College Bescherming Persoonsgegevens


13 februari 2003

Voorstel algemene identificatieplicht ondoordacht

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft de Minister van Justitie geadviseerd het wetsvoorstel uitbreiding identificatieplicht niet in te dienen. Het wetsvoorstel dient tot invoering van een algemene identificatieplicht. Alle burgers vanaf 12 jaar zouden zich overal en altijd moeten kunnen identificeren tegenover politie en andere toezichthouders.

De conclusie van het CBP-advies is dat de wetgever schromelijk tekort schiet in de noodzakelijke onderbouwing van deze verplichting in het algemeen alsook in de rechtvaardiging ervan voorzover de verplichting als een inbreuk op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer moet worden beoordeeld. Bovendien roept het wetsvoorstel een bevoegdheid in het leven die ofwel oncontroleerbaar zal blijken te zijn ofwel zal leiden tot een aanzienlijke uitbreiding van de registratie van het gedrag van onverdachte burgers.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.


Actuele informatie ontvangen over het CBP?