ST. BONT VOOR DIEREN

Besluitvorming nertsenfokkerij ondemocratisch

Persbericht

Staatssecretaris Odink tracht op ondemocratische wijze besluitvorming nertsenfokkerij te beïnvloeden

Amsterdam, 13 februari 2003 - Het Productschap Vee en Vlees zal nog deze maand een concept productschapverordening opstellen met minimumeisen voor het welzijn van nertsen. Jan Odink, staatssecretaris van LNV, is verantwoordelijk voor het dierenwelzijn in Nederland. Hij was tevens tot voor kort secretaris van het productschap voor Vee en Vlees. Odink steunt kennelijk het voornemen van het productschap om in de huidige politieke impasse op ondemocratische wijze welzijnseisen voor nertsen op te stellen door middel van een
productschapverordening. Het parlement speelt geen rol in dit besluitvormingsproces. En dat terwijl er in de Tweede Kamer nog volop wordt gesproken over een verbod op het fokken van nertsen. Het productschap is niet de aangewezen instantie om welzijn van dieren te garanderen. Het is niet onafhankelijk aangezien het bestuur louter bestaat uit ondernemers die primair het economisch gewin voor ogen hebben. Bont voor Dieren wijst de ontwikkeling van een welzijnsverordening af en pleit voor een nertsenfokverbod.

Op 31 januari jl. is het wetsvoorstel voor een nertsenfokverbod op de valreep door het demissionaire kabinet officieel van tafel geveegd. Dit terwijl de kabinetsformatie al in volle gang is en de PvdA hoogstwaarschijnlijk deel zal nemen aan de coalitie. De PvdA is sterk voorstander van een nertsenfokverbod en bereidt daartoe op dit moment met D66 een initiatiefwet voor.
Mede gezien de enorme maatschappelijke weerstand tegen de nertsenfokkerij, vindt Bont voor Dieren dat de uitgespeelde staatssecretaris en het productschap buiten hun boekje gaan.

De productschapverordening komt niet alleen ondemocratisch tot stand, maar het is tevens kwalijk te noemen dat als basis voor het opstellen van de minimum welzijnseisen voor nertsen het inmiddels verouderde Plan van Aanpak (PvA) (1995) en de aanbevelingen van de Raad van Europa (RvE) (1999) gelden.
Een evaluatie van het PvA heeft in 1999 al aangetoond dat de maatregelen uit dit plan niet leiden tot substantiële welzijnsverbeteringen. Ernstige welzijnsproblemen, zoals stereotiep gedrag, worden met het Plan van Aanpak niet opgelost. De aanbevelingen van de Raad van Europa zijn ook achterhaald.
Er is inmiddels een recent rapport van het wetenschappelijk Veterinair Comité van de EU (dec 2001). Dit rapport wordt echter niet als uitgangspunt genomen. Het wetenschappelijk comité concludeert dat het met het welzijn van pelsdieren op fokkerijen zeer slecht gesteld is. Deze dieren zijn volgens het Comité niet zodanig gedomesticeerd als andere landbouwdieren, met alle problemen van dien. Ondermeer wijst het comité op de noodzaak van zwemwater voor nertsen. Noch in het PvA noch in de aanbevelingen van de RvE wordt zwemwater als welzijnseis gesteld.
Op basis van dit EU-rapport kan de conclusie niet anders zijn dan dat er een verbod moet komen en is het dus niet opportuun om met een verordening te komen met minimum welzijnseisen. Door de discussie toe te spitsen op het welzijn gaat het productschap overigens volledig voorbij aan de ethische onaanvaardbaarheid van het fokken van nertsen voor bont.

Bont voor Dieren pleit voor een verbod op het fokken van nertsen op basis van het feit dat het welzijn van nertsen op fokkerijen ernstig wordt aangetast en het feit dat nertsen worden gefokt voor een luxe product waar vele alternatieven voor zijn. Als overgang naar een fokverbod zouden nertsen gehouden moeten worden onder natuurreservaat-omstandigheden. Gezien hun aard, nertsen zijn solitair levend en niet gedomesticeerde roofdieren, zijn nertsen niet geschikt om in kooien gehouden te worden.

Meer informatie:
Drs Lieke Keller (020) 676 66 00
Campagnecoördinator (06) 12 66 71 07

13 feb 03 10:48