Centraal Planbureau
CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer: 5
Datum: 13 februari 2002
Inlichtingen bij Rocus van Opstal (tel: 070-3383301), of bij Dick
Morks (tel: 070-3383410), technische toelichting op de berekeningen is
te verkrijgen bij Harry ter Rele (tel: 070-3383458)
Begrotingsevenwicht in 2007 vereist voor houdbare overheidsfinanciën
Houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn vereist een structureel begrotingsoverschot van ruim 1 procent van het Bruto Binnenlands Product (BBP) in 2007. Gecorrigeerd voor conjuncturele en incidentele factoren komt deze houdbare waarde overeen met een begroting die feitelijk in 2007 in evenwicht is. Dat betekent dat ten opzichte van de meest recente prognoses een verbetering van het feitelijke begrotingssaldo met 1,8% BBP nodig is.
Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in een notitie die is
opgesteld op verzoek van het Ministerie van Financiën en die tevens
ter beschikking van de informateurs is gesteld. In de notitie wordt
een indicatieve actualisatie gepresenteerd van eerdere berekeningen
voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn die
uit 2000 dateren.
Volgens de nieuwe, indicatieve berekeningen leidt het houdbare pad
voor de overheidsfinanciën niet tot volledige aflossing van de
staatsschuld. Het criterium voor houdbaarheid is dat de bestaande
collectief gefinancierde regelingen voor de diverse leeftijdsgroepen
mee kunnen groeien met de welvaart zonder dat de belasting- en
premietarieven verhoogd moeten worden of de overheidsschuld zich
uiteindelijk explosief ontwikkelt. Dit hoeft niet te betekenen dat de
staatsschuld op enig moment volledig is afgelost.
Bij de beleidsuitgangspunten van het demissionaire kabinet bevat het
begrotingssaldo in 2007 een conjuncturele component, doordat sommige
beleidsmaatregelen na 2007 nog gunstig doorwerken op de
overheidsfinanciën. Daarnaast is nu ook sprake van een incidentele
derving van belastingen en premies, doordat de aftrekbare
pensioenpremies in 2007 nog boven hun structurele niveau liggen uit
hoofde van de noodzaak tot verbetering van de dekkingsgraad. Beide
tijdelijke factoren verklaren waarom de waarde van het feitelijke
houdbare saldo in 2007 lager uitkomt dan die van het structurele
saldo.
De suggestie in de Volkskrant van vanmorgen, dat het CPB zou hebben
gepleit voor minder ombuigingen en een tekort op de begroting, is
onjuist. Het CPB heeft evenmin uitspraken gedaan over de wenselijkheid
van de voorgenomen maatregelen in de WAO.
De CPB Notitie, ' Vergrijzing en schuldreductie - een indicatieve
update' is (gratis) beschikbaar als PDF-file.
| Top | Home | Search | Sitemap |