Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Antwoorden op kamervragen over het mogelijke tekort aan cellen in de regio
Groningen
12 februari 2003
Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Rietkerk (CDA) aan de ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie over het
mogelijke tekort aan cellen in de regio Groningen. (Ingezonden 22 november
2002)
---
1. Vraag
Zijn er in de politieregio Groningen voldoende politiecellen beschikbaar
voor arrestanten en illegalen? Zo nee, hoeveel cellen komt u tekort?
1. Antwoord
In antwoord op recente soortgelijke vragen van het lid Dittrich (d.d. 6
augustus 2002 met kenmerk 2010213510 over het benutten van leegstaande
politiecellen in Veendam) heb ik de Kamer reeds gemeld dat de regiopolitie
Groningen beschikt over 34 gebruiksklare politiecellen, verspreid over de
politiebureaus in Groningen, Delfzijl en Veendam, waarvan er 27 ook
daadwerkelijk worden gebruikt. De reden om de 7 cellen in Veendam niet te
gebruiken is gelegen in de door het korps Groningen gemaakte afweging ten
aanzien van de met het openhouden van het cellencomplex gemoeide kosten,
waarbij het korps tot het besluit is gekomen het cellencomplex te sluiten.
De 27 cellen in Groningen en Delfzijl zijn over het algemeen toereikend voor
de onderbrenging van arrestanten en vreemdelingen. Indien zich een tekort
aandient wordt dat voornamelijk veroorzaakt door het relatief grote beroep
dat op de celcapaciteit wordt gedaan voor de onderbrenging van
inbewaringgestelden en veroordeelden. Tussen de politieregio en het openbaar
ministerie (OM) te Groningen is ongeveer anderhalf jaar geleden afgesproken
dat het OM, vanwege het structurele tekort aan cellen in huizen van
bewaring, in beginsel een vast beroep kan doen op ongeveer 10 cellen voor de
onderbrenging van deze categorie personen. In de praktijk ligt de door het
OM gevraagde cellencapaciteit regelmatig hoger.
Overigens heeft de korpsbeheerder mij, in samenspraak met de hoofdofficier
van justitie te Groningen, bericht dat het overleg met het ministerie van
Justitie over een verruiming van de (financiële) middelen ter realisering
van deze afspraak, waarnaar in de beantwoording van de vragen van het lid
Dittrich wordt verwezen, naar het zich laat aanzien op afzienbare termijn
positief zal worden afgerond. Op basis daarvan zou het aantal te gebruiken
cellen met circa 7 kunnen worden uitgebreid. Voor het overige wordt verwezen
naar de reeds gememoreerde beantwoording van de vragen van het lid Dittrich.
De vraag hoeveel cellen de politieregio Groningen tekort komt is in het licht van het vorenstaande niet eenduidig te beantwoorden. Zoals ook bij de beantwoording van de door het lid Dittrich gestelde vragen is aangegeven, zijn er incidenteel momenten dat het aanbod van arrestanten groter is dan de hoeveelheid cellen, bijvoorbeeld in geval van grootschalig politieoptreden (een structureel gemiddelde is daarin moeilijk aan te geven). Het is mede uit doelmatigheidsoogpunt voor de korpsen niet doenlijk om structureel te investeren in overcapaciteit om dit mogelijke piekaanbod op te vangen, mede omdat deze cellen een groot deel van de tijd leeg zouden staan. Om de incidentele pieken op te vangen kunnen korpsen een beroep doen op beschikbare celcapaciteit van andere politieregio's.
2. Vraag
Rapporteren de regiokorpsen van de politie aan u over het aantal
heenzendingen wegens plaatsgebrek in politiecellen? Zo nee, waarom niet?
2. Antwoord
Ik hecht er in dit verband aan voorop te stellen dat conform de Instructie
registratie en melding heenzendingen wegen plaatsgebrek, kenmerk 20021005,
van het College van procureurs-generaal enkel heenzendingen (wegens een
tekort aan cellen) van verdachten, die op grond van een rechterlijk bevel
tot voorlopige hechtenis in een politiecel of in een huis van bewaring
dienen te worden ingesloten, worden geregistreerd en door het College aan
mijn ambtgenoot van justitie worden gemeld.
Wegzendingen als gevolg van een tekort aan (politie)cellen van personen die
op een andere grond dienen te worden ingesloten, bijvoorbeeld
vreemdelingenbewaring vallen niet onder bovengenoemde instructie. Ook in de
verantwoordingsrelatie tussen de korpsbeheerders en mij wordt in een
verplichting tot registratie (door de regiokorpsen) van die wegzendingen
niet voorzien. De korpsbeheerder van de politieregio Groningen heeft mij
overigens laten weten dat in deze regio inmiddels wel in het BPS
(bedrijfsprocessensysteem) de technische mogelijkheid is geschapen om
dergelijke wegzendingen te registreren. De betreffende functionarissen
van het korps hebben inmiddels de opdracht gekregen in voorkomende gevallen
van deze faciliteit gebruik te maken.
In het regulier overleg met de hoofdcommissarissen en de korpsbeheerders zal
de wenselijkheid van (verbetering en uniformering van de) registraties op
dit punt binnenkort door mij aan de orde worden gesteld.
3. Vraag
Is het waar dat in week 45 illegale Russen en Joegoslaven zijn heengezonden
in de regio Groningen? Komen deze ook voor in uw registraties? Zo nee,
waarom niet?
3. Antwoord
De korpsbeheerder van de politieregio Groningen heeft mij bericht dat in
week 45 drie Russen en één Joegoslaaf door de Duitse Bundesgrensschutz in de
nachtelijke uren werden aangetroffen, die niet rechtmatig in de Europese
Unie bleken te verblijven en kennelijk vanuit Nederland naar Duitsland
reisden. Zij werden via de Koninklijke Marechaussee overgedragen aan de
Vreemdelingendienst van de regiopolitie Groningen teneinde hen in
vreemdelingenbewaring te nemen in afwachting van verwijdering naar het
thuisland. Inderdaad kon die bewaring wegens een gebrek aan celruimte niet
geëffectueerd worden.
Deze wegzendingen komen niet voor in de registraties. Zij vallen niet onder
het bereik van de in antwoord 2 genoemde instructie van het College van
procureurs-generaal en zijn derhalve - u zie het antwoord op vraag 2 - niet
geregistreerd en door het College aan mijn ambtgenoot van Justitie gemeld.
---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -