Sociaal-Economische Raad
SER-ontwerpadvies over duurzame consumptie:
Duurzaamheid vraagt om openheid
18 februari 2003 -
Voor duurzame consumptie is openheid nodig over de wijze waarop een
product tot stand wordt gebracht en over de wensen van burgers en
consumenten. Gedeelde normen over milieukwaliteit,
arbeidsomstandigheden in ontwikkelingslanden en dierenwelzijn zijn van
belang voor duurzaam consumentengedrag. Voor meer openheid over de
productie moet er een permanent overlegplatform komen voor
ondernemers-, werknemers-, consumenten- en milieuorganisaties. Het
doel van het overleg is dat afspraken worden gemaakt over welke
informatie over producten op welke wijze beschikbaar moet zijn.
Dit is de hoofdboodschap van het ontwerpadvies (1) Duurzaamheid vraagt
om openheid op weg naar een duurzame consumptie dat de SER op vrijdag
21 maart zal bespreken. Het is opgesteld door de Commissie Duurzame
Ontwikkeling, onder voorzitterschap van prof.dr. L.F. van Muiswinkel.
De SER brengt dit advies over duurzaam consumeren uit eigen beweging
uit als vervolg op het advies over het vierde Nationale
Milieubeleidsplan (NMP4) en op het advies over maatschappelijk
verantwoord ondernemen De winst van waarden.
Burger en consument
Transities naar duurzaamheid vragen een brede, samenhangende aanpak.
In aanvulling op de eerder in gang gezette beleidssporen van milieu in
de prijzen (de vervuiler of gebruiker betaalt) en investeren in
milieusparende innovaties waarbij producenten en overheden in actie
komen, moeten ook de consument en de burger in actie komen voor
duurzame ontwikkeling. Beleid kan hen daarin ondersteunen.
Hoewel de burger en de consument zijn verenigd in één persoon, hebben
zij verschillende rollen bij het onderwerp duurzaam consumeren.
Burgers (kiezers, leden van maatschappelijke organisaties) zijn
doorgaans begaan met maatschappelijke problemen als het milieu,
kinderarbeid en dierenwelzijn. De consument (op de markt van vraag en
aanbod) handelt daarentegen daar maar beperkt naar en heeft vooral oog
voor zaken als prijs, kwaliteit, veiligheid, gezondheid, smaak en
comfort.
Het ontwerpadvies bepleit de volgende actiepunten:
Bevorder openheid over de productieketen en het
product zelf.
Duurzaam gedrag van producenten garandeert op zich geen duurzaamheid;
ook het gebruik en de afdanking van producten door de consument is van
grote invloed op het duurzaamheideffect van de productie. Zonder
informatie over producten en productieprocessen kan de consument
echter niet kiezen voor meer of minder duurzame producten.
Tegelijkertijd garandeert informatie geen duurzame consumptie.
Consumenten zijn niet vanzelf bereid zich te verdiepen in
duurzaamheidskenmerken van producten, maar zij kunnen wel door hun
omgeving worden aangespoord hier op te letten.
Voor meer openheid en informatie over producten en productieprocessen
moet er een permanente overlegstructuur komen waarin belanghebbenden
zoals ondernemers-, werknemers-, consumenten- en milieuorganisaties
afspraken kunnen maken over welke informatie op welke wijze
beschikbaar moet zijn. De overheid heeft de regie bij dit structurele
stakeholdersoverleg over openheid in de markt.
Vergroot het duurzaamheidbesef van de burger.
De burger is onderdeel van de sociale omgeving van de consument en
heeft als zodanig invloed op het consumptiegedrag. Gedeelde
duurzaamheidsnormen in de samenleving zijn cruciaal voor het bereiken
van een duurzame consumptie. Burgers vormen het maatschappelijk
draagvlak voor duurzaamheidsbeleid. Burgers moeten begrijpen dat
bepaalde, soms onsympathieke, maatregelen worden genomen ten behoeve
van een duurzame samenleving op lange termijn. Alleen met voldoende
maatschappelijk draagvlak kan effectief duurzaamheidsbeleid worden
gevoerd. Zo zijn de plannen om rekeningrijden of een kilometerheffing
in te voeren vooral door een gebrek aan maatschappelijk draagvlak
afgeblazen.
Vergroting van duurzaamheidsbewustzijn is een kwestie van lange adem;
in onderwijs en opvoeding zal duurzaamheid als een basiswaarde van de
samenleving moeten worden gepresenteerd. Ook de vergaring en
verspreiding van kennis over de effecten van onduurzaamheid en de
stand van duurzaamheid is van belang. Daarnaast worden waarden en
normen gevormd en uitgedragen via de media.
Stimuleer duurzaamheid via de sociale en fysieke
omgeving van de consument.
Consumentengedrag vindt plaats in een bepaalde sociale en fysieke
context. Deze zijn van grote invloed op het gedrag. Confrontatie met
de schadelijke effecten van gedrag kan de sociale omgeving van
individuen in beweging brengen, zoals met de campagne tegen alcohol in
het verkeer is gebeurd. Gezamenlijke duurzaamheidsnormen zorgen ervoor
dat bepaald consumptiegedrag publiekelijk wordt goed- of afgekeurd.
Dit vereist een zekere openheid in de samenleving. Zo is het rijden
onder invloed van alcohol sinds enkele decennia onder grote groepen
van de bevolking not done omdat mensen elkaar daarop aanspreken, maar
harder rijden dan toegestaan is in de publieke opinie eerder stoer dan
gevaarlijk. Afval scheiden is heel gewoon geworden, maar kiezen voor
Max Havelaar of EKO-producten gebeurt in beperkte mate.
De fysieke omgeving betreft zaken als bouwvoorschriften,
infrastructuur en ruimtelijke ordening, die de gedragsmogelijkheden
van individuen beperken of in een bepaalde richting stimuleren.
1. Het betreft een ontwerpadvies. De hier weergegeven opvattingen zijn die van de commissie van voorbereiding.