Oost-Duitse economie loopt achterstand op West-Duitsland voorlopig niet in

Voor de Tweede Wereldoorlog was Oost-Duitsland een welvarend gebied met een hoge arbeidsproductiviteit, niet alleen in de landbouw, maar ook in industrie en diensten. In de periode van de Tweede Wereldoorlog tot de hereniging van Oost- en West-Duitsland in 1990 verloor Oost-Duitsland positie ten opzichte van West-Duitsland. Tot op de dag van vandaag is de achterstand niet ingelopen. In zijn proefschrift beschrijft Jaap Sleifer de veranderingen die de Oost-Duitse economie in de periode 1936-2002 doormaakte. Het ontstaan van een verschillende economische structuur maakt het onwaarschijnlijk dat Oost-Duitsland spoedig het West-Duitse niveau zal bereiken, luidt zijn slotsom.

Voor een belangrijk deel vond de terugval van de Oost-Duitse economie (ten opzichte van West-Duitsland) plaats tussen 1936 en 1950. Na de Tweede Wereldoorlog werd Oost-Duitsland een land met een centraal geleide economie. De Oost-Duitse economie had veel last van de deling van de voorheen geïntegreerde economie, bijvoorbeeld door de afhankelijkheid in de Oost-Duitse machinebouwindustrie van toeleveranciers uit met name het Ruhr-gebied. Daarnaast was er oorlogsschade en werd Oost-Duitsland ook nog eens geconfronteerd met de herstelbetalingen die de Sovjetunie eiste. Van 1950 tot 1990 was er een verdere terugval, met name van het niveau van de Oost-Duitse arbeidsproductiviteit in vergelijking met West- Duitsland. De verklaring hiervoor ligt in het uitblijven van technologische verbeteringen, de mate waarin kapitaal werd ingezet in plaats van arbeid en in verschillen qua economische structuur. Zo bleef bijvoorbeeld het werkgelegenheidsaandeel van de Oost-Duitse landbouw in vergelijking met West-Duitsland relatief hoog. Tegelijkertijd bleef het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking gedurende deze hele periode (1950-1990) op vergelijkbare afstand van West-Duitsland. Dit wordt verklaard door een relatief grote deelname van vrouwen aan het arbeidsproces. Na de hereniging maakte de Oost-Duitse arbeidsproductiviteit een grote inhaalslag, met name in de periode tussen 1991 en 1994. Daarna zwakte de groei af. Steeds meer dringt de vraag zich op of Oost-Duitsland nog wel verder naar het West-Duitse niveau zal toegroeien. De integratie heeft er mogelijk toe geleid dat Oost-Duitsland een perifere regio in de Duitse economie is geworden, veronderstelt Sleifer. Bedrijven in Oost-Duitsland missen de schaalvoordelen waarvan grote bedrijven in West-Duitsland kunnen profiteren. /JS

Jaap Sleifer (Drachten, 1972) geschiedenis en rechten in Groningen. Het onderzoek werd verricht aan de economische faculteit van de RUG. Na het promotie-onderzoek is hij gaan werken als post-doc bij het Centrum voor Duitsland Studies van de KUN.

Datum en tijd

donderdag 13 februari 2003, 14.15 uur

Promovendus

J.A. Sleifer, tel. (024)361 12 78, e-mail: jaap.sleifer@12move.nl

Proefschrift

Falling behind: the East German economy in comparison with West Germany from 1936 to 2002

Promotores

prof.dr. R.R. Fremdling en prof.dr. H.H. van Ark

Faculteit

Economische Wetenschappen

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Promotie