LJN-nummer: AF4655 Zaaknr: 190208/KG ZA 03-62
Bron: Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak: 18-02-2003
Datum publicatie: 18-02-2003
Soort zaak: civiel - civiel overig
Soort procedure: kort geding
R E C H T B A N K R O T T E R D A M
Zaak-/rolnummer: 190208/KG ZA 03-62
Uitspraak: 18 februari 2003
VONNIS in kort geding in de zaak van:
],
wonende te Rotterdam,
eiseres,
procureur mr. S. Karkache,
advocaat mr. M.A.K. Rahman,
- tegen -
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SELKAM
TRAVEL B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
verschenen in de persoon van haar statutair directeur ,
2. de naamloze vennootschap KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ (KLM),
gevestigd te Amstelveen,
gedaagde,
procureur mr. M.A.W. van Maanen.
Partijen worden hierna aangeduid als " " respectievelijk
"Selkam" en "KLM".
1. Het verloop van het geding
De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
- dagvaarding d.d. 29 januari 2003;
- pleitnotities en producties van mr. Van Maanen.
Partijen hebben de respectieve standpunten nog doen toelichten ter
zitting van 4 februari 2003.
2. Het geschil
2.1
In dit kort geding vordert om Selkam en KLM te veroordelen
om met onmiddellijke ingang over te gaan tot restitutie van het
betaalde bedrag ad EUR 2.608,36, een en ander op straffe van verbeurte
van een dwangsom van EUR 500,= voor iedere dag dat in strijd met deze
veroordeling wordt gehandeld, met veroordeling van Selkam en KLM in de
kosten van dit geding.
2.2
Aan deze vordering heeft het volgende ten grondslag gelegd.
heeft zich samen met haar partner, , op 9 oktober
2002 gewend tot Selkam om daar een retourvlucht Amsterdam-Curaçao te
boeken à EUR 2.608,36. en hebben zich op 16
oktober 2002 op de luchthaven Schiphol gemeld, aangezien de vlucht
naar Curaçao op die datum zou plaatsvinden.
KLM heeft vervolgens geweigerd en op de
desbetreffende vlucht mee te nemen, vanwege het vermoeden dat bestond
dat beiden zich schuldig zouden hebben gemaakt aan het slikken van
bolletjes cocaïne. Dit vermoeden is niet uit feiten of omstandigheden
gebleken.
Door de weigering van KLM om en mee te nemen is
sprake van wanprestatie van de zijde van Selkam alsmede van een
onrechtmatige daad van de zijde van KLM, nu het vermoeden op geen
enkele wijze nader was geconcretiseerd, en aangezien tussen
en Selkam en KLM een vervoersovereenkomst tot stand is gekomen.
is er in goed vertrouwen vanuit gegaan dat zij met de vlucht
van KLM kon afreizen, hetgeen niet is geschied.
Selkam is bij brief van 7 november 2002 van de weigering door de KLM
op de hoogte gesteld en is daarbij verzocht om de gemaakte kosten van
de tickets te restitueren. Selkam heeft op 15 november 2002 elke
aansprakelijkheid afgewezen en is niet bereid gevonden het bedrag van
EUR 2.608,36 aan te vergoeden. Nu en
niet naar de plaats van bestemming zijn vervoerd, dient het geld aan
hen te worden gerestitueerd vanwege onverschuldigde betaling.
verkeert in financiële nood en beschikt niet over andere
inkomsten; zij en haar partner worden thans door familieleden
onderhouden.
2.3
KLM heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering en heeft
daartoe het volgende gesteld.
Met is op 9 oktober 2002 een overeenkomst tot vervoer door
de lucht van Amsterdam naar Curaçao, en weer terug, tot stand gekomen.
In het kader van een (preventieve) preflight controle door de
Koninklijke Marechaussee (verder: KM) op de luchthaven Schiphol is aan
KLM een negatief reisadvies ten aanzien van verstrekt.
Volgens de KM bestond het ernstige vermoeden dat naar
Curaçao zou gaan teneinde als drugskoerier terug te keren. Op grond
van dit negatieve reisadvies heeft KLM de toegang tot de
vlucht geweigerd. KLM toetst niet zelf en mag dit ook niet; het staat
KLM niet vrij het negatieve reisadvies in de wind te slaan. KLM
handelt op verlangen van justitie.
KLM is niet verantwoordelijk voor het reisadvies van de KM; ongenoegen
dient zich tegen de overheid te richten, KLM staat hierbuiten. Door
klachten in te dienen bij de KM kan een negatief reisadvies
geredresseerd worden en KLM kan dan ook haar beslissing tot weigering
aanpassen dan wel tot restitutie van de reissom overgaan. In casu is
dat niet gebeurd.
Per 1 oktober 2002 heeft KLM een nieuw restitutiebeleid vastgesteld en
uitgevaardigd voor geweigerde passagiers van en naar de Nederlandse
Antillen. Vanaf die datum krijgen op grond van het negatieve
reisadvies geweigerde passagiers geen restitutie meer van de reissom,
waarbij als verzachting geldt dat
(i) geweigerde transferpassagiers overgeboekt worden naar het land van
vertrek, en
(ii) passagiers met een Antilliaans paspoort en woonachtig op de
Antillen niet worden geweigerd.
Dit beleid is niet alleen uitgebreid toegelicht in de media, maar KLM
heeft bovendien op 1 oktober 2002 de reisbureaus, waaronder Selkam,
uitvoerig geïnformeerd. Instructie is verstekt om elke passagier van
en naar de Antillen over deze voorwaarden te informeren en
stickervellen zijn verspreid onder de reisbureaus. Deze stickers
vermelden dat ingeval van een negatief reisadvies en weigering, het
ticket niet meer geldig is en de passagier niet in aanmerking komt
voor restitutie door KLM; deze sticker wordt geplakt op ieder ticket
voor vervoer van/naar de Antillen. Daarnaast wordt, vóór het inchecken
voor de vlucht naar de Antillen vanaf Schiphol, aan elke passagier
altijd een formulier uitgereikt met (uitleg van) het nieuwe beleid.
Selkam heeft bij de boeking op 9 oktober 2002 geïnformeerd
over het nieuwe beleid van KLM en medegedeeld dat ingeval van
weigering geen restitutie zou worden verleend door KLM. Verder heeft
op Schiphol de mailing met uitleg van het nieuwe beleid
ontvangen.
Een vordering uit onverschuldigde betaling kan niet slagen en voor
aansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad zijdens KLM is
onvoldoende gesteld.
Subsidiair geldt dat de vervoersovereenkomst heeft gesloten
onder aanvaarding van het beding dat na weigering op basis van een
negatief reisadvies geen teruggave van de reissom plaatsvindt. Dit
beding is niet onredelijk. Het risico van weigering en niet-teruggave
van de reissom is verdisconteerd in de overeenkomst.
Meer subsidiair geldt dat KLM mocht weigeren op grond van haar
vervoersvoorwaarden.
Uiterst subsidiair geldt dat restitutie, onder de omstandigheden van
dit geval, in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. KLM heeft
in redelijkheid mogen afgaan op het negatieve reisadvies en het is
bepaald niet onredelijk dat het risico van een dergelijk advies van
overheidswege niet voor rekening van KLM komt.
De vordering tot restitutie is niet boven elke twijfel verheven en kan
derhalve niet worden toegewezen.
De omvang van de gevorderde reissom is onduidelijk. vordert
tevens teruggave van de reissom van ; deze treedt echter niet
op als mede-eiser.
Spoedeisend belang is niet aangetoond en het is niet begrijpelijk
waarom er thans sprake zou zijn van financiële nood.
2.4
Selkam heeft eveneens geconcludeerd tot afwijzing van de vordering.
Voor de daaraan ten grondslag liggende stellingen heeft zij verwezen
naar hetgeen door KLM naar voren is gebracht.
3. De beoordeling
3.1
heeft het gemotiveerde verweer van de KLM niet, althans niet
gemotiveerd weersproken.
3.2
Vast staat dat de KM ten aanzien van een negatief reisadvies
heeft uitgebracht. heeft niet betwist dat het de KLM niet
vrij staat dit negatieve reisadvies in de wind te slaan. De KLM heeft
vervolgens op grond van dit negatieve reisadvies de toegang
tot de vlucht geweigerd.
is niet opgekomen tegen het advies van de KM.
3.3
Voorts staat vast dat met KLM een overeenkomst tot vervoer
heeft gesloten onder aanvaarding van het beding dat na weigering op
basis van een negatief reisadvies geen teruggave van de reissom
plaatsvindt.
3.4
Gelet op het voorgaande en nu ook overigens haar vordering
jegens KLM op grond van onrechtmatige daad niet nader heeft
onderbouwd, komt de vordering tot restitutie van het door
genoemde bedrag - wat er overigens van de hoogte van dat bedrag ook
zij - door de KLM niet voor toewijzing in aanmerking.
3.5
De vordering jegens Selkam op grond van wanprestatie komt als
onvoldoende onderbouwd evenmin voor toewijzing in aanmerking.
3.6
zal als de in het ongelijk gestelde partij worden
veroordeeld in de proceskosten.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter,
wijst af de vordering van ;
veroordeelt in de kosten van dit kort geding, tot aan deze
uitspraak aan de zijde van Selkam bepaald op EUR 205,= aan verschotten
en aan de zijde van KLM bepaald op EUR 205,= aan verschotten en op EUR
705,= aan salaris voor de procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A. Rijperman, voorzieningenrechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Wal-de Jong, griffier.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.