseren. Om
onduidelijkheden over of willekeur bij het plaatsen van deze
voorzieningen te voorkomen, is het noodzakelijk heldere
plaatsingscriteria op onder meer juridisch, stedenbouwkundig en
verkeersveiligheidsgebied vast te stellen. Ook eventuele bezwaren van
bewoners tegen het (niet) plaatsen van fietsparkeervoorzieningen
zullen aan deze criteria worden getoetst.
De commissie Verkeer en Beheer wordt over het besluit geïnformeerd.