Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Nederland nog steeds recreatietoervaartland

De recreatietoervaart maakt intensief gebruik van de Nederlandse vaarwegen. Watersportregios trekken vooral boten uit de direct aanliggende provincies. De gemiddelde duur van een vakantietocht is 27 dagen en jaarlijks vertoeft men ongeveer 65 dagen aan boord. Vier op de tien toervaarders komen wel eens met de boot in het buitenland. Naast het varen, wordt het gebruik van walvoorzieningen steeds belangrijker.
Dit zijn enkele resultaten van de landelijk enquête onder toervaarders die in de zomer van 2002 is afgenomen. Het onderzoek is in opdacht van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat uitgevoerd. Het is een herhaling van de eerste landelijke toervaartenquête van 1993/1994. Doel van het onderzoek is de gegevens over het (vaar)gedrag en de achterliggende gegevens en motieven te actualiseren. Ontwikkelingen en trends die gesignaleerd worden, neemt Verkeer en Waterstaat mee in beleid en beheer.
De toervaarder geeft aan vaker hinder te ondervinden van zijn mede-watersporters, dan van de beroepsvaart. Ook het ontbreken van wachtgelegenheid bij bruggen en sluizen, de beperkte doorvaarthoogte en de beperkte bedieningstijden, worden relatief vaak als knelpunt aangemerkt.
De resultaten van het onderzoek sluiten goed aan bij de Beleidsvisie Recreatietoervaart in Nederland (BRTN2000). Zo wordt gewerkt aan centrale bediening van bruggen waardoor de brugbediening beter op elkaar kan worden afgestemd en wordt de doorvaarhoogte van bruggen aangepast. Op plaatsen waar waterverkeer en weg- of railverkeer een probleem vormen, wordt gestreefd naar de aanleg van tunnels en aquaducten. Ook wordt gezocht naar afmeermogelijkheden bij bruggen en sluizen.
In negen jaar tijd is het een en ander veranderd. Zo is de gemiddelde toervaartboot 10 meter lang. Dat is zon halve meter langer dan voorheen. De gemiddelde leeftijd van de toervaarders is met zes jaar toegenomen. Bezitters van een kajuitmotorboot zijn nu gemiddeld 55 jaar en van een kajuitzeilboot gemiddeld 48 jaar. In samenhang hiermee is het aandeel motorboten in de toervaartvloot gestegen. Het gemiddelde aantal opvarenden is de afgelopen jaren met 10% afgenomen tot 2,75 opvarenden per vaartuig.
Belangrijkste motieven om een gebied te bezoeken zijn: de mogelijkheid om verschillende tochten te maken, het gevarieerde vaarwater, de historische stadjes en dorpen (cultuurhistorie) en rust en ruimte, in combinatie met natuur en landschappelijke waarden. De routekeuze van met name de motorboten wordt duidelijk beïnvloed door de lokatie van de (verschillende soorten) aanlegplaatsen.
Gemiddeld bedragen de uitgaven per vaartuig 75,- per (vakantie)dag. Belangrijke uitgaven zijn die voor de dagelijkse boodschappen (aandeel 31%), horeca (aandeel 27%), recreatief winkelen (12%) en brandstof (12%). Deze bestedingen maken de recreatietoervaart tot een belangrijke economische factor.
In totaal zijn 1454 toervaarders in elf watersportregios geïnterviewd. Afhankelijk van de aard van de regio zijn toerzeilers dan wel motorboottoervaarders ondervraagd. Naast persoons- en bootkenmerken is onder meer gevraagd naar: herkomst- en bestemmingsregio, dagroute, de totale toertocht, aspecten die op de routekeuze van invloed zijn, knelpunten in Nederland en bestedingen.

Het rapport Recreatievaart; 9 jaar later is te downloaden vanaf de internetsite van de Adviesdienst Verkeer en Vervoer.