Gezondheidsraad
Persbericht
Nickel and its compounds
In een vandaag aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid uitgebracht advies beoordeelt de Gezondheidsraad de
gevolgen van blootstelling aan nikkel en nikkelverbindingen voor de
vruchtbaarheid en voor de ontwikkeling van het nageslacht. De
bevindingen van de Commissie Reproductietoxische Stoffen van de Raad,
geformuleerd in de door de Europese Unie gekozen terminologie, dienen
als uitgangspunt voor de wettelijke classificatie als
reproductietoxische stof.
Nikkelverbindingen worden onder meer gebruikt voor de productie van
staal, in raffinaderijen en bij het elektrolytisch `verzilveren'.
Gezien de uiteenlopende fysische en chemische eigenschappen, acht de
Gezondheidsraad het raadzaam om onderscheid te maken tussen vier
categorieën van nikkelverbindingen, te weten metallisch nikkel,
nikkelcarbonyl, oplosbare nikkelverbindingen en de onoplosbare
nikkelverbindingen.
Metallisch nikkel
Er zijn onvoldoende gegevens over de gevolgen van blootstelling aan
metallisch nikkel voor de vruchtbaarheid. Daarom adviseert de
Gezondheidsraad om metallisch nikkel niet te classificeren voor het
criterium 'schadelijk voor de vruchtbaarheid'. Hetzelfde geldt voor
het criterium 'effect op het nageslacht'.
Nikkelcarbonyl
Er zijn onvoldoende gegevens over de gevolgen van blootstelling aan
nikkelcarbonyl voor de vruchtbaarheid. Daarom adviseert de
Gezondheidsraad om nikkelcarbonyl niet te classificeren voor het
criterium 'schadelijk voor de vruchtbaarheid'.
De Gezondheidsraad acht de schadelijkheid van blootstelling aan
nikkelcarbonyl voor de ontwikkeling van het nageslacht niet voldoende
bewezen, maar ziet wel redenen voor bezorgdheid. Met betrekking tot
het criterium `effect op het nageslacht' betekent dit classificatie in
categorie 3 (`stoffen die in verband met hun mogelijke voor de
ontwikkeling schadelijke effecten reden geven tot bezorgdheid voor de
mens').
Oplosbare nikkelzouten
De Gezondheidsraad acht de schadelijkheid van blootstelling aan
oplosbare nikkelzouten voor de vruchtbaarheid niet voldoende bewezen,
maar ziet wel redenen voor bezorgdheid. Voor het criterium `schadelijk
voor de vruchtbaarheid' betekent dit classificatie in categorie 3
(`stoffen die in verband met hun mogelijke voor de vruchtbaarheid van
de mens schadelijke effecten reden geven tot bezorgdheid').
Er zijn voldoende redenen voor een sterke vermoeden dat blootstelling
aan oplosbare nikkelzouten bij de mens ontwikkelingsstoornissen
veroorzaakt. Daarom adviseert de Gezondheidsraad de oplosbare
nikkelzouten in categorie 2 (`stoffen die dienen te worden beschouwd
alsof zij bij de mens ontwikkelingsstoornissen veroorzaken') te
classificeren.
De Gezondheidsraad is van mening dat deze verbindingen ook schadelijk
kunnen zijn via de borstvoeding.
Onoplosbare nikkelzouten
Er zijn onvoldoende gegevens over de gevolgen van blootstelling aan
onoplosbare nikkelzouten voor de vruchtbaarheid. Daarom adviseert de
Gezondheidsraad om de onoplosbare nikkelzouten niet te classificeren
voor het criterium 'schadelijk voor de vruchtbaarheid'. Hetzelfde
geldt voor het criterium 'effect op het nageslacht'.
Het besproken advies is opgesteld door de Commissie
Reproductietoxische stoffen van de Gezondheidsraad. In deze commissie
hebben zitting:
· dr BJ Blaauboer, IRAS, Universiteit Utrecht, voorzitter · mevr ir AM
Bongers, Ministerie van Sociale Zaken Werkgelegenheid, adviseur · dr
HFP Joosten, NV Organon · prof dr D Lindhout, UMC Utrecht · mevr dr
JHJ Copius Peereboom-Stegeman, Katholieke Universiteit Nijmegen · dr
AH Piersma, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu · mevr dr N
Roeleveld, Katholieke Universiteit Nijmegen · mevr ir DH
Waalkens-Berendsen, TNO Voeding · dr PJJM Weterings, Weterings
Consultancy BV · mevr dr ASAM van der Burght, Gezondheidsraad,
secretaris
Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt mw dr ASAM van der Burght,
tel. (070) 340 70 17, e-mail, A.vander.Burght@gr.nl
18 februari 2003
De Gezondheidsraad is lid van het International Network of Agencies
for Health Technology Assessment (INAHTA).
INAHTA bevordert de uitwisseling en samenwerking tussen de leden van
het netwerk.
Copyright 1902 - 2002 Gezondheidsraad ::