VERENIGING VNO-NCW
Onderzoek Forum (VNO-NCW):Meer bedrijfservaring in de politiek
Onderzoek VNO-NCW-opinieblad Forum naar beroepsachtergronden
volksvertegenwoordigers
'Meer ervaring uit bedrijfsleven in de politiek'
Den Haag, 13 februari 2003 - Politieke partijen selecteren de laatste jaren méér mensen uit het bedrijfsleven voor een functie als volksvertegenwoordiger. In gemeenteraden en provinciale besturen zitten namelijk aanzienlijk meer werknemers uit de marktsector dan vijf jaar geleden. Ook in de Tweede Kamer is het aantal volksvertegenwoordigers met ervaring in het bedrijfsleven toegenomen. Van een evenredige vertegenwoordiging is overigens nog steeds geen sprake, want werknemers in overheidsdienst, leraren en medewerkers van gesubsidieerde instellingen zijn nog altijd oververtegenwoordigd.
Dit blijkt uit het derde landelijke onderzoek van het
VNO-NCW-opinieblad Forum naar de beroepsachtergrond van
volksvertegenwoordigers, waaraan is deelgenomen door alle 12
provinciebesturen en door ruim de helft van de gemeenten (251 van de
496). In het onderzoek zijn de beroepsgegevens verwerkt van in totaal
4.738 gemeenteraadsleden, 802 wethouders, 750 leden van Provinciale
Staten (onder wie 76 gedeputeerden), 150 leden van de Tweede Kamer, 75
leden van de Eerste Kamer en 31 Nederlandse leden van het Europees
parlement. Ook de beroepsachtergronden van de 12 ministers en de 14
staatssecretarissen van het demissionaire kabinet-Balkenende zijn
onderzocht. Al deze gegevens zijn vergeleken met eerder onderzoek uit
1997 en (voor het parlement) met historische gegevens uit de jaren
dertig, vijftig, zeventig en negentig.
Centrale doelstelling van het onderzoek was na te gaan uit welke
sectoren van de economie volksvertegenwoordigers afkomstig zijn. Een
belangrijk uitgangspunt daarbij is dat van de verkiesbare bevolking
tussen 18 en 65 jaar bijna de helft (49 procent) in het bedrijfsleven
werkt. Politieke organen blijken echter hoogst zelden voor de helft te
bestaan uit burgers met een baan in de marktsector.
Gemeenteraden zijn nog het meest evenwichtig samengesteld: van alle
raadleden werkt 45,1 procent in het bedrijfsleven. Dat is overigens
een forse stijging vergeleken met vijf jaar geleden, toen nog maar
39,8 procent een baan had in de marktsector.
Wethouders blijken minder vaak dan raadsleden afkomstig uit het
bedrijfsleven: 37,7 procent. Opvallend is wel dat wethouders die van
buiten de raad afkomstig zijn (dat kan sinds de
gemeenteraadsverkiezingen van 2002) wel weer wat vaker uit het
bedrijfsleven blijken te komen: 43,0 procent.
In Provinciale Staten is het aantal leden met een beroepsachtergrond
in het bedrijfsleven aanzienlijk geringer dan in gemeenteraden: 34,0
procent. Echter: ook dit is aanzienlijk meer dan vijf jaar geleden
(29,5 procent). Deze trend is ook waarneembaar in de Tweede Kamer,
waar het aantal leden met recente ervaring in het bedrijfsleven steeg
van 20,8 procent vijf jaar geleden naar 28 procent nu.
In de Eerste Kamer is het aandeel mensen uit het bedrijfsleven de
laatste vijf jaar gedaald: van 31 naar 24 procent, hetgeen eveneens
geldt voor de Nederlandse delegatie in het Europees parlement (van 29
naar 23 procent). Het demissionaire kabinet-Balkenende kent eveneens
iets minder leden met ervaring in de marktsector dan het eerste
kabinet-Kok, dat vijf jaar geleden aan het bewind was (31 procent
tegenover 35 procent).
In gemeenteraden en provinciale besturen blijken vrijwel alle
politieke partijen de laatste jaren meer werknemers uit het
bedrijfsleven op verkiesbare plaatsen te zetten. Er zijn echter wel
grote verschillen tussen de partijen. De VVD, de kleine christelijke
partijen en de plaatselijke politieke groeperingen hebben altijd al
een groot aantal mensen uit de marktsector op verkiesbare plaatsen.
PvdA, SP en GroenLinks rekruteren hun politici vooral onder mensen die
werken bij de overheid, in het onderwijs of bij gesubsidieerde
instellingen.
Opvallend is wel dat sinds de Tweede-Kamerverkiezingen van 22 januari
vooral de PvdA-Kamerfractie sterk van samenstelling is veranderd. Het
aantal Kamerleden met ervaring in het bedrijfsleven groeide van 8
procent vóór de verkiezingen tot 24 procent erna.
Het CDA vertoont een sterk wisselend beeld. In gemeenteraden en
provinciebesturen is het CDA een partij waarin personen uit de
marktsector sterk zijn vertegenwoordigd; in de Tweede Kamer en de
Eerste Kamer blijkt het CDA vooral een partij met
volksvertegenwoordigers die juist niet in het bedrijfsleven hebben
gewerkt.
---